Kennis ove r gevare nbn brand is ro nduit sl echt Eerste iase iieriiir icumig is medio november klaar Brandweer stimuleert brandveilig gebruik risicovolle gebouwen Op weg naar een duurzaam Soest Werk Van Weedestraat start in augustus TT focö barinrirhtind Eerste fase afgerond van onderzoek brandveiligheid Uitvoering van preventie-activiteitenplan WOENSDAG 26 JUNI 1996 OP 'T HOOGT PAGINA 4 O •j Denk mondiaal, doe lokaal! Gevolgen verkeers- omleiding zijn nog niet bekend De kennis bij de gemiddelde inwoner van Soest over gevaren bij brand is rond uit slecht. De gevaren worden in hoge mate onderschat. Dat is de negatieve uitkomst van een door vier studenten communicatie van de Hogeschool Utrecht in opdracht van de brandweer gehouden onderzoek naar de ontvan kelijkheid van de Soester bevolking voor voorlichting over brandveiligheid. Po sitieve uitkomsten van het onderzoek zijn volgens René Moraal van de brandweer Soest dat de mensen prijs stellen op informatie van de brandweer en dat de brandweer als een serieuze en betrouwbare informatiebron wordt beschouwd. Het onderzoek over de ontvankelijk heid voor voorlichting is de eerste fase van het grote onderzoek over brandveiligheid. "Als eerste moesten wij weten of er ontvankelijkheid is: willen de mensen informatie hebben. De tweede vraag was: als zij dat wil len, wordt de brandweer dan serieus genomen? De derde belangrijke vraag had betrekking op het niveau van de voorkennis van de ondervraagden. Op de eerste vraag gaf zestig procent te kennen daarin geïnteresseerd te zijn. Dat is hoog. In Den Haag bij voorbeeld was het maar twintig pro cent. Voor het antwoord op de tweede vraag hielden de studenten een imago-image onderzoek. Het imago is hoe de Soester bevolking de brandweer ziet, het image is hoe wij onszelf als brandweer zien. Dat kwam overeen. De brandweer wordt hierdoor als een serieuze en betrouw bare voorlichtingsbron gezien", zegt Moraal. Om alvast de link te leggen naar het vervolgonderzoek, is gekeken naar het kennisniveau van de ondervraag den en welke maatregelen zij in de woning hebben getroffen om brand te voorkomen en zoveel mogelijk te be perken. Daarbij is komen vast te staan dat men (74,8 procentover het algemeen goed op de hoogte is van de maatregelen die men moet treffen; dit kennisniveau is er. Ruim de helft van de ondervraagden scoort op dit punt positief. Moraal: "Praten we echter over ken nis van de gevaren van brand, dan is het kennisniveau ronduit slecht. De gevaren bij brand worden echt on derschat. Dit betekent dus dat de mensen op de hoogte zijn van de maatregelen, maar vervolgens nalaten om die ook te treffen. Dat komt dus omdat ze de gevaren van brand te licht inschatten. Waarom zouden ze maatregelen nemen? Het valt alle maal wel mee, brand. Dat vond ik heel karakteristiek". In een reactie op deze uitkomsten zegt Moraal dat de brandweer meer dan tevreden is dat ze als serieus en betrouwbaar overkomt; ze is boven dien bevestigd in het idee dat de Soes ter bevolking informatie van de brandweer wil hebben. Overigens is ze geschrokken van het kennisniveau van de gevaren van brand. Maatregelen Elders op deze pagina staat een arti kel over het Preventie Activiteiten Plan (Prevap). Dit vormt de basis voor het behalen van een zo hoog mogelijk niveau van brandveiligheid binnen de gemeente Soest. "Wij zor gen dat een gebouw brandveilig wordt gebouwd en dat het brandveilig wordt gebruikt, met name de risicovolle bouwwerken. Die klus is bijna ge klaard. Maar wat wij merken is dat met name het kennisniveau over de gevaren van brand heel laag is. Wat wij dan ook willen in het brand- veiligheidsbeleid is dat de bevolking bewust wordt van de gevaren van brand en daarnaar gaat handelen. Pat kan bijvoorbeeld zijn het ophan gen van een rookmelder; het zo min mogelijk toepassen van brand gevaarlijke materialen; het 's nachts