Kennis ove
r gevare
nbn
brand is ro
nduit sl
echt
Eerste iase iieriiir icumig
is medio november klaar
Brandweer stimuleert brandveilig
gebruik risicovolle gebouwen
Op weg naar een duurzaam Soest
Werk Van Weedestraat start in augustus
TT focö barinrirhtind
Eerste fase afgerond van
onderzoek brandveiligheid
Uitvoering van preventie-activiteitenplan
WOENSDAG 26 JUNI 1996
OP 'T HOOGT
PAGINA 4
O
•j
Denk mondiaal,
doe lokaal!
Gevolgen verkeers-
omleiding zijn
nog niet bekend
De kennis bij de gemiddelde inwoner van Soest over gevaren bij brand is rond
uit slecht. De gevaren worden in hoge mate onderschat. Dat is de negatieve
uitkomst van een door vier studenten communicatie van de Hogeschool
Utrecht in opdracht van de brandweer gehouden onderzoek naar de ontvan
kelijkheid van de Soester bevolking voor voorlichting over brandveiligheid. Po
sitieve uitkomsten van het onderzoek zijn volgens René Moraal van de
brandweer Soest dat de mensen prijs stellen op informatie van de brandweer
en dat de brandweer als een serieuze en betrouwbare informatiebron wordt
beschouwd.
Het onderzoek over de ontvankelijk
heid voor voorlichting is de eerste
fase van het grote onderzoek over
brandveiligheid. "Als eerste moesten
wij weten of er ontvankelijkheid is:
willen de mensen informatie hebben.
De tweede vraag was: als zij dat wil
len, wordt de brandweer dan serieus
genomen? De derde belangrijke vraag
had betrekking op het niveau van de
voorkennis van de ondervraagden.
Op de eerste vraag gaf zestig procent
te kennen daarin geïnteresseerd te
zijn. Dat is hoog. In Den Haag bij
voorbeeld was het maar twintig pro
cent.
Voor het antwoord op de tweede
vraag hielden de studenten een
imago-image onderzoek. Het imago
is hoe de Soester bevolking de
brandweer ziet, het image is hoe wij
onszelf als brandweer zien. Dat
kwam overeen. De brandweer wordt
hierdoor als een serieuze en betrouw
bare voorlichtingsbron gezien", zegt
Moraal.
Om alvast de link te leggen naar het
vervolgonderzoek, is gekeken naar
het kennisniveau van de ondervraag
den en welke maatregelen zij in de
woning hebben getroffen om brand te
voorkomen en zoveel mogelijk te be
perken. Daarbij is komen vast te
staan dat men (74,8 procentover
het algemeen goed op de hoogte is
van de maatregelen die men moet
treffen; dit kennisniveau is er. Ruim
de helft van de ondervraagden scoort
op dit punt positief.
Moraal: "Praten we echter over ken
nis van de gevaren van brand, dan is
het kennisniveau ronduit slecht. De
gevaren bij brand worden echt on
derschat. Dit betekent dus dat de
mensen op de hoogte zijn van de
maatregelen, maar vervolgens nalaten
om die ook te treffen. Dat komt dus
omdat ze de gevaren van brand te
licht inschatten. Waarom zouden ze
maatregelen nemen? Het valt alle
maal wel mee, brand. Dat vond ik
heel karakteristiek".
In een reactie op deze uitkomsten
zegt Moraal dat de brandweer meer
dan tevreden is dat ze als serieus en
betrouwbaar overkomt; ze is boven
dien bevestigd in het idee dat de Soes
ter bevolking informatie van de
brandweer wil hebben. Overigens is
ze geschrokken van het kennisniveau
van de gevaren van brand.
