(97): 'Soest was vroeger een prachtig villadorp' 6 J zelfstandig schilder kleur aan gemeente voorpaginanieuws q/7 (ï1k\ "Ik héb een onbezorgde oude dag" k verdiende 38 ntper uur. ree cent meer dan t normale loon" "De Soester Courant lees ik nog steeds van A tot Z. Het is een goede krant" Van Dorresteijn: veelvoorkomende naam in Soest "Er was veel armoede, maar iedereen hielp elkaar. Dat was vanzelfsprekend" "Ik zat bij Wiersma, de kapperaan de Torenstraat, en die begon over een zangkoor. Toen hebben we Apollo opgericht" ilijki-tijde 1977-1983 om molenaar PAGINA 28 ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1997 PAGINA 29 hem liggen. Niet voor niets komt een aantal van zijn zeven zonen (hij kreeg ook twee dochters, veertien klein- en twaalf achter- kleinkinderen) vrijwel elke zon dagmiddag naar dienstencentrum Honsbergen, waar Van Dorreste- ijn al ruim twintig jaar met genoe gen woont. Om te luisteren naar de verhalen van weleer. Om de si garenrook op te snuiven en vooral om te lachen. "De levensomstan digheden zijn nu natuurlijk veel beter, ik heb een onbezorgde oude dag, zegt Van Dorresteijn. Hij plukt nu de vruchten van de lessen die hij als jongeling-volgde op de tekenschool van Alders. De muren van zijn woonkamer han gen vol met zelfgemaakte schilde rijen en tekeningen van onder meer de Petrus- en Pauluskerk en de Kerkebuurt. emeester Grothestraat, it om het pensioen van ar nu Van Rouwendaal Van Dorresteijn heeft zijn tje bijgedragen aan de stede- kundige ontwikkelingen van geboorteplaats. Kort na het, sken van de Eerste Wereld- 'g - waarin Nederland het le-1 nobiliseerde, maar neutraaljj - trad hij als schilder in >t van Piet Butzelaar, de va-H 'an Wim de kapper. Daarna te hij ook een poosje voorl t Kaats, bij wie hij 38 centfl ïur verdiende. Twee cent bo-l iet normale loon en aanzien-1 neer dan de rijksdaalder diel srder incasseerde toen hij als ;ht van bakker Kalleveen zijn ji id verdiende. De secundaire S idsomstandigheden bij de eer waren niet slecht, want via liddeling van pastor Reimers, toen een grote invloed had op mensen en de samenleving,! Van Dorresteijn in de kost bij eerste werkgever. En zo sliep I a het pand aan het Kerkplein j r vandaag de dag de laatste I klanten één, soms twee uur na middernacht de deur van café bar De Kuil achter zich dichttrekken. In zijn tijd stond Van Dorresteijn juist rond die tijd op. Om ze bruin te bakken, met een volle mand de klanten te bezoeken en om 's mid dags om een uur of twee weer on der zeil te gaan. Maar het schildersvak boeide hem meer. Tijdens het leerproces maakte hij zelfs de overstap naar schildersbedrijf Hafkamp in Hil versum, waarvoor hij de ene na de andere luxe, Gooise villa met zijn kwast beroerde. Toen hij het vak onder de knie had, begon hij in 1925 onder zijn eigen naam een zelfstandig schildersbedrijf. Al gauw werd zijn vroegere baas Piet Butzelaar, die het zelf niet meer kon rooien, één van zijn werkne- was dus drie jaar nadat de jerste Soester Courant de pers 1 verlaten. 'Ons kent ons' was oen nog van toepassing op Soest, jvaar net de tienduizendste inwo ner was geregistreerd, en dus ken- Van Dorresteijn ook Gijsber- tas Johannes (Gijs) Smit, de jrondlehger en oprichter van de Soester Courant. "Zijn vader was koetsier en weer de zoon van de uinbaas van het Oranje Hotel. Ik niet veel contact met Gijs Smit, maar weet nog dat hij ken- pis kreeg met Aal (Aleida) Bos boom,zegt Van Dorresteijn die Van Dorresteijn is in Soest een veelvoorkomende naam, al generaties lang. In de tele foongids van PTT Telecom staat de naam, inclusief die van gelijknamige