sluiten van deuren in de woning, om dat deuren een belangrijke brand- preventieve functie hebben; het kun nen beschikken over kleine blus middelen, en -zeker niet het minst belangrijke- het zorgen voor een ontruimingsplan voor het gezin. Niet alleen op papier, maar vooral door er met elkaar over te praten, ook met de kinderen". De ervaring die de brandweer heeft is dat het publiek zich meer van de ge varen van brand bewust is als het er voorbeelden van heeft gezien. "Wij betrekken het personeel van het zie kenhuis, verpleeghuizen en bejaar denoorden bij de instructie over de gevaren van brand. We geven die op dit moment nog door het laten zien van een Amerikaanse video. Die geeft een heel duidelijk en indringend beeld van de gevaren van brand in de woning. Daardoor worden de men sen veel meer betrokken bij de geva ren van brand", aldus Moraal. "De mensen zitten echt op het puntje van de stoel als ze die video beldjken. De reacties zijn vaak: Ik heb nooit geweten dat vuur zich zo snel ver spreidt, nooit geweten dat je zo wei nig tijd hebt om aan vuur te ontsnap pen, nooit geweten dat je geen hand voor ogen kon zien en ook nooit ge weten dat het in korte tijd zo heet wordt datje longen kunnen verbran den. Zulke reacties maken dat ze op dat moment erbij betrokken zijn en dat dit ook een geschikt moment is om over maatregelen te praten. Als je die mensen later tegenkomt, krijg je vaak reacties als: ik heb een rookmelder opgehangen thuis, of ik heb met m'n gezin doorgesproken hoe we naar buiten kunnen komen als er brand is, of we hebben zus ge daan of zo gedaan". De volgende stap is volgens Moraal "dat de brandweer nu de slag naar de burgers moet gaan maken. Het vervolgonderzoek zal er dan ook op gericht zijn meer specifiek te weten te komen over waar met name het kennisgebrek zit en op welke manier de kennis over gevaren van brand en de maatregelen daartegen vergroot kan worden. Welke manier is de beste ojmde kénnis daarover over te brengen? Daarbij wordt gedacht aan het organiseren van bijeenkomsten voor buurtbewoners van een woning waar brand is geweest. In de uitnodi ging komt bijvoorbeeld te staan dat op dat adres brand is geweest met zoveel schade en eventueel de oor- De brandweer in Nederland rukt per jaar gemiddeld 40.000 keer uit voor het daadwerkelijk be strijden van brand. In 7.500 ge vallen gaat het om brand in een woning. Totaal vallen bij brand 90 doden en 900 gewonden, waarvan ruim de helft, 50 doden en 500 gewonden, in de woning. De meeste slachtoffers vallen 's nachts. Ze worden in negentig procent van de gevallen van brand overvallen door de rook. De meeste mensen denken: ik word wel wakker van de rook, maar dat is niet zo. Het tegendeel is juist het geval: ze vallen dieper in slaap door de koolmonoxide die erin zit. Alleen al een rookmelder is in zo'n geval een belangrijk instrument om tijdig attent te worden gemaakt op brand, zodat men nog gelegen heid heeft om via de -in gezins verband besproken- vluchtweg en) de woning heelhuids te verla ten. Snelheid is absoluut noodzake lijk, want in feite is de tijd om weg te komen altijd tekort. Binnen twee tot drie minuten heeft het vuur zich zodanig ontwikkeld en verspreid dat men erdoor ingeslo ten kan raken. Bovendien ont neemt de rook nagenoeg alle zicht. Daarbij wordt er zo'n grote, hitte ontwikkeld dat het onmoge lijk is hierin langer dan enkele minuten te blijven. zaak ervan. Naar aanleiding hiervan wil de brandweer graag voorlichting geven over de gevaren van brand en over de mogelijkheden om zelf maat regelen te treffen om brand zoveel mogelijk te voorkomen". Moraal verwacht op deze manier het publiek beter te kunnen bereiken dan bijvoorbeeld door het verspreiden van een folder. "Uit het onderzoek is gebleken dat als ondersteuning van voorlichting een brochure nut heeft, maar een brochure alléén werkt niet. Hoe