Maatregelen
Elders op deze pagina staat een arti
kel over het Preventie Activiteiten
Plan (Prevap). Dit vormt de basis
voor het behalen van een zo hoog
mogelijk niveau van brandveiligheid
binnen de gemeente Soest. "Wij zor
gen dat een gebouw brandveilig wordt
gebouwd en dat het brandveilig wordt
gebruikt, met name de risicovolle
bouwwerken. Die klus is bijna ge
klaard. Maar wat wij merken is dat
met name het kennisniveau over de
gevaren van brand heel laag is. Wat
wij dan ook willen in het brand-
veiligheidsbeleid is dat de bevolking
bewust wordt van de gevaren van
brand en daarnaar gaat handelen.
Pat kan bijvoorbeeld zijn het ophan
gen van een rookmelder; het zo min
mogelijk toepassen van brand
gevaarlijke materialen; het 's nachts
sluiten van deuren in de woning, om
dat deuren een belangrijke brand-
preventieve functie hebben; het kun
nen beschikken over kleine blus
middelen, en -zeker niet het minst
belangrijke- het zorgen voor een
ontruimingsplan voor het gezin. Niet
alleen op papier, maar vooral door er
met elkaar over te praten, ook met
de kinderen".
De ervaring die de brandweer heeft is
dat het publiek zich meer van de ge
varen van brand bewust is als het er
voorbeelden van heeft gezien. "Wij
betrekken het personeel van het zie
kenhuis, verpleeghuizen en bejaar
denoorden bij de instructie over de
gevaren van brand. We geven die op
dit moment nog door het laten zien
van een Amerikaanse video. Die
geeft een heel duidelijk en indringend
beeld van de gevaren van brand in de
woning. Daardoor worden de men
sen veel meer betrokken bij de geva
ren van brand", aldus Moraal.
"De mensen zitten echt op het puntje
van de stoel als ze die video beldjken.
De reacties zijn vaak: Ik heb nooit
geweten dat vuur zich zo snel ver
spreidt, nooit geweten dat je zo wei
nig tijd hebt om aan vuur te ontsnap
pen, nooit geweten dat je geen hand
voor ogen kon zien en ook nooit ge
weten dat het in korte tijd zo heet
wordt datje longen kunnen verbran
den. Zulke reacties maken dat ze op
dat moment erbij betrokken zijn en
dat dit ook een geschikt moment is
om over maatregelen te praten. Als
je die mensen later tegenkomt, krijg
je vaak reacties als: ik heb een
rookmelder opgehangen thuis, of ik
heb met m'n gezin doorgesproken
hoe we naar buiten kunnen komen
als er brand is, of we hebben zus ge
daan of zo gedaan".
De volgende stap is volgens Moraal
"dat de brandweer nu de slag naar de
burgers moet gaan maken. Het
vervolgonderzoek zal er dan ook op
gericht zijn meer specifiek te weten
te komen over waar met name het
kennisgebrek zit en op welke manier
de kennis over gevaren van brand en
de maatregelen daartegen vergroot
kan worden. Welke manier is de
beste ojmde kénnis daarover over te
brengen? Daarbij wordt gedacht aan
het organiseren van bijeenkomsten
voor buurtbewoners van een woning
waar brand is geweest. In de uitnodi
ging komt bijvoorbeeld te staan dat
op dat adres brand is geweest met
zoveel schade en eventueel de oor-
De brandweer in Nederland rukt
per jaar gemiddeld 40.000 keer
uit voor het daadwerkelijk be
strijden van brand. In 7.500 ge
vallen gaat het om brand in een
woning. Totaal vallen bij brand
90 doden en 900 gewonden,
waarvan ruim de helft, 50 doden
en 500 gewonden, in de woning.
De meeste slachtoffers vallen 's
nachts. Ze worden in negentig
procent van de gevallen van
brand overvallen door de rook.
De meeste mensen denken: ik
word wel wakker van de rook,
maar dat is niet zo. Het tegendeel
is juist het geval: ze vallen dieper
in slaap door de koolmonoxide
die erin zit. Alleen al een
rookmelder is in zo'n geval een
belangrijk instrument om tijdig
attent te worden gemaakt op
brand, zodat men nog gelegen
heid heeft om via de -in gezins
verband besproken- vluchtweg
en) de woning heelhuids te verla
ten.
