Overzicht der week.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Frankrijk. De agenten van den ex-kei
zer schijnen druk te werken. De regeering
heeft van zulke lieden, die soldaten trachten
om te koopen, doen arresteeren, en aan ver
scheidene ambtenaren, die ook onder Napo
leon III hebben gediend, hun ontslag gege
ven. Er loopen geruchten van ambtenaren
die 's morgens op het ministerie van Binnen-
landsche zaken arbeidden, en 's avonds bij
eenkomsten hielden met vrienden van Na
poleon. Meer en meer komt men in
Engeland. De bekende Lord Derby heeft
■eene redevoering gehouden, waarin hij de
noodzakelijkheid van nieuwe gezondheids
wetten aantoonde, maar tevens betoogde,
dat al die wetten niets zouden baten, wan
neer de lieden geene opvoeding ontvingen,
die hen in staat stelde die maatregelen te
begrijpen, te waardeeren en toe te passen.
In Warwickshire komen steeds meer arbei
ders tot het besluit een ander vaderland te
zoeken. Zij vertrekken in massa, zoodat de
pachters weldra genoodzaakt zullen zijn, ar
beiders van elders te laten komen. Hoeveel
verstandiger zouden zij doen, met aan de
rechtmatige eischen hunner vroegere ar
beiders te voldoenHet zijn maar arbeiders,
denken die heeren, en het gaat toch niet aan
zich door zulk volk te laten dwingen ook
niet ten goede? Op andere plaatsen ko
men ook reeds de arbeiders bijeen, om elkan
der hunne grieven te vertéllen, en die zijn
zwaar en vele. Voor het karige loon, waar
van zij met hun gezin niet kunnen bestaan,
moeten zij van 's morgens 5 uren totdat het
's avonds donker is arbeiden; zij die paarden
moeten verzorgen, hebben zelfs den Zondag
niet vrij. Zulk een arbeider is evengoed een
mensch als zij, die op Zon- en werkdagen
met eigen equipage naar hunne vermaken
rijden, en dit zou hij waarschijnlijk ook doen,
als hij het geluk (of ongeluk?) had gehad
een rijken vader te hebben.
Duitschland. Met belangstelling ziet
men de beraadslagingen te gemoet, die in
den rijksdag znllen plaats hebben over de
verzoekschriften ter verdrijving van de Je
zuïeten. Reeds heeft de regering aan de niet-
Duitsche leden der ordedie zich in de
Oostelijke provinciën ophouden, bevel ge
geven het land binnen zes weken te ver
laten. Op denzelfden dag, dat te Fulda
een congres van bisschoppen bijeenkwam,
om te overleggen, welke houding zij tegen
over het leerstuk der onfeilbaarheid zouden
aannemen, heeft de kern der bevolking van
die stad een adres tot von Bismarck ge
richt om hem dank te zeggen voor de wet,
waarbij het schooltoezicht aan de geeste
lijken is ontnomen. In Baden zal de
Roomsehe geestelijkheid ook van de school
onderwijzers eischen, dat zij zich aan het
leerstuk der onfeilbaarheid onderwerpen,
terwij de gemeenteraad van Berlijn eerst
daags eene verordening zal uitvaardigen,
om het vervoeren van gebonden vee., zoo
als jonge kalverente verbieden. Om te
voorkomendat de geestelijken ongepaste
toespelingen op de bestaande toestanden
maakten, is dit jaar de rijksdag geopend,
zonder de hnders gebruikelijke godsdienst
oefeningen (ééne voor de evangelische, en
ééne voor de Katholieke leden) te houden.
Dat komt er van, als de kerk haar gebied
verlaat, en zich met staatszaken gaat be
moeien.
Italië. Verleden Zaterdag hield de Paus
eene redevoering, waarin Z. H. verklaarde,
dat hij aan al de Katholieken gaarne zijn ze
gen schonk, maar, dat hij vooral zou bidden
voor Portugal, dat eene goede bevolking
heeft, maar onder de dwingelandij der vrij
metselaars ligt. Verder zou Z. H. bidden, dat
de Fransche natie eendrachtig moge zijn. Ik
bid, ging hij voort, dat zekere uiterste par
tijen, de uiterste zoowel van de eene als van
de andere zijde, voor altoos mogen verdwij
nen. Er is eene zekere partij, die te zeer be
ducht is voor den invloed van den paus, er
is ook eene partij, die de wetten der liefde
vergeet, van de liefde, zonder welke men
geen waarachtig Katholiek kan zijn. Het
is te hopen, dat deze gulden woorden ook in
Nederland van heteene einde tot het andere
mogen weerklinken. Menig Katholiek zal
dan tot inzien kunnen komen, dat hij vol
gens Z. H. geen waarachtig Katholiek is.