dan ook, we moeten elke gele genheid aangrijpen om de mensen bewust te maken van de gevaren bij brand. Dan zullen ze ook veel eerder een rookmelder aanschaffen of an dere maatregelen treffen die de kans op brand beperken". Sinds vijfjaar kent de gemeente Soest, met name de brandweer, het begrip Prevap. Dit staat voor preventie-activiteitenplan. Over het waarom van Prevap zegt René Moraal van de brandweer Soest: "We deden al jaren, misschien zelfs al een eeuw, echt aan brandpreventie. Brandpreventie is in Nederland steeds belangrijker geworden. Een paar jaar geleden stond de brandweer nog op het standpunt: we doen de dingen die we doen goed. Daar werd toen de vraag aan toegevoegd: maar doen we eigenlijk wel de juiste dingen? Met name die vraagwas heel belangrijk. Het antwoord daarop was in 1991 het Prevap". Na de inventarisatie van hetgeen er gebeurde, kwam volgens Moraal de vraag aan de orde: wat zouden we als gemeente moeten doen op gebied van preventie (voorkomen en beper ken van brand); en hoe kunnen we, als het eenmaal fout loopt, ervoor zorgen dat de schade en het leed zo gering mogelijk blijven. Daarom was het van belang prioriteiten te stellen in het kader van de brandpreventie. Aan de hand hiervan is een soort werkbegroting gemaakt. Die maakt het mogelijk jaarlijks te bekijken of het Prevap moet worden aangepast. "Als we kijken hoe het tot voor en kelejaren was, kijken we tegelijk ook naar de eerste resultaten van Prevap", zegt Moraal. "Daaruit is on der meer duidelijk geworden dat een aantal zaken die we eigenlijk niet de den binnen de gemeente, in feite heel belangrijk waren, belangrijker dan een aantal zaken die we wèl deden. Het heeft een omslag tot gevolg ge had. We zijn dingen gaan doen die we niet deden en we hebben taken afgestoten die we wel deden. Als je achteraf kijkt hoe we er in 1990/'91 voor stonden, kun je nu stellen dat het op dat moment niet goed was. Wat we deden was wel goed, maar we deden toch niet helemaal de goede dingen. Die doen we nü wel". Risicovolle gebouwen Eén van de onderdelen van het Prevap is om bestaande risicovolle gebouwen van een vergunning brand veilig gebruik te voorzien. Zo'n ver gunning in combinatie met de hand having ervan moet leiden tot een ver hoging van het risico-bewustzijn van de gebruikers. Wat risicovolle gebou wen zijn, staat omschreven in de bouwverordening. Simpel gesteld gaat het om gebouwen waar veel mensen tegelijkertijd aanwezig zijn, waar ge slapen wortdt en verzorging wordt gegeven (horecabedrijven, bejaarden en verpleeghuizen!), gebouwen waar meer dan tien kinderen jonger dan twaalf jaar of geestelijk en/of licha melijk gehandicapten dagverblijf krij gen, zoals scholen en kinderdagver blijven) en gebouwen waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen of worden ver werkt of gefabriceerd. Het is belang rijk dat de gebruikers van zo'n ge bouw, gasten of personeel, weten met welke risico's zij geconfronteerd kunnen worden door hun verblijf in dat gebouw. Dat houdt in dat ze beter weten hoe brand te voorkomen, beter weten hoe ze een eenmaal uitgebroken brand binnen de perken kunnen houden en beter weten hoe ze moe ten handelen in geval van brand. De nadruk ligt volgens Moraal met name op het handhaven van de regels op het gebied van de brandveiligheid. Daarvoor draagt de brandweer ken nis over op en geeft voorlichting en instructie aan de gebruikers. "Het gaat er daarbij vooral om de mensen aan te geven wat de gevaren van brand zijn en waar ze op moe ten letten in hun eigen gebouw. Wat zijn daar de potentiële gevaren? Hoe kun je er brand voorkomen of binnen de perken houden. En wat te doen als het toch mis gaat?". Volgens Moraal zijn er in de ge meente Soest ongeveer driehonderd risicovolle gebouwen. "We vinden het heel belangrijk daaraan te werken omdat de kans op slachtoffers daar het grootst is als er