Snelheid is absoluut noodzake
lijk, want in feite is de tijd om weg
te komen altijd tekort. Binnen
twee tot drie minuten heeft het
vuur zich zodanig ontwikkeld en
verspreid dat men erdoor ingeslo
ten kan raken. Bovendien ont
neemt de rook nagenoeg alle
zicht. Daarbij wordt er zo'n grote,
hitte ontwikkeld dat het onmoge
lijk is hierin langer dan enkele
minuten te blijven.
zaak ervan. Naar aanleiding hiervan
wil de brandweer graag voorlichting
geven over de gevaren van brand en
over de mogelijkheden om zelf maat
regelen te treffen om brand zoveel
mogelijk te voorkomen".
Moraal verwacht op deze manier het
publiek beter te kunnen bereiken dan
bijvoorbeeld door het verspreiden
van een folder. "Uit het onderzoek is
gebleken dat als ondersteuning van
voorlichting een brochure nut heeft,
maar een brochure alléén werkt niet.
Hoe dan ook, we moeten elke gele
genheid aangrijpen om de mensen
bewust te maken van de gevaren bij
brand. Dan zullen ze ook veel eerder
een rookmelder aanschaffen of an
dere maatregelen treffen die de kans
op brand beperken".
Sinds vijfjaar kent de gemeente Soest, met name de brandweer, het begrip
Prevap. Dit staat voor preventie-activiteitenplan. Over het waarom van Prevap
zegt René Moraal van de brandweer Soest: "We deden al jaren, misschien
zelfs al een eeuw, echt aan brandpreventie. Brandpreventie is in Nederland
steeds belangrijker geworden. Een paar jaar geleden stond de brandweer nog
op het standpunt: we doen de dingen die we doen goed. Daar werd toen de
vraag aan toegevoegd: maar doen we eigenlijk wel de juiste dingen? Met
name die vraagwas heel belangrijk. Het antwoord daarop was in 1991 het
Prevap".
Na de inventarisatie van hetgeen er
gebeurde, kwam volgens Moraal de
vraag aan de orde: wat zouden we
als gemeente moeten doen op gebied
van preventie (voorkomen en beper
ken van brand); en hoe kunnen we,
als het eenmaal fout loopt, ervoor
zorgen dat de schade en het leed zo
gering mogelijk blijven. Daarom was
het van belang prioriteiten te stellen
in het kader van de brandpreventie.
Aan de hand hiervan is een soort
werkbegroting gemaakt. Die maakt
het mogelijk jaarlijks te bekijken of
het Prevap moet worden aangepast.
"Als we kijken hoe het tot voor en
kelejaren was, kijken we tegelijk ook
naar de eerste resultaten van
Prevap", zegt Moraal. "Daaruit is on
der meer duidelijk geworden dat een
aantal zaken die we eigenlijk niet de
den binnen de gemeente, in feite heel
belangrijk waren, belangrijker dan
een aantal zaken die we wèl deden.
Het heeft een omslag tot gevolg ge
had. We zijn dingen gaan doen die
we niet deden en we hebben taken
afgestoten die we wel deden. Als je
achteraf kijkt hoe we er in 1990/'91
voor stonden, kun je nu stellen dat
het op dat moment niet goed was.
Wat we deden was wel goed, maar
we deden toch niet helemaal de
goede dingen. Die doen we nü wel".