bedrijven, onder Soest tenminste <59 keer vermeid en ónder Soesterberg zesmaal. Niet iedereen is familie van elkaar. In de PTT-gids wordt de achternaam zelfs op vier verschillende manieren ge schreven: Van Dorrestein, Van Dorrestijn, Van Dorres- teya, Van Dorresteijn. Daar naast wonen in Soest ook nog mensen die luisteren naar Dorrestein, Dorrestijn, Dor restein en Dorresteijn. Koploper zijn de Van Dorres- teijns, of hoe je denaam ook wilt/moet schrijven, echter niet. De eerste plaats in Soest is weggelegd voor, hoe kan het ook anders, HÉhorst (92 keer). Lange rijen zijn ook te vinden van Jansen, Kok, (Van) Dijk en (Van de Broek. Typisch Breemer en Van den Deijssel (Dijssel), komen minder vaak in de telefoongids voor. al tientallen jaren abonnee is. "Ik lees 'em nog steeds van A tot Z, het is een goede krant." Het werd de kersverse onderne mer niet gemakkelijk gemaakt. Toen hij zijn bedrijf had opge bouwd en naamsbekendheid kreeg, braken de crisisjaren aan. "Toen viel het niet mee. Je had veel zorgen met al die kinderen. Omdat ik goed werk leverde, kwam ik in aanmerking voor op drachten, maar tegen afbraakprij- zen. Na de oorlog was ik de baas. Ik doe het tegen die prijs, anders zoek je maar een ander, zei ik al tijd. En als één van de weinigen had ik voldoende verf. Tijdens de oorlog ging ik mijn leveranciers af. Ik vertelde ze dat ik na de oor log niet bij hen zou terugkomen als ze me niets meegaven en op die manier heb ik een aardige voorraad kunnen aanleggen," al dus de kleurrijke Soester over de zwarte jaren. "Veel mensen dronken hun ver driet: weg. En je had er overal uit spanningen voor. Naast de cafés die er waren, hadden veel mensen een uitspanning aan huis. Zij ver kochten ook een borrel, al moest die in een afgesloten fles zitten. Naast ons deed bakker Van Tie nen het ook. Er was veel armoe de, maar iedereen kende en hielp elkaar. D'r is er geen één van de honger gestorven. Vlees was geen probleem, de meeste mensen mestten een varken, zodat ze het hele jaar vlees in de kuip hadden. Als er 's winters geen werk en dus geen geld was, kwamen de melk boer en de bakker toch langs. Ze gaven de mensen toch wat. Elke zaterdag ging ik er zelf op uit. Om m'n geld te halen bij de mensen, maar ze hadden het gewoonweg niet. Later, na de oorlog kwamen sommigen wel naar me toe. Dan vroegen ze wat ze me schuldig waren en dan zei ik: zeg het maar." "Iedereen was behulpzaam, dat was vanzelfsprekend. De turfste kers in het Soesterveen waren arm, vooral als ze in een strenge winter niet konden werken. Maar er was altijd hulp. M'n tante Rijk je kreeg zusters van het klooster op bezoek en die vertelden dan hoe slecht sommige kinderen het hadden. Ze mochten altijd wat meenemen voor de armen. Tus sen de middag gaf tante Rijkje ook eten aan de zwervers. Dan schilde ze een emmer vol aardap pelen. Ome Hannes zei altijd: Rijkje, is dat wel nodig? Ja, zei Rijkje dan, dat is nodig, je ziet toch dat ze niets te eten hebben." Je kon altijd bij iemand terecht. Als iemand in huis roodvonk had, moest je de deur uit, maar je werd meteen door anderen opgevan gen. Ook in de oorlogsjaren kon je bij andere mensen eten als dat nodig was." Van Dorresteijn, die inmiddels was verhuisd naar een woning achter station Soestdijk aan de Spoorstraat, kreeg tijdens de be zetting ook veel volk over de De Koren weg heefteen beschei den en onopvallend straatnaam bord. vloer. "Om de een of andere re den hadden ze vergeten bij ons de stroom af te sluiten. We hebben dat voor de Duitsers geheim kun nen houden. Maar iedereen kwam naar ons toe. De een om zijn accu