wat mis gaat. We hebben nu ruim de helft van die ge bouwen gehad. Jaarlijks komen we er terug om te controleren of aan voor waarden wordt voldaan. Wat wij ei genlijk nog belangrijker vinden is dat we dan de gebruiker van het gebouw extra kunnen motiveren en instructie kunnen geven hoe brandveilig om te gaan met het gebouw, zodat ze zelf ermee aan de slag gaan. Dat kunnen wij niet. Wij kunnen de mensen alleen maar motiveren om het gebouw brandveilig te gebruiken. Dat kan bij voorbeeld door gegevens voor de brandweer in te vullen op een aanvalskaart. Op die kaart staat be knopte informatie die nodig is om een snelle en veilige inzet van de brandweer in een risicovol gebouw mogelijk te maken. Bedrijven waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen of worden gebruikt, moe ten zich houden aan de bepalingen in de vergunning. Zij moeten bijvoor beeld weten waar die gevaarlijk stof fen staan en in welke hoeveelheid, zodat in geval van nood een snelle inzet van de brandweer mogelijk is. Daardoor kan de ellende voor het bedrijf zelf maar ook voor de omge ving en buurtbewoners zo beperkt mogelijk blijven. We geven voorbeel den uit eigen gemeente of elders uit het land van gevallen waarin het mis is gegaan. Daar hebben de mensen iets aan". Inmiddels heeft de brandweer de helft van het aantal risicovolle gebouwen in Soest en Soesterberg bekeken. Daar mee zit ze op schema, want het is de bedoeling om vóór het jaar 2000 al les te hebben bekeken en dan alles jaarlijks te kunnen controleren. Voorop Met het Prevap loopt Soest met een aantal andere gemeenten voorop in Nederland als het gaat om brand preventie. Uit een onderzoek in 1993 bleek dat nog slechts 15 procent van de gemeenten in Nederland planma tig met brandpreventie omging. De schatting is dat nu 30 procent van de gemeenten beleidsmatig met brand preventie omgaat, en daar zit Soest uiteraard ook bij, want de brandweer was al in het begin van de jaren ne gentig, in samenspel met de gemeen telijke afdelingen bezig met brand preventie. Dat gold toen vooral nieuwbouw en wijzigingen van gebou wen. Het gebruik van bestaande ge bouwen was echter nog niet geregeld. Dat is nu dus wel het geval. Zoals blijkt uit de tekst in het kader tje bij het hierboven geplaatste artikel 'Kennis over gevaren bij brand ronduit slecht' is men zich nauwelijk bewust van de snelheid waarmee het vuur in een woning om zich heen grijpt. Bin nen twee tot drie minuten heeft het vuur zich zodanig ontwikkeld en ver spreid dat men erdoor ingesloten kan raken. Van Weedestraat mede het straat beeld moet gaan bepalen. In augustus Beginnen de herinrichtingswerkzaamheden Van Weedestraat. Deze worden in vier fasen uitgevoerd. Vólgens planning en afspraak met de winkeliers mioet de eerste fase medio november klaar zijn omdat dan 'het feestseizoen' begint. In het voorjaar van 1997 begint de tweede fase met aan- (iirit construct ie sluitend de volgende. De verwachting is volgens John Buitenhuis van de af deling planologie en bouwen "dat we eind 1997 een heel eind zijn met de to tale afronding". De laatste maanden is er veel gespro ken over de herinrichting van de Van Weedestraat. Over de plannen die daarvoor gemaakt zijn, is regelmatig de mogelijkheid tot inspraak gebo den. Uitein delijk heeft één en ander geleid tot een definitief herinrichtings plan dat begin deze maand door de raadscommissie ruimtelijke ordening is behandeld en vastgesteld. Over het definitieve plan vertelt Bui tenhuis dat de eerste fase die wordt uitgevoerd het (noordelijk) gedeelte is vanaf de spoorwegovergang tot aan de Stadhöuderslaan; de tweede het weggedeelte aan de andere kant tot aan het Nassauplantsoen; de. derde het deel vanaf de Stadhouderslaan tot de Korte Brinkweg en tenslotte het deel vanaf het Nassauplantsoen. De bedoeling is dat de herinrichtings- werkzaamheden na de bouwvak vakantie, eind