Risicovolle gebouwen
Eén van de onderdelen van het
Prevap is om bestaande risicovolle
gebouwen van een vergunning brand
veilig gebruik te voorzien. Zo'n ver
gunning in combinatie met de hand
having ervan moet leiden tot een ver
hoging van het risico-bewustzijn van
de gebruikers. Wat risicovolle gebou
wen zijn, staat omschreven in de
bouwverordening. Simpel gesteld gaat
het om gebouwen waar veel mensen
tegelijkertijd aanwezig zijn, waar ge
slapen wortdt en verzorging wordt
gegeven (horecabedrijven, bejaarden
en verpleeghuizen!), gebouwen waar
meer dan tien kinderen jonger dan
twaalf jaar of geestelijk en/of licha
melijk gehandicapten dagverblijf krij
gen, zoals scholen en kinderdagver
blijven) en gebouwen waar gevaarlijke
stoffen zijn opgeslagen of worden ver
werkt of gefabriceerd. Het is belang
rijk dat de gebruikers van zo'n ge
bouw, gasten of personeel, weten
met welke risico's zij geconfronteerd
kunnen worden door hun verblijf in
dat gebouw.
Dat houdt in dat ze beter weten hoe
brand te voorkomen, beter weten
hoe ze een eenmaal uitgebroken
brand binnen de perken kunnen
houden en beter weten hoe ze moe
ten handelen in geval van brand. De
nadruk ligt volgens Moraal met name
op het handhaven van de regels op
het gebied van de brandveiligheid.
Daarvoor draagt de brandweer ken
nis over op en geeft voorlichting en
instructie aan de gebruikers.
"Het gaat er daarbij vooral om de
mensen aan te geven wat de gevaren
van brand zijn en waar ze op moe
ten letten in hun eigen gebouw. Wat
zijn daar de potentiële gevaren? Hoe
kun je er brand voorkomen of binnen
de perken houden. En wat te doen
als het toch mis gaat?".
Volgens Moraal zijn er in de ge
meente Soest ongeveer driehonderd
risicovolle gebouwen. "We vinden het
heel belangrijk daaraan te werken
omdat de kans op slachtoffers daar
het grootst is als er wat mis gaat. We
hebben nu ruim de helft van die ge
bouwen gehad. Jaarlijks komen we er
terug om te controleren of aan voor
waarden wordt voldaan. Wat wij ei
genlijk nog belangrijker vinden is dat
we dan de gebruiker van het gebouw
extra kunnen motiveren en instructie
kunnen geven hoe brandveilig om te
gaan met het gebouw, zodat ze zelf
ermee aan de slag gaan. Dat kunnen
wij niet. Wij kunnen de mensen alleen
maar motiveren om het gebouw
brandveilig te gebruiken. Dat kan bij
voorbeeld door gegevens voor de
brandweer in te vullen op een
aanvalskaart. Op die kaart staat be
knopte informatie die nodig is om
een snelle en veilige inzet van de
brandweer in een risicovol gebouw
mogelijk te maken.
Bedrijven waar gevaarlijke stoffen zijn
opgeslagen of worden gebruikt, moe
ten zich houden aan de bepalingen in
de vergunning. Zij moeten bijvoor
beeld weten waar die gevaarlijk stof
fen staan en in welke hoeveelheid,
zodat in geval van nood een snelle
inzet van de brandweer mogelijk is.
Daardoor kan de ellende voor het
bedrijf zelf maar ook voor de omge
ving en buurtbewoners zo beperkt
mogelijk blijven. We geven voorbeel
den uit eigen gemeente of elders uit
het land van gevallen waarin het mis
is gegaan. Daar hebben de mensen
iets aan".
Inmiddels heeft de brandweer de helft
van het aantal risicovolle gebouwen in
Soest en Soesterberg bekeken. Daar
mee zit ze op schema, want het is de
bedoeling om vóór het jaar 2000 al
les te hebben bekeken en dan alles
jaarlijks te kunnen controleren.
