tal weeskinderen, die daarin geplaatst moes
ten worden, talrijk genoeg is.
Dit verschijnsel is daaraan te wijten, dat
in 1863 de hoofdonderwijzer van het Ge
sticht naar elders is vertrokken, en de
fondsen van het Gesticht niet toereikende
waren onr een ander in zijne plaats te stel
len en in het Gesticht te doen wonen, De
kinderen mochten echter niet van onder
wijs verstoken blijven, en wij roemen de
pogingen der Regenten en Regentessen om
daarin te voorzien. Echter niet de wijze
en nog veel minder het doen voortduren
van den veranderden toestand. In 1863
toch werden de kinderen tijdelijk opgeno
men op de Openbare Armenschool met
kosteloos onderrigt. Als tij del ijken maat
regel kunnen wij dit billijken. De Open
bare Armenschool stond, en staat nog,
onder leiding van een uitmuntend hoofd
onderwijzer de localiteit isvooral in den
laatsten tijd, aanmerkelijk verbeterd; het
onderwijs laat over het algemeen niets te
wensehen over; maar toch blijft zij
steeds eene Armenschool, dat is, eene
schoolwaar kinderen komen uit de ge
ringste en onbeschaafdste klasse des volks,
die na schooltijd weder tot die omgeving
terugkeeren. Niet alzoo de weezen. Want
al mogen die ook uit diezelfde klasse ko
men, zij keeren na schooltijd er niet heen
terugzij gaan weêr naar die welgeordende
inrigting, waarover personen uit den be-
schaafdsten stand het toezigt uitoefenen
en waar de suppoosten, voor wie zedelijk
heid en beschaving eerste vereischten zijn,
voor de kinderen de plaats van goede ou
ders vervullen, ja door hen Vader" en
sMoeder" worden genoemd.
Kan het dan anders, of in die school
uren wordt weder in dubbele mate uitge
roeid wat met zooveel moeite in het Ge
sticht den kinderen wordt ingeprenthoe
gunstig zij zich ook op de school mogen
onderscheiden? Niet het onderwijs, maar
de dagelijksche omgang met de andere kin
deren op de Armenschool; juist op een
leeftijd, waarop zij het meest vatbaar zijn
indrukken van allerlei aard te ontvangen,
vooral indrukken die nabijkomen aan hunne
eerste opvoeding moet nadeelig op de
beschaving der weeskinderen werken. Als
overgangsperiode moge de maatregel goed,
ofschoon niet gelukkig gekozen zijn, im
mers achten wij uit bovenstaand oogpunt
eene plaatsing op de Openbare Tusschen-
school verreweg verkieselijk. Doch dat die
overgangs maatregel nu sedert 1863 blijft
voortduren, zonder dat men er naar taalt
daarin de minste verandering te brengen
en niettegenstaande er een geschikte school
in het Weeshuis zelf bestaat, dat is eene
fout, die dringend verbetering behoeft.
Naar den gewonen loop der dingen ver
wisselt het tijdelijke met het eeuwige.
Mocht het bovenstaande velen opwekken
om door finantieële bijdragen de fondsen
van het Gesticht zóó te vergrooten, dat
Bestuurderen in staat worden gesteld in het
belang der weeskinderen de tijdelijk vacante
Burgerweeshuisdagschool niet eeuwig 'ledig
te doen blijven!
Het geschrijf in de A. Ct. van 23 Febr.,
waaronder de naam van K. Dekker zoo
volkomen past, behoeven we hier niet uit
voerig te wederleggen. Wij meenendat
onze hoofdartikelen van heden en van 17
Febr. duidelijke bewijzen geven van onze
belangstelling in het burgerweeshuis. Heeft
gemelde persoon zelfs wel bevoegdheid tot
het geven van onderwijs in 't Weeshuis,
daar hij den rang van hoofdonderwijzer nog
steeds niet heeft kunnen verkrijgen? Wij
kunnen hem slechts aanradenbeter te lee-
ren lezen men vergelijke zijne citaten
met ons vorig hoofdartikel en te lee-
ren optellen5+1 7 volgens zijne re
kening! Wat zijn ^blijdschap over de re
sultaten van zijn werk" betreft, herinneren
we slechts, dat voor het examen der bur
geravondschool alleen lezen, schrijven en
de beginselen van 't rekenen worden ge
vorderd. Dezelfde eischen werden vroeger
voor de herhalingsschool gesteld; en welke
zijn nu de resultaten van 's heeren Dek
kers onderwijs? In de verslagen van die
school vinden we: 1870 afgewezen 2, toe
gelaten geen1869 toegelaten 4, waarvan
één, de minste, uitsluitend leerling van
D.1868, 1867, 1866 en 1864 geen aan
gemeld; 1865 2 afgewezen, 1 toegelaten;
1863 2 afgewezen, 1 toegelaten. Verder
zullen we de reeks van verblijdende jaren
maar niet voortzetten.
Onze lezers oordeelen nu voor zich zeiven!
AMERSFOORT, 24 FEBR. 1872.
KENNISGEVING.
De Burgemeester en Wethou
ders van Amersfoort,
Gezien de aanschrijving van den Heer
Commissaris des Konings in de provincie
Utrecht van den 10 Februari 1872 (provin
ciaalblad No. 23), houdende mededeeling
dat in het laatst des vorigen jaars van Ant
werpen te Amsterdam is ingevoerd eene hoe
veelheid van zeventig duizend kilogrammen
SCHEEPSBESCHUIT, welke aldaar afge
keurd en tot voedsel geheel ongeschikt is
Hebben gemeend de ingezetenen tegen
het gebruik van scheepsbeschuit van die
partij afkomstig, te moeten waarschuwen.