augustus, beginnen. Alleen de nutsbedrijven (gas, water, elektricit eit) beginnen al voor die tijd met het ondergronds reviseren, ver nieuwen of verwijderen van een aan tal kabels en leidingen. Ook een deel van de riolering in de omgeving van het kruispunt Van Weedestraat- Stadhouderslaan zal worden vervan gen, zij het waarschijnlijk in een later stadium. Hinder Het doorgaande verkeer en de con sument zullen zeker hinder ondervin den van de werkzaamheden. De weg wordt voor een deel afgesloten voor het doorgaande verkeer. Dat zal oponthoud gaan geven voor met name ook het vrachtverkeer dat moet laden en lossen. Dit betekent dat er enkele tijdelijke verkeersmaat regelen genomen moeten worden, waaronder omleidingen. De route hiervan zal in overleg met de politie worden vastgesteld. Hieraan zal, ook in Op 't Hoogt, tijdig de nodige be kendheid worden gegeven. De bewoners worden overigens door degenen die de werkzaamheden uit voeren tijdig geïnformeerd over wat er gaat gebeuren en op welk mo ment. "Men hoeft dus niet bang te zijn dat er opeens een grote shovel voor de deur staat die de hele zaak openbreekt". In geval van cala miteiten kunnen de mensen zich in verbinding stellen met de afdeling wegen, grondzaken en verkeer, tele foon 60 93 636. De medewerkers kunnen dan de eventueel noodzake lijke maatregelen treffen. In het gemeentehuis kunnen belang stellenden kennis nemen van het plan zoals dit definitief is vastgesteld door de raadscommissie ruimtelijke orde ning. Er hangen ook enkele toelich tingen bij, 'stappen' door het hele plan heen zodat men kan zien van hoe het geworden is. Daarbij is een expositie ingericht die nog tot en met begin juli te zien is. Deze geeft in vo gelvlucht een beeld van het verloop van de procedure tot nu toe; van de materialen die bij de herinrichting ge bruikt worden; er is een collage te zien van de krantenknipsels die in de loop van de tijd over de Van Weede straat verschenen zijn en er staat een prototype van het bankje dat langs de De uitmonding van de Prins Bern- hardlaan wordt teruggebracht tot de breedte van een normale rijweg. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor het aanleg van parkeerhavens aan de kant van' de Prins Bernhardlaan, Deze wordt (net als de Korte Melmweg en'de Iindenlaan) met een inritconstructie op de Van Weede straat aangesloten en daaraan echt ondergeschikt gemaakt. Ter hoogte van Bart Smit komt een oversteek voor het langzaam verkeer. Hier wordt een drempel aange bracht, zij het niet zo hoog dat deze een belemmering vormt voor het doorgaand verkeer. Ter hoogte van de F.C. Kuyperstraat komt als offi ciële oversteek voor het langzaam verkeer wel een groot plateau te lig gen met een behoorlijke lengte van een meter of twaalf. Aan de koppen ervan komt een fietsenstalling. In het gedeelte tot de kruising met de Stadhouderslaan-Nassauplantsoen worden vijftien banken geplaatst. De kruising zelf verandert niet. Bij de supermarkt A en P komt de volgende oversteekplaats. Vervolgens verandert er bij de Korte Brinkweg nogal wat. Deze weg mondt straks uit in een pleinachtige ruimte, omge ven door een haag. Daar wordt, naast de bomen die er nu al zijn en die ge handhaafd blijven -zij het zoals de Wilhelminalinde niet allemaal op de zelfde plek- een aantal bomen bij- geplant. Hier komt verder een aantal zitplaatsen met een terrasachtige aan leg rond lunchroom Mets. Aan de verkeersregeling zoals die nu is blijft in de nieuwe situatie, althans vooralsnog gehandhaafd. Zo'n veertig vertegenwoordigers van negentien organisaties hebben eind mei hun g,edachten laten gaan over Soest in de 21e eeuw. Het ging er daarbij om welke actiepunten er op de milieu-agenda voor de 21e eeuw moeten komen te staan. Misschien nog belangrijker dan deze actiepunten is de vraag wie de actie s gaat uitvoeren en wanneer. In de dialoog met de burgers