Voorop
Met het Prevap loopt Soest met een
aantal andere gemeenten voorop in
Nederland als het gaat om brand
preventie. Uit een onderzoek in 1993
bleek dat nog slechts 15 procent van
de gemeenten in Nederland planma
tig met brandpreventie omging. De
schatting is dat nu 30 procent van de
gemeenten beleidsmatig met brand
preventie omgaat, en daar zit Soest
uiteraard ook bij, want de brandweer
was al in het begin van de jaren ne
gentig, in samenspel met de gemeen
telijke afdelingen bezig met brand
preventie. Dat gold toen vooral
nieuwbouw en wijzigingen van gebou
wen. Het gebruik van bestaande ge
bouwen was echter nog niet geregeld.
Dat is nu dus wel het geval.
Zoals blijkt uit de tekst in het kader
tje bij het hierboven geplaatste artikel
'Kennis over gevaren bij brand ronduit
slecht' is men zich nauwelijk bewust
van de snelheid waarmee het vuur in
een woning om zich heen grijpt. Bin
nen twee tot drie minuten heeft het
vuur zich zodanig ontwikkeld en ver
spreid dat men erdoor ingesloten kan
raken.
Van Weedestraat mede het straat
beeld moet gaan bepalen.
In augustus Beginnen de herinrichtingswerkzaamheden Van Weedestraat.
Deze worden in vier fasen uitgevoerd. Vólgens planning en afspraak met de
winkeliers mioet de eerste fase medio november klaar zijn omdat dan 'het
feestseizoen' begint. In het voorjaar van 1997 begint de tweede fase met aan- (iirit construct ie
sluitend de volgende. De verwachting is volgens John Buitenhuis van de af
deling planologie en bouwen "dat we eind 1997 een heel eind zijn met de to
tale afronding".
De laatste maanden is er veel gespro
ken over de herinrichting van de Van
Weedestraat. Over de plannen die
daarvoor gemaakt zijn, is regelmatig
de mogelijkheid tot inspraak gebo
den. Uitein delijk heeft één en ander
geleid tot een definitief herinrichtings
plan dat begin deze maand door de
raadscommissie ruimtelijke ordening
is behandeld en vastgesteld.
Over het definitieve plan vertelt Bui
tenhuis dat de eerste fase die wordt
uitgevoerd het (noordelijk) gedeelte is
vanaf de spoorwegovergang tot aan
de Stadhöuderslaan; de tweede het
weggedeelte aan de andere kant tot
aan het Nassauplantsoen; de. derde
het deel vanaf de Stadhouderslaan tot
de Korte Brinkweg en tenslotte het
deel vanaf het Nassauplantsoen. De
bedoeling is dat de herinrichtings-
werkzaamheden na de bouwvak
vakantie, eind augustus, beginnen.
Alleen de nutsbedrijven (gas, water,
elektricit eit) beginnen al voor die tijd
met het ondergronds reviseren, ver
nieuwen of verwijderen van een aan
tal kabels en leidingen. Ook een deel
van de riolering in de omgeving van
het kruispunt Van Weedestraat-
Stadhouderslaan zal worden vervan
gen, zij het waarschijnlijk in een later
stadium.
Hinder
Het doorgaande verkeer en de con
sument zullen zeker hinder ondervin
den van de werkzaamheden. De weg
wordt voor een deel afgesloten voor
het doorgaande verkeer. Dat zal
oponthoud gaan geven voor met
name ook het vrachtverkeer dat
moet laden en lossen. Dit betekent
dat er enkele tijdelijke verkeersmaat
regelen genomen moeten worden,
waaronder omleidingen. De route
hiervan zal in overleg met de politie
worden vastgesteld. Hieraan zal, ook
in Op 't Hoogt, tijdig de nodige be
kendheid worden gegeven.
De bewoners worden overigens door
degenen die de werkzaamheden uit
voeren tijdig geïnformeerd over wat
er gaat gebeuren en op welk mo
ment. "Men hoeft dus niet bang te
zijn dat er opeens een grote shovel
voor de deur staat die de hele zaak
openbreekt". In geval van cala
miteiten kunnen de mensen zich in
verbinding stellen met de afdeling
wegen, grondzaken en verkeer, tele
foon 60 93 636. De medewerkers
kunnen dan de eventueel noodzake
lijke maatregelen treffen.
