meur:
'Voor kinderen was het hier een paradijs'
e-tijd over
Soest in de jaren twintig
Winters aten
Soester
>llen. O, wat
en die sappig"
jn vriendin
had ook een fiets,
maarzij had er
ook nog een
carbidlamp op"
"Iedere zaterdag
ging ik
collecteren voor
Het Mosterdzaadje"
Meningen van lezers
Voorpaginanieuws
A/leningen van lezers
rafRS
PAGINA 36
voor, omdat ik in
eren achter elkaar
is voor mijn zuster
naar school ging.
jaar in de kraam ge-
lan het hart dat ik
maar ik heb door
»en in Soest leren
3 ik nog regelmatig
op ons verzoek haar
tijd dat ze als jong
ide. Hier volgt haar
lein kwam. Wat was je
e een touw mocht kopen
weer springtijd was! We
altijd tollen, knikkeren
tjespringen. Om twaalf
ik de "tuut van Kuijer", t
erij, en dan ging gelijk de
lit.
loolreisje, daar moest je
»ol behoorlijk lang voor
Uiteindelijk had je dan
ie gulden bij elkaar, en
:ht je de hele dag mee uit
g je nog een maaltijd on-
en later, op de koop toe,
epsfoto.
leren droegen in de week
een alpientje, en de meis-
school een wit schortje
n jurk. Toen ik pas op de
hooi was had ik 's zomers
;n katoenen jurkje aan,
in mijn grote zus. Ik her-
1e nog een meisje dat zei.
ïb dat dirretje aalweer een
jurk an...!"
derop was een fietsenma-
voor één dubbeltje je
lakte. En dan op de Eni"
die aardige kleermaker -
heette hij - die altijd zo
lijk groette. Zijn huisje
nog, halverwege de Eni-
met een rieten dak.
nk ik ineens ook aan me
ieper, het hoofd van de
Zijn vrouw werd altijd
e" Pieper genoemd. Ze
i een flink gezin en als
druk was werd het klein-
dje in onze klas gezet, bij
w Orth. Die had de vier
de vijfde klas. Als vier
lezen had moest vijf Pr0'
sommen te maken. D°
een Duits neefje in onze
ie van tante Mies Engelse
eg. Zijn familie ging naar
ka emigreren. Wij leerden
tl alles door elkaar,
ïgen vaak fietsen over de
issen de korenvelden, en s
aten we Soester knollen-
waren die sappig- Met je
i haalde je het blauwe vei
in smaakten ze pas lekker.
Koninginnelaan was een
Bosboom, die ook paaide
:slaan. Hij had een soon
poort waar het paard
lan kon het beest niet te-
irtelen als het hoefijzer e
ging. In de smidse was ee
tuur en een blaasbalg. J°
rat viel er veel te beleve
st!
er graag kijken, ook o®
daar een vriendinnetje ha
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1997
PAGINA 37
Zij kwam uit een groot gezin;, met
z'n allen woonden ze in een klein
huisje, met een houten plee aan
het eind van de gang, een kleine
keuken binnen en een bijkeuken
in de schuur. Daar stonden de
peteroliestellen en werden door
de grote kinderen hele rijen
schoentjes gepoetst. Ondanks de
kleine ruimte heb ik er toch wel
eens mogen slapen, 's Morgens
gingen er stapels brood mee om
na de kerk op de speelplaats op te
eten.
Als je in die tijd je vriendinnetje
ging ophalen kwam je niet verder
dan de keukendeur. Je moest al
tijd netjes buiten wachten. Ik had
ook een vriendinnetje waar ze
thuis een pension hadden. Er wa
ren vaak "verlofgasten", zoals dat
toen heette, uit Indië. Ze kwamen
daar met baboe en al een tijdje
wonen. En dan te bedenken dat er
geen badkamer was en maar één
toilet beneden. Maar alles ging
daar even gemoedelijk. De bewo
ners trokken zolang naar de zol
der. Die mensen moesten keihard
werken, maar iedereen had een
taak. Het huis was soms tot de
nok toe gevuld. Letterlijk, want
op een klein zolderkamertje
woonde ook nog eens een "vaste
gast", een zonderling.
De was werd in de schuur gedaan.
Water werd heet gemaakt op
oliestellen. Gedroogd werd de
was aan lange lijnen bij een fami
lie die ook pension hield. Zware
zinken teilen, boordevol lakens
van de gasten, moesten huizen ver
gedragen worden. Toch was er
nooit een haastige stemming in
dat huis. Het was er gezellig en
zelfs in het hoogseizoen mocht ik
er wel eens een nachtje slapen op
de overbezette zolder.
Mijn eerste fiets was van een tan
te die verhuizen ging. Ik kon nog
niet bij het zadel en moest staan
de fietsen (wat me nog een gebro
ken tand kostte), maar ik was dol
blij met m'n nieuwe fiets. Mijn
vriendin had ook een fiets, maar
zij had er ook nog een carbidlamp
op. Dat stonk wel een beetje,
maar ik was bar jaloers dat zij een
lamp had. Straatverlichting was er
nauwelijks en om half één 's
nachts ging alles uit.
Wij gingen ook op gymnastiekles
in de Mariaschool. Ons uniform
bestond uit een zwarte directoire,
een zwarte satinette rok en een
witte tricot bloes met lange mou
wen. Ik herinner me een wedstrijd
waarbij de hele club op de fiets
naar Hilversum ging. Daar aange
komen moesten we meteen een
oefening aan de ringen doen.
Maar de fut was eruit en we won
nen helaas geen prijs.
