Oud-verloskundige Christel Fugers-Mineur:
Getuige-van-de-tijd over
i 'lil
Voorpaginanieuws
endftz*inde j 'ssS.
"Om twaalf uur
klonk de 'tuut
van Kuijer' en
dan ging geliik
de school uit"
"Eerst ging je
naar de kerk en
pas op de
speelplaats
kon je je
brood opeten"
'"s Winters aten
we Soester
knollen. O, wat
waren die sappig"
7ATFRDAG 30 AUGUSTUS 1997
PAGINA 36
li
j
'ijl
Een van de getuigen-van-de-tijd die wij in
deze speciale jubileumkrant graag aan het
.woord laten over de jaren twintig in Soest - de
periode waarin de Soester Courant voor het
eerst verscheen - is mevrouw Christel Fugers-
Mineur. Vooral de wat oudere Soesters zul
len zich haar herinneren als mevrouw Fugers,
de verloskundige (of "vroedvrouw", zoals
destijds werd gezegd).
Ze kwam op 9-jarige leeftijd uit Amsterdam
naar Soest en woonde een paar jaar aan de
Sophialaan, tot het gezin Mineur enige jaren
later naar Oisterwijk vertrok. Ze was toen 14
Jaar.
In 1928 kwam ons gezin vanuit
Amsterdam in Soestdijk wonen.
Voor kinderen was het hier echt
een paradijs. Wij kwamen op de
Sophialaan te wonen en daar JjS,
vlakbij was de houtwerf van Teus
Butzelaar. Lange bomen lagen
daar opgestapeld. Paarden trok
ken een sleperswagen voort en
mannen heten de bomen eraf rol
len. Wij sprongen met een pols
stok van de ene stapel naar de
-'ïandere.
Achter op de werf was een lange
slee, waarop de bomen lagen om
tot planken gezaagd te worden.
Wij gingen dan op de slee zitten,
die heel langzaam naar de zaag
gleed. Een oude man joeg ons er
bijtijds af, maar toch probeerden
wij het steeds weer. Er was daar
ook een hooiberg waar we in
klommen: heerlijk spelen in dat
geurende hooi. Best gevaarlijk om
eruit te vallen, maar als kind zie
je geen gevaar.
Je kon toen ook midden op straat
slaghout spelen. Er stonden in die
tijd veel huizen leeg en wij struin
den door de tuinen dat het een
lust was. Ook waren er tussen de
huizen in vaak open stukken waar
je heel fijn kon spelen. In de zo
mer groeide er gras en kon je
bloemen plukken. We speelden in
die tijd vaak bij huizen in aan-
Als jong meisje had ze vanaf dat moment ei
genlijk twee hartewensen: teruggaan naar
Soest - "Soest was voor mij een soort eerste
liefde; ik was een echt buitenkind en heb hier
ontzettend genoten" - én verloskundige wor
den.
Beide wensen werden vervuld: in 1946 keer
de ze, met het verloskundigendiploma op
zak, terug naar Soest, waar ze in een periode
van meer dan twaalf jaar honderden kinde
ren "op de wereld zette". Omstreeks 1960
droeg ze haar praktijk over aan haar zuster,
de verloskundige mevrouw Alexander-Mi-
neur.
- Het gezin Mineur voor de woning aan de Sophia
laan. Op deze foto uit de jaren twintig zit de latere
verloskundige rechts op het hek.
De inmiddels 78-jarige mevrouw Christel Fugers-
Mineur nam onlangs nog een kijkje bij haar ouder
lijke woning. Ze woont nu elders in Soest.
bouw. We sprongen daarbij eens
over een put, die gevuld was met
een witte klei. Een buurman
(es J>c*e«
KA
JCUIAAJCH
OEHAVEf^
Ö4000 «scss»
139
1992-1997
kwam ons waarschuwen. Het
bleek ongebluste kalk te zijn!
In die tijd werd ook het Soester
Natuurbad geopend. Met het hele
gezin gingen we erheen, Pa met
de kleine jongen van 6 jaar aan de
ene kant en Ma met de drie meis
jes aan de andere kant. Zo hoor
de dat vroeger.
De Mariaschool bestond in die
tijd 12V2 jaar. Groot feest natuur
lijk. Wij leerden van juffrouw
Orth een versje. Ik ken het nog uit
m'n hoofd:
"Begin de dag met God en in de
kerk;
Wees altijd prompt op tijd en
aan uw werk;
Let steeds goed op en luister
naar elk woord;
Wees netjes en beleefd zoals 't
op school behoort;
En zorg dat niet een slecht rap
port
't Plezier van uw vacantie
stoort."