In het gemeentehuis kunnen belang
stellenden kennis nemen van het plan
zoals dit definitief is vastgesteld door
de raadscommissie ruimtelijke orde
ning. Er hangen ook enkele toelich
tingen bij, 'stappen' door het hele
plan heen zodat men kan zien van
hoe het geworden is. Daarbij is een
expositie ingericht die nog tot en met
begin juli te zien is. Deze geeft in vo
gelvlucht een beeld van het verloop
van de procedure tot nu toe; van de
materialen die bij de herinrichting ge
bruikt worden; er is een collage te
zien van de krantenknipsels die in de
loop van de tijd over de Van Weede
straat verschenen zijn en er staat een
prototype van het bankje dat langs de
De uitmonding van de Prins Bern-
hardlaan wordt teruggebracht tot de
breedte van een normale rijweg.
Hierdoor ontstaat meer ruimte voor
het aanleg van parkeerhavens aan de
kant van' de Prins Bernhardlaan,
Deze wordt (net als de Korte
Melmweg en'de Iindenlaan) met een
inritconstructie op de Van Weede
straat aangesloten en daaraan echt
ondergeschikt gemaakt.
Ter hoogte van Bart Smit komt een
oversteek voor het langzaam verkeer.
Hier wordt een drempel aange
bracht, zij het niet zo hoog dat deze
een belemmering vormt voor het
doorgaand verkeer. Ter hoogte van
de F.C. Kuyperstraat komt als offi
ciële oversteek voor het langzaam
verkeer wel een groot plateau te lig
gen met een behoorlijke lengte van
een meter of twaalf. Aan de koppen
ervan komt een fietsenstalling. In het
gedeelte tot de kruising met de
Stadhouderslaan-Nassauplantsoen
worden vijftien banken geplaatst. De
kruising zelf verandert niet.
Bij de supermarkt A en P komt de
volgende oversteekplaats. Vervolgens
verandert er bij de Korte Brinkweg
nogal wat. Deze weg mondt straks
uit in een pleinachtige ruimte, omge
ven door een haag. Daar wordt, naast
de bomen die er nu al zijn en die ge
handhaafd blijven -zij het zoals de
Wilhelminalinde niet allemaal op de
zelfde plek- een aantal bomen bij-
geplant. Hier komt verder een aantal
zitplaatsen met een terrasachtige aan
leg rond lunchroom Mets.
Aan de verkeersregeling zoals die nu
is blijft in de nieuwe situatie, althans
vooralsnog gehandhaafd.
Zo'n veertig vertegenwoordigers van negentien organisaties hebben eind mei
hun g,edachten laten gaan over Soest in de 21e eeuw. Het ging er daarbij om
welke actiepunten er op de milieu-agenda voor de 21e eeuw moeten komen
te staan. Misschien nog belangrijker dan deze actiepunten is de vraag wie de
actie s gaat uitvoeren en wanneer. In de dialoog met de burgers van Soesters
hoop t de gemeente tot een zogenaamde Lokale Agenda 21 voor Soest te ko
men. Zoiets gebeurt niet alleen in Soest. Op verschillende plaatsen over de
hele wereld en dus ook in Nederland worden dergelijke bijeenkomsten geor
ganiseerd.
Lokale Agenda 21 heeft alles te ma
ken met de grote milieuconferentie
van Rio de Janeiro in 1992. Toen
hebben 178 wereldleiders een pro
gramma opgesteld dat moet leiden
tot een wereldwijde duurzame ont
wikkeling. Dat wil zeggen een ontwik
keling waarin productie en consump
tie zodanig zijn, dat behoeften en
voorzieningen van toekomstige gene
raties niet in gevaar komen.