Thuis hadden we een moeilijke
tijd. De kruidenier, Gerth, kwam
één keer per week "het boekje"
ophalen. De dag daarna werd ai-
les dan bezorgd. Mijn moeder be
stelde op een gegeven moment
steeds minder, maar onze kruide
nier was het daar niet mee eens.
Hij bleef doorgaan en toen we
gingen verhuizen waren we hem
nog 300 gulden schuldig. Toen
het ons weer wat beter ging is dat
met tien gulden per maand per
postwissel afbetaald.
Ik had ook eens nieuwe schoenen
nodig. Bij de Bata kostten die drie
gulden, maar de zooltjes waren zó
dun, ik voelde ieder steentje.
De jonge Christel Mineur (rechts) met twee vriendinnen.
Daarom hield ik ze maar voor de
zondag.
's Zondags gingen we natuurlijk
naar de kerk, waar iedereen zo z'n
vaste plaats had. Ef zat in die tijd
een moeder voor ons met drie
kleine meisjes. Iedereen droeg
toen een hoedje, zij dus ook. Maar
de hoedjes waren eigenlijk te
groot. Geen nood: Moeder knip
te er aan de achterkant een stuk
je uit en naaide alles weer aan el
kaar, en klaas was Kees.
Iedere zaterdag ging ik collecteren
voor Het Mosterdzaadje. Ik had
zo mijn vaste wijk. De cent werd
vaak door het ruitje in de deur
gegeven en ik ruik in gedachten
nog al die verschillende huislucht
jes die dan naar buiten zweefden.
Het collectebusje moest je halen
op de pastorie. Ik droeg eens een
jurk met te korte mouwen. "Denk
eraan, de volgende keer mouwtjes
in je jurk," zei de huishoudster.
Net voor de Kerst was ik jarig,
dus alles wat in die tijd in huis
kwam was natuurlijk een cadeau
tje voor mij: een piek op de kerst
boom, beeldjes in de stal. Ik voel
de me dagenlang in feeststem
ming.
Omdat wij "buiten" woonden kre
gen we 's zomers ook vaak logés.
Wij mochten als kinderen dan op
de grond slapen, in een diepe kast
onder de zoldertrap. Bij de buren
achter ons huis woonde ook een
groot gezin. De moeder was altijd
te vinden in de keuken. In de bo-
nentijd werd er geweckt. De vader
had planken getimmerd in de kel
der, maar niet zo stevig, bleek
achteraf. Toen de laatste fles ge
plaatst werd klonk er een oorver
dovend geluid. De plank had aan
één kant losgelaten. Wij hoorden
het bij ons binnen kletteren!
De visboer uit Spakenburg kwam
regelmatig aan de deur. Op de
fiets had hij een mand met vis. Hij
maakte alles schoon op een plank
die hij over de mand legde. In de
tijd van de nieuwe haring kwam
hij al vroeg langs en riep dan over
de weg: "Nieuwe haring!" Over
eten gesproken: Dichtbij het pa
leis stond iedere dag de kar van
Van Zuylen, waar ze Berliner
bollen verkochten, 's Zondags
werd daar veel gewandeld, vanaf
Nieuwerhoek tot de Oranjeboom.
Hele gezinnen zag je dan slente-
We hadden in Soest natuurlijk
ook een veldwachter. Hij woonde
op de Anna Paulownalaan en je
zag hem meestal rustig door Soest
fietsen, hij had niet veel te doen.
En in de Kerkebuurt, in het oude
raadhuis achter de pomp, woon
de juffrouw v.d. Werf, de vroed
vrouw. Zij vertelde dat ze vroeger
met de hondenkar naar bevallin
gen ging...
Ach ja, alle mensen kenden el
kaar in die tijd. Het leven is sinds-;
dien zo anders geworden. Maat
gelukkig heeft iedereen het veel
beter gekregen. En aan de druk
te en het rumoer zijn we langza
merhand ook gewend geraakt.
Die goeie ouwe tijd - maar was
die echt wel zo goed...?
Meningen van lezers...
Meningen van lezers.
Ik verzoek u
wekelijks een
rubriek Kunst-agenda'
op te nemen, waarin de
tentoonstellingen in de
musea in Soest en omlig
gende plaatsen wordt ver
meld. Alleen de offi
ciële musea, niet de
vele galeries•.'L
"Door mijn
werkkring ben ik
redelijk goed op de
hoogte van wat er zich in
Soest afspeelt. Die infor
matie vind ik duidelijk be
schreven in mijn courant
terug. Ik vertrouw erop
dat andere zaken op
dezelfde manier zijn
beschreven. Ga
zo door.1
In de Soester Courant
word je geborenkun je
eten en sporten, kopen en
wonen en ga je dood!
Onmisbaar dus voor
elke Soester!"
Paul Schneider,
lezer
J. de Leede, lezer
A/leningen van lezers
R. Meinema,
rayonchef Soest
politie Eemland noord
Meningen van lezers.
75 Jaar Soester
Courant betekent
75 jaar een bijdrage
leveren aan lokale
opinievorming en tevens
een belangrijke informatie
bron zijn op het gebied
van gemeentelijke
politiek.
"Op donderdag
komt de Soester
Courant bij ons in
de bus. Daar kijken wij
naar uit, want er staat ook
nieuws uit Soes ter berg
in en daar komen wij
al veertig jaar in
de vakantie1
"Iedere woensdag kijk
ik uit naar de Soester
Courant en lees ik graag
al het nieuws wat er van
Soest in te lezen staat.
van deze
i 1991L
'TtT* iOrI v»n<*<»"LlljüSïïi
Ben van Os,
voorlichtings
ambtenaar Soest"
mw. J. van de Heijden
(Den Haag)
1997-h eden
Thea Pater, huisvrouw