van Soesters hoop t de gemeente tot een zogenaamde Lokale Agenda 21 voor Soest te ko men. Zoiets gebeurt niet alleen in Soest. Op verschillende plaatsen over de hele wereld en dus ook in Nederland worden dergelijke bijeenkomsten geor ganiseerd. Lokale Agenda 21 heeft alles te ma ken met de grote milieuconferentie van Rio de Janeiro in 1992. Toen hebben 178 wereldleiders een pro gramma opgesteld dat moet leiden tot een wereldwijde duurzame ont wikkeling. Dat wil zeggen een ontwik keling waarin productie en consump tie zodanig zijn, dat behoeften en voorzieningen van toekomstige gene raties niet in gevaar komen. De meeste van de opgestelde actie punten moeten dicht bij huis uitge voerd worden: op lokaal niveau. Deze uitvoering gebeurt niet door de ge meente alleen. Iedereen heeft invloed opi duurzame ontwikkeling: burgers, bedrijven, maatschappelijke organisa ties en de gemeente zelf. Daarom wordt, zoals gezegd, op di verse plaatsen in de wereld gediscus sieerd over wat er allemaal op lokaal niveau zou kunnen gebeuren en wie dit kunnen uitvoeren. Soest heeft met vier andere gemeenten in het Gewest Eemland deze uitdaging opgepakt. Want een heleboel zaken kan de ge meente zelf oppakken, maar som mige acties kunnen beter in regionaal verband opgezet en uitgevoerd wor den. Ideeën voor een duurzaam Soest Na een korte inleiding door wethou der R. van Logtenstein over duur zame ontwikkeling in Soest werden de deelnemers uitgedaagd om hun ideeën over een duurzame gemeente op een formulier in te vullen. De deelnemers kwamen uit de meest uit eenlopende groepen, variërend van de Kamer van Koophandel via de land- en tuinbouworganisaties naar de fietsersbond en de Wereldwinkel. In groepen kon ieder zijn idee toelich ten waarna de anderen erop konden reageren. Enkele ideeën van die avond waren: - stimuleren van bedrijfsvervoer- plannen - brede voorlichting over duurzaam heid en kritisch consumeren - cursus doe-het-zelf over isoleren en ventileren - prijsvraag: hoe 5.000 gulden energiezuinig en leuk te besteden - scholen en jongeren meer betrek ken bij de plannen voor een duur zaam Soest - aan de slag met milieubewust leven in de vorm van ecoteams Hoe nu verder na deze eerste stap? In totaal zijn er die avond veertig ideeën ingeleverd. Daarbij opgeteld het aantal uit de andere Eemland-ge- meenten, dan is er sprake van ruim honderd ideeën. Op dit moment worden al deze ideeën gesorteerd, gerubriceerd en uitgewerkt in een plan van aanpak. Dit plan moet dui delijk maken met welke zaken de burgers van Soest zich de komende jaren bezig moeten houden om de volgende eeuw duurzaam te kunnen ingaan. In de eerstvolgende Op 't Hoogt, in september, zal meer over deze Soes ter Lokale Agenda worden verteld. Iedereen die op de voorstellen wil reageren, wordt daartoe uitgenodigd en iedereen die wat met de voorstel len wil doen is van harte welkom. Wordt dus vervolgd. Tegenwoordig wordt het verkeer door lopend door verkeersinstallaties ge teld. De hierdoor verkregen gegevens worden eens per anderhalve maand 'uitgelezen'. De wijzigingen van de intensiteiten op de route Koningsweg- Ossendamweg-Soesterbergsestraat als gevolg van een omleidingsroute zijn nog niet bekend. Burgemeester en wethouders ant woorden dit op de vraag van een be woner van de Ossendamweg. Hij is nieuwsgierig naar de gevolgen voor de door hem genoemde wegen door de omleidingsroute die door werk zaamheden (aanleg rotonde) in Den Dolder vanaf de A 28 bij Zeist naar het industriegebied van SoeJ7:*»-aan- gegeven. Overigens wijzen burgemeester en wethouders erop dat de telgegevens met de nodige voorzichtigheid gehan teerd moeten worden. Er zijn veel oorzaken waardoor telcijfers van het gemiddelde kunnen afwijken, zoals vakanties, weersinvloeden, andere werkzaamheden enzovoorts.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1996 | | pagina 32