De meeste van de opgestelde actie
punten moeten dicht bij huis uitge
voerd worden: op lokaal niveau. Deze
uitvoering gebeurt niet door de ge
meente alleen. Iedereen heeft invloed
opi duurzame ontwikkeling: burgers,
bedrijven, maatschappelijke organisa
ties en de gemeente zelf.
Daarom wordt, zoals gezegd, op di
verse plaatsen in de wereld gediscus
sieerd over wat er allemaal op lokaal
niveau zou kunnen gebeuren en wie
dit kunnen uitvoeren. Soest heeft met
vier andere gemeenten in het Gewest
Eemland deze uitdaging opgepakt.
Want een heleboel zaken kan de ge
meente zelf oppakken, maar som
mige acties kunnen beter in regionaal
verband opgezet en uitgevoerd wor
den.
Ideeën voor een
duurzaam Soest
Na een korte inleiding door wethou
der R. van Logtenstein over duur
zame ontwikkeling in Soest werden
de deelnemers uitgedaagd om hun
ideeën over een duurzame gemeente
op een formulier in te vullen. De
deelnemers kwamen uit de meest uit
eenlopende groepen, variërend van
de Kamer van Koophandel via de
land- en tuinbouworganisaties naar de
fietsersbond en de Wereldwinkel. In
groepen kon ieder zijn idee toelich
ten waarna de anderen erop konden
reageren. Enkele ideeën van die
avond waren:
- stimuleren van bedrijfsvervoer-
plannen
- brede voorlichting over duurzaam
heid en kritisch consumeren
- cursus doe-het-zelf over isoleren en
ventileren
- prijsvraag: hoe 5.000 gulden
energiezuinig en leuk te besteden
- scholen en jongeren meer betrek
ken bij de plannen voor een duur
zaam Soest
- aan de slag met milieubewust leven
in de vorm van ecoteams
Hoe nu verder na
deze eerste stap?
In totaal zijn er die avond veertig
ideeën ingeleverd. Daarbij opgeteld
het aantal uit de andere Eemland-ge-
meenten, dan is er sprake van ruim
honderd ideeën. Op dit moment
worden al deze ideeën gesorteerd,
gerubriceerd en uitgewerkt in een
plan van aanpak. Dit plan moet dui
delijk maken met welke zaken de
burgers van Soest zich de komende
jaren bezig moeten houden om de
volgende eeuw duurzaam te kunnen
ingaan.
In de eerstvolgende Op 't Hoogt, in
september, zal meer over deze Soes
ter Lokale Agenda worden verteld.
Iedereen die op de voorstellen wil
reageren, wordt daartoe uitgenodigd
en iedereen die wat met de voorstel
len wil doen is van harte welkom.
Wordt dus vervolgd.
Tegenwoordig wordt het verkeer door
lopend door verkeersinstallaties ge
teld. De hierdoor verkregen gegevens
worden eens per anderhalve maand
'uitgelezen'. De wijzigingen van de
intensiteiten op de route Koningsweg-
Ossendamweg-Soesterbergsestraat
als gevolg van een omleidingsroute
zijn nog niet bekend.
Burgemeester en wethouders ant
woorden dit op de vraag van een be
woner van de Ossendamweg. Hij is
nieuwsgierig naar de gevolgen voor
de door hem genoemde wegen door
de omleidingsroute die door werk
zaamheden (aanleg rotonde) in Den
Dolder vanaf de A 28 bij Zeist naar
het industriegebied van SoeJ7:*»-aan-
gegeven.
Overigens wijzen burgemeester en
wethouders erop dat de telgegevens
met de nodige voorzichtigheid gehan
teerd moeten worden. Er zijn veel
oorzaken waardoor telcijfers van het
gemiddelde kunnen afwijken, zoals
vakanties, weersinvloeden, andere
werkzaamheden enzovoorts.