.XI. Maandag namiddag viel, door het
spelen langs den waterkant, het dochter
tje van H. F. in de Stadsgraeht aan het
Singel, bij de Anna-Poulowna bewaar
school, hetwelk tijdig werd ontdekt door
J. K. van Wijland, schoenmaker, die, zon
der levensgevaar te ontzien, het kind, het
welk reeds in zinkenden toestand was, redde;
eere den man die voor de 4e maal zoo
•een edele daad verrichte.
In de zitting der Tweede Kamer van
22 April 11. opende de Heer Kuijk de de
batten over de Inkomstenbelasting met eene
uitvoerige, gematigde rede, waarin hij die
belasting anti-nationaal, drukkend alleen
voor hen die het minste missen kunnen
nl. den middenstand, onzedelijk door de te
voorziene ontduikingenonrechtvaardig
•door den ongelijken druk, verwarring stich
tend in het gemeente-belastingstelsel en
•onuitvoerlijk noemde, en gaf de voorkeur
-aan een verteringsbelasting naast die op
het personeel. De H.H. DamBlom en
Hingst verdedigden het ontwerp, mits het
•amendement Gratama niet werd aangeno
men; zij achtten het tijdstip van behan
deling gunstig omdat de schatkist niet in
nood was en men dus bedaard kon be
raadslagen; juichtten de voorgestelde af
schaffing der patent-belasting en die van
den accijns op geslacht en zeep ten zeerste
toe, en noemden de inkomstenbelasting de
minst onrechtvaardige belasting.
In de zitting van 23 April vond de
Inkomstenbelasting slechts één verdediger
in den Heer Gevers Deynoot, die in een
helder pleidooi er op wees hoe het ont
werp vooral door de afschaffing van ver
keerde en schadelijke belastingen aanbe
veling verdient, terwijl het eene belasting
invoert, die den besten grondslag vormt
tot herziening van het geheele stelsel. De
Heer 's Jacob echter achtte het tijdstip
■alleszins ongeschikt en mèende dat de in
komstenbelasting door de geschiedenis ver
oordeeld is en alleen verdedigbaar in den
nood. Rutgers trachtte te betoogen dat de
grondbelasting eene belasting en geen
grondrente is. Saaymans Vader wees op
-allerlei gevaren aan de Inkomstenbelasting
verbonden, en vergat zelfs de Commune
niet. Viruly Verbrugge vreesde uitzetting
tier staatuitgaven en een radicale wijziging
der grondbelasting, maar noemde het voor
of tegen stemmen bij dit ontwerp geene
politiekedoch alleen eene economische
quaestie. Kappeyne van de Coppello vond
de Inkomstenbelasting in de praktijk de
onuitvoerbaarste.
In de zitting van 24 April (waarbij de
Heer Thorbecke weder voor het eerst aan
wezig was) spraken meer voorstanders van
het ontwerp. Van Akerlaken keurde de
Ink. Bel. goed als eerste element eener
hervorming van het belastingstelselen
•offerde gaarne daartoe personele bezwaren
op. Lenting verwonderde zich over de op
positie van enkele liberalen, die anders al
tijd op belasting-hervorming aandrongen
verdedigd het ontwerpmaar had liever
een aanslag van 1 in plaats van 2 pro
eent gewenscht. Idserda en Smidt waren
vóór 't ontwerp en verdedigden vooral de
afschaffing van patent en geslacht. Van
Naamen bestreed de wet, en wilde het be
staande behouden èn verbeterenzooals
grond-personeele- en patentbelasting.
Van Wassenaer Catwijck noemde het ont
werp in beginsel een ideaal maar in de
praktijk een ontsluijering en schending van
het familieleven, en was er dus tegen.
In de zitting van 25 April noemde
Bergsma de Incometax het fundament der
hervorming en was er zeer voor. Evenzeer
van Houten die ze zeer uitvoerbaarbil
lijk en rechtvaardig achtte, en de stem
ming daarover wel degelijk als een politiek
votum beschouwde. Dumbar ofschoon
groot voorstander, deed zijn stem afhangen
van de beslissing over de amendementen.