"Ik had er geen tijd meer voor, omdat ik in
die jaren zelf zoveel kinderen achter elkaar
kreeg. Ik viel nog wel eens voor mijn zuster
in, toen ons jongste kind naar school ging.
Daarna heb ik nog zeven jaar in de kraam ge
werkt. Het ging me echt aan het hart dat ik
ermee moest ophouden, maar ik heb door
mijn werk heel veel mensen in Soest leren
kennen, en met velen heb ik nog regelmatig
contact."
Mevrouw Fugers schreef op ons verzoek haar
herinneringen op aan de tijd dat ze als jong
meisje in Soestdijk woonde. Hier volgt haar
relaas.
schoolplein kwam. Wat was je
rijk als je een touw mocht kopen
als het weer springtijd was! We
konden altijd tollen, knikkeren
en touwtjespringen. Om twaalf
uur klonk de "tuut van Kuijer",
de wasserij, en dan ging gelijk de
school uit.
Een schoolreisje, daar moest je
op school behoorlijk lang voor
sparen. Uiteindelijk had je dan
toch drie gulden bij elkaar, en
dan mocht je de hele dag mee uit
en kreeg je nog een maaltijd on
derweg en later, op de koop toe,
een groepsfoto.
De kinderen droegen in de week
dikwijls een alpientje, en de meis
jes op school een wit schortje
over hun jurk. Toen ik pas op de
Mariaschool was had ik 's zomers
vaak een katoenen jurkje aan,
soms van mijn grote zus. Ik her
inner me nog een meisje dat zei:
"Nou heb dat dirretje aalweer een
aandere jurk an...!"
Iets verderop was een fietsenma
ker die voor één dubbeltje je
band plakte. En dan op de Em-
malaan die aardige kleermaker -
Sukkel heette hij - die altijd zo
vriendelijk groette. Zijn huisje
staat er nog, halverwege de Em-
malaan, met een rieten dak.
Dan denk ik ineens ook aan me
neer Pieper, het hoofd van de
school. Zijn vrouw werd altijd
"Moesje" Pieper genoemd. Ze
hadden een flink gezin en als
Moesje druk was werd het klein
ste kindje in onze klas gezet, bij
juffrouw Orth. Die had de vier-
de en de vijfde klas. Als vier t
hardop lezen had moest vijf pr0'
beren sommen te maken. Ook
was er een Duits neefje in onze
klas, die van tante Mies Engelse
les kreeg. Zijn familie ging naar
Amerika emigreren. Wij leerden
dus van alles door elkaar.
de
kerk en pas op de speelplaats kon
je je brood opeten. Er was een
werkster voor de school - vrouw
Stolwijk - en ook een stoker, die
voor de kachels zorgde. Voorin
de klas stond een grote kachel
met een lange pijp. De kachels
werden geregeld gevuld met eier
kolen vanuit de kelder.
In de school waren klompenbak-
ken onder de kapstokken. Veel
kinderen moesten heel ver lopen
om de school te bereiken, vooral
de meisjes Visser van de Biltse-
weg. Maar eerst ging je naar de
Op de speelplaats was een over
kapt gedeelte met lage bankjes,
waar je mocht zitten als het onder
het speelkwartier regende. De
meisjes hadden hun eigen plekje
op de speelplaats, gelukkig met
een muur waar we met drie bal
len konden ballen.
Knikkeren deden we in een putje
dat we met onze handen maakten.
De stoepen waren niet betegeld,
maar van aangestampte aarde!
Wij speelden met pottebakkers-
kmkkers, die we kochten bij
Mientje Dorresteijn aan de Bur
gemeester Grothestraat. Ze had
een winkeltje in dat mooie witte
huisje dat pas is afgebroken. Ze
verkocht ook peterolie, de hele
winkel rook ernaar, en zware ijze
ren pannen. De knikkers verkocht
ze ook vanuit zo'n pan. Ook mooi
springtouw had ze. Een feest als
je met zo'n nieuw wit touw op het
We gingen vaak fietsen over
Eng, tussen de korenvelden, en 5
winters aten we Soester knollen'
O, wat waren die sappig. Met je
tanden haalde je het blauwe vel
eraf, dan smaakten ze pas lekker.
Op de Koninginnelaan was een
smid, Bosboom, die ook paarden
kon beslaan. Hij had een soort
houten poort waar het paard in
ging, dan kon het beest niet t£'
genspartelen als het hoefijzer er
onder ging. In de smidse was een
groot vuur en een blaasbalg. Jon
gens, wat viel er veel te beleven
in Soest!
Ik ging er graag kijken, ook onr-
dat ik daar een vriendinnetje had.