te laden, de brillenmaker om zijn brillen te maken en de ander om zijn haar te krullen." Na de bevrijding wisten ze Van Dorresteijn ook te vinden, omdat hij genoeg verf in voorraad had. Naar aanleiding van een adverten tie in het schildersblad ging hij met zijn oudste zoon Hans naar Blerick, waar hij zestig woningen zou schilderen en via een pater (die ze in de trein hadden ont moet) in de kost waren gekomen bij een schoonmoeder van een plaatselijke slager. Eindelijk kon schildersbedrijf Van Dorresteijn weer geld gaan verdienen. De eer ste na-oorlogse opdracht in Soest betrof het schilderswerk van de klaslokalen van de Bonifacius- school, die door de bezetters en later door de geallieerden was ge bruikt. De Bonifaciusschool was Van Dorresteijn al eerder tegengeko men op zijn levenspad. Harry Horvers, een man van gezag, maar tevens populair, was er meester. Horvers had les gehad op een fraterschool in het zuiden en had daarmee een van de best denkbare opleidingen genoten. Als hoofdonderwijzer verdiende hij veertig gulden per maand; het dirigentschap van het koor van de Petrus en Pauluskerk, dat hij op aandringen van pastoor Reimers op zich had genomen, leverde nog eens honderd gulden per jaar op. In de jaren twintig schreef Hor- vers onder het pseudoniem 'Dixie' geregeld een column in de Soes ter Courant. Hij was actief in het symfoniegezelschap en de toneel vereniging, die Soest toen nog rijk was. En Horvers was organist, muziekleraar én schoonvader van Adrianus Johannes. "Z'n enige dochter, Jeanne, pikte ik in. Mijn schoonmoeder was weer de dochter van Schoppen houwer, een rijke man die naar Soest HUÜ vu. te worden in de molen op de hoek van de Soesterbergsestraat en de Kerkstraat. Ik ben zelf ook lid geworden van het kerkkoor, het symfoniegezelschap en de to neelvereniging. Mijn schoonvader schreef veel liedjes. Een tekst van hem is gebruikt in de Ballade van Soest dat Apollo pasgeleden heeft uitgevoerd ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan. Ik ben één van de oprichters .van Apollo. Ik zat bij Wiersma, de kapper aan de Torenstraat, en die begon over een zangkoor. Toen hebben we Apollo opgericht, maar ik ben er snel mee opgehouden. De pastoor vond het eigenlijk niet goed, om dat - het geen roomskatholiek, maar algemeen koor was en ik had ook teveel hooi op mijn vork genomen, omdat ik al van zo veel verenigingen lid was. Ik speelde eens de hoofdrol in Willem Teil. De mensen kwamen van heinde en verre. Kwam ineens de moeder van het jongetje, bij wie ik de ap pel van zijn hoofd moest schieten, naar me toe om te zeggen dat het veel te gevaarlijk was. Ze wist niet dat we daar een trucje voor had den." Van Dorresteijn kan er nog sma kelijk om lachen. Ondanks de moeilijke crisisjaren en de nare oorlogstijd kijkt hij met plezier terug op de 97 jaren die achter Een enkele keer, zoals de dag waarop hij bij de Korenweg op de foto moet om dit verhaal te illus treren, rijdt hij met zijn zoon door Soest. Hij vindt Soest nog steeds mooi en knikt goedkeurend als hij ziet hoe de winkelstraat wordt heringericht. Schuin tegenover zijn ouderlijke woning ziet hij de fundamenten voor de nieuwe Al- bert Heijn-vestiging aan de Bur gemeester Grothestraat. "Ik weet nog dat Appie met de kar vanuit Baarn naar Soest kwam. Later zijn ze in een oud herenhuis op de F.C. Kuyperstraat gaan zitten. Dat hebben wij ook geschilderd. Dat was best gevaarlijk, want je moest de ladder op de straat zet ten en de F.C. Kuyperstraat was toen nog de doorgaande weg naar Baarn."

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1997 | | pagina 29