Amersfoort, den 19 Februari 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
W. L. SCHELTUS. A. G. WIJERS.
Ter terechtzitting van Woensdag 21 dezer
nam de officier van Justitie twee niet onbe
langrijke conclusiën.
De eerste betrof eeneischdoorde bewind
voerders van den afwezigen notaris H. C.
van Diggelen te Zeijst (voor wie Mr. J. van
der Leeuw, procureur alhier als pleiter was
opgetreden) ingesteld tegen zekeren J. Wijn
bergen, tot betaling der kooppenningen van
door dezen voor eenige jaren in publieke vei
ling gekochte, doch, blijkens de boeken van
den Notaris, nog niet betaalde te veld staande
vruchten. De gedaagde (bij pleidooi verde
digd door Mr. S. M. A. du Mosch, advocaat
te Utrecht) beweerde wel den koop te heb
ben gesloten, maar grootendeels den koop
prijs te hebben voldaan, ontzegde de bevoegd
heid van den Notaris om gelden intevorderen
of uitstel van betaling te verleenen, daar hij
slechts lasthebber was van den verkooper,
bestreed de bewijskracht van het proces-ver
baal van veiling, dat alleen ten behoeve van
den fiscus werd opgemaakt, en achtte de
eischers qq niet ontvankelijk.
De officier van Justitie vereenigde zich
echter met een vroeger vonnis der Arr.
Rechtbank dd. 17 Februari 1858, in appel
bevestigd, waarbij was uitgemaakt, dat de
Notaris gerechtigd is den koopprijs te vor
deren. Volgens de wet van 22 Pluviose an
VH (welke wet in art. 81 der tegenwoordige
wet op het Notarisambt in stand is gehouden)
moet de Notaris beschouwd worden als een
der officiers publics, die, waar hij oene open
bare veiling houdt, als verkooper zelf op
treedt, en hoewel de regel is betaling a con
tant, zoo geld dit alleen vis a vis den ver
kooper, maar het neemt niet weg dat de
Notaris ten zijnen pericule uitstel kan ver
leenen voor betaling. De eischers nu, als
bewindvoerders over de zaken en belangen
van den Notaris benoemd, zijn tot datzelfde
gerechtigd; zij toch treden als zoodanig in
alle rechten van den Notaris, zijn daartoe
door de rechtbank aangesteld, en dus wel
degelijk ontvankelijk. Het bewijs der vor
dering meende de Oif. v J. voldoende gele
verd door het procesverbaal van veiling, dat
is eene authentieke akte, omdat het over
eenkomstig de vormen, bij de wet van plu
viose voorgeschreven was opgemaakt en ge
houden door een officier public, in casu een
Notaris, terwijl volgens art. 1 der wet op het
notaris ambt een notaris niet alleen over
eenkomsten constateert, maar ook handelin
gen, en zulks bij authentieke akte, welke in
rechten volledig bewijs oplevert tusschen
partijen. De gedeeltelijke betaling, door ge
daagde beweerd, maar niet bewezen, en zelfs
niet aangeboden te bewijzen, kon aan die
bewijskracht der akte niets ontnemen. Al-
zoo concludeerde de offi. v. J. tot toewijzing
van den eisch en veroordeeling van den ge
daagde in de proceskosten. Uitspraak op 13
Maart e.k.
De tweede gold de vraag, of eene vrouw,
die door haren man moedwillig uit de se-
1 O O
meene woonplaats is verstooten, vijf jaren
na dien gerechtigd is een eisch tot echtschei
ding in te stellen wegens kwaadwillige ver
lating van den man? De Off. v. J. beant
woordde die vraag ontkennend, omdat, al
had de man door die verstooting de zamen-
woning verbroken, ja vaarwel gezegd, zoo
had hij toch de gemeene woonplaats niet
verlaten, en Z.E.A. meende dat de vrouw
in dat geval eene actie had om den man te
dwingen met haar zamen te wonen, of wel,
wanneer die verstooting met mishandelingen
jegens de vrouw was gepaard gegaan, eene
vordering tot scheiding van tafel en bed te
dier zake. Had de man zich bovendien over
gegeven aan dronkenschap, zoo achtte de off.
v. J. dit geene buitensporigheid in den zin
der wet se'viceom uit dien hoofde scheiding
van tafei en bed te vragen.
Dezer dagen is door de policie alhier aan
gehouden en voorloopig naar het huis van
arrest overgebracht M. v. D., huisvrouw van
A. W.welke vrouw reeds sedert geruimen
tijd zich had schuldig gemaakt aan verschil
lende oplichterijen op naam van voorname
ingezetenenen onder allerlei slim uitge
dachte voorwendsels, die bepaald vertrouwen
moesten inboezemenzonder dat het aan
vankelijk mocht gelukken de brutale oplicht-
ster te ontdekken.
Spaarbank.
Het Bestuur van de Spaarbank te Amers
foort zal op Maandag 26 Februari 1872,
van des middags 12 tot des namiddags 1
uur, op het Raadhuis aldaar zijne gewone
zitting houden.
De Secretaris
A. J. BOS.
Op den 16 Februari 1872 waren te Amers
foort in behandeling 4 poklijders.
Tot den 23 Febr. 12 u. bijgek. 3
7
Overleden 3
Hersteld 2 5
In behandeling gebleven 2
Gisteren avond heeft op uitnoodiging der
Amersfoortsche werklieden een tweede ver
gadering plaats gehad van de werkbazen,
waarin het verzoek der werklieden om ver
hooging van loon is behandeld.
Getuigden deze vergaderingen zelf reeds
van hun goeden wil, het besluit, dat door hen
genomen is, bewijst dat zij niet ondoordacht
willen handelen, maar kalm den weg der ver
betering inslaan.