Van der Maesen de Sombreff, hoewel vóór
het beginselbeschouwde de uitvoering
een dubbele belasting van den grondeigen
dom, en was, evenals daarna Pijls, tegen.
In de zitting van 26 April is de Mi
nister van Finantiën aan het woord.
Op den 18den April overleed te Utrecht
Mr. C. W. J. Baron van Boetzelaar van Dub
beldam, kamerheer des Konings, Lid der
Prov. Staten en van den Gemeenteraad van
Utrecht. Voor onze provincie, en inzonder
heid voor de stad zijner inwoniug, is de dood
van den waardigen man een groot verlies.
Z. M. heeft op verzoek eervol ontsla
gen Baron van Brakell Doornwerth als ont
vanger der directe belastingen en accijnsen
te Veenendaal (Gelderland); opgeheven het
aldaar gevestigd kantoor en het gevoegd bij
dat te Ede, onder voortdurend beheer van
den Heer Broers.
Tot lid en president der Commissie,
belast met het afnemen der eindexamens
aan leerlingen der hoogere burgerscholen in
de provincie Utrecht is benoemd Professor
C. A. Engelbrecht, directeur der R. H. B. te
Utrecht; tot leden dier commissie zijn be
noemd de H.H. Dr. E. D. Pijzei, van Amers
foort; Mr. J. Fortuyn Drooglever, van Gou
da W. H. van de Sande Bakhuijzen en L.
J. van der Harst, van UtrechtA. M. Kolle-
wijn, van AmersfoortJ. S. Robinson, van
Utrecht en J. H. L. A. Z. van Rosenthal van
Zalt-Bommel, allen leeraren aan de h. bur
gerscholen in genoemde plaatsen.
Het door vele dagbladen overgenomen
bericht, volgens hetwelk de Brielsche nimf
met 1 April 1873 zou worden ingewijd,
schijnt van allen grond ontbloot te zijn. Bij
de hoofdcommissie is hieromtrent niets be
kend.
De Groninger en Friesche couranten
bevatten voortdurend uitvoerige program
ma's van de feestelijkheden bij het aanst.
bezoek van Z. M. den Koning. Men mag
verwachten, dat aan Z. M. eene schitterende
ontvangst zal ten deel vallen.
De werklieden der Rijkswerf te Am
sterdam, die zich, onder den invloed der In
ternationale, op hoogst ongepaste wijze over
den Koning hadden uitgelaten, zijn met acht
dagen schorsing gestraft. Onder 't storten
van tranen zegt de Amst. Ct. ver
scheurden ze hunne bewijzen van lidmaat
schap der Internationale.
Mevr. KleineGartman, de begaafde ac
trice, heeft van den Koning de groote gou
den medaille van verdiensten ontvangen.
Van wege den Koning van Saksen is
door Baron de Fabrice, buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd Minister van dien
Vorst, met inachtneming der gebruikelijke
formaliteiten, aan H. M. de Koningin de
insigne van het Grootkruis der Orde van Si-
donyabegeleid door een eigenhandigen
brief van den Koning, aangeboden. Slechts
vijf vorstinnen in Europa zijn met die Orde
versierd.
In Hoorn hebben de gevangenen den
lsten April gevierd door het houden van een
gecostumeerden optocht op het binnenplein
der gevangenis. De vindingrijkheid, waar
mede zij zich van de kleinste hulpmiddelen
bedienden, om aan hunne costumes den noo-
digen luister bjj te zetten, moet werkelijk
bewonderenswaardig zijn geweest.
In het afgeloopen jaar zijn in de pro
vincie Utrecht 1972 personen aan pokken
bezweken. Het hevigst woedde die ziekte in
in de gemeente Odijk, waar op elke 17 be
woners 1 stierf; in de gemeente Utrecht
was die verhouding 1 op 78.
Frankrijk tot de overtuiging, dat het onder
wijs, tot nu toe door de geestelijken gegevenT
zeer slecht is. Er wordt daarom sterk aan
gedrongen op verplicht en kosteloos onder
wijs, van staatswege gegeven. Een daartoe
strekkend adres aan de regeering is reeds
van een millioen handteekeningen voorzien