BUITENLAND.
Frankrijk. De Nat. Verg. heeft in de
afgeloopene week druk gearbeid aan de le-
gerwet, en wel, evenzeer ter verbazing als
tot vreugde van alle weidenkenden, zonder
de vroegere laffe kibbelpartijen en schande
lijke onstuimigheden. Reeds zijn vele arti
kelen aangenomen, waaronder de bepalin
gen, dat elk Franschman dienstplichtig is;
geen handgeld betaald wordt; geene plaats
vervangers worden toegelaten; de militairen
onder de wapenen geen stemrecht hebben
geen vreemdeling of tot onteerende straffen
veroordeelde in het leger mag dienen. Ver
scheidene leden der rechterzijde trachten
zeer naar den zin van den ouden Thiers door
middel van amendementen weder eene soort
plaatsvervanging ingevoerd te krijgen. Be
ter is het pogen van Jules Simon, die wil
voorstellen niet alleen de geestelijke broe
ders, die slecht onderwijs geven, maar ook
de leeken-onderwijzers, die het veel beter
doen, van den krijgsdienst vrij te stellen.
Bij de beraadslagingen hebben de afgevaar
digden Bruncf en Trochu het stelsel van de
coreeren als bespottelijk en uadeelig veroor
deeld; laatstgenoemde .maakte diep (■zoenen
druk met de woorden \t haar ovër'dVan. Is het
ten en dwalingen bekennen, laten wij voor
onze opvolgers eene toekomst openen, door
het onderwijs en het leger te hervormen. De
groote revanche berust bij ons zeiven. De
andere revanche zal komen, wanueer wij haar
verdienen." Nadat aldus een generaal had
gesproken, zeide de aartsbisschop Dupan-
loup»Pruisen is de eerste kazerne der we
reld, maar daarom nog niet de eerste natie
der wereld. De grootheid eener natie bestaat
vooral in hare grootmoedigheid en ridder
lijkheid, en deze hoedanigheden ontbreken
aan Pruisen. Ik heb de wreedheden en kne
velarijen der Pruisen gezienen dit heeft
mij versterkt in de overtuiging, dat een sol
datenvolk onvermijdelijk eindigt met een
volk van barbaren te worden." Ten slotte
drong de aartsbisschop er met kracht op
aan, de soldaten trouw naar de mis te zen
den. Tusschen den gemeenteraad van
Lyon en de Regeering is een ernstig geschil
ontstaan. Tijdens den oorlog besloot ge
noemde Raad de geestelijke broeders door
leeken-onderwijzers te vervangen. De Re
geering wil nu de broeders weer als onder
wijzers aanstellen, en de Raad, ingenomen
met het betere onderwijs der leeken, wil die
geestelijken niet meer toelaten.
Engeland. Te Galway in Ierland heeft
het volk eene pop, voorstellende den rechter
Keogh, verbrand en daarbij zulke ongere
geldheden gepleegd, dat de politie van hare
wapenen gebruik moest maken om de orde
te herstellen. De reden der volkswoede be
staat hierin, dat Keogh, een Katholiek, in
eene verkiezingskwestie uitspraak heeft ge
daan ten nadeele van den canaidaat der
Roomsche geestelijkheid. In het vonnis van
Keogh komt het volgende voor: »een lang
durig onderzoek heeft mij duidelijk gemaakt,
dat niet alleen de pastoors, maar ook de bis
schoppen en de aartsbisschop vast hadden
besloten alle middelen en al hun invloed aan
te wenden om tot hun doel te gerakenon
verschillig of zij daardoor inbreuk maakten
op de vrijheid der kiezers in het graafschap.
na de gebeurtenissen in België als hoogleer
aar in rechten te Leiden overgeplaatst.
Vele werken zagen in dien tijd tot 1840 van
zijne hand het licht, waaronder debelang-
rijkste zijn: over de verandering van het alge-
ineene statenstelsel van Europa; over de er-
kennincr der onafhankelijkheid van België
wat kan de Dubbele Kamer doen; maar
vooral zijne aanteekeningen op de Grondwet.
Grondwetsherziening was aanvankelijk
I zijn krachtig streven, en reeds in 1840 wilde
li'ij als lid der Dubbele Kamer eene ruimere
herziening tot stand brengen. In 1844 tot
Lid der Tweede Kamer gekozen, deed hij
I met 8 mede-leden een voorstel tot Grond-
-wetsherziening. Dit mislukte, en in 184G
werd hij niet weder afgevaardigd. Doch de
Grondwet mocht haren vader" zoo niet ver
liezen en in 1848 werd hij lid en voorzitter
der Staatscommissie, aan welke door den
Koning de aanbieding van een volledig ont
werp werd opgedragen. Nadat hij nu tot lid
der 2e Kamer was gekozen, werd hij op 31
Oktober 1849 tot Minister van Binnenl.
Zaken benoemd. Hij bleet dit tot 19 April
1853 (het jaar der Aprilbeweging), werd
daarna in verschillende districten tot lid der
2e Kamer gekozen, en op 1 Februari 1862
andermaal tot Minister benoemd. 10 Febru
ari 1866 trad hij af, en werd benoemd tot
Minister van Staat. Sedert bleef hij lid der
2e Kamer, totdat hij in 1871 door den Ko
ning met de samenstelling van een kabinet
werd belast, aan welks hoofd hij sedert 3
Januari 1871 met denzelfden onvermoeiden
ijver die hem steeds kenmerkte, tot aan zijn
dood werkzaam bleef.
De Grootkruisen der Orde van den Ned.
Leeuw, der Leopoldsorde van België en der
orde van Karei III van Spanje, benevens het
Ridderkruis der Orde van den Rooden Ade
laar le kl. van Pruisen sierden de borst van
den overigens zoo nederigen man.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft
Vrijdag 7 Juni des avonds ten acht uur hare
werkzaamheden hervat.
Bij Koninklijk besluit van 4 Juni no.
1 is de Minister van Koloniën, Mr. P. P. van
Bosse, tijdelijk belast met de waarneming van
het beheer van het Departement van Binnen-
landsche zaken.
H. M. de Kouiugin heeft den 4 dezer
haar rijtuig voor de woning van den Minis
ter Thorbecke doen stil houden, om persoon
lijk naar diens toestand te informeeren.
Op vele plaatsen vormen zich vereeni-
gingen om een bewijs van hulde te brengen
aan de nagedachtenis van Mr. J. R. Thor
becke en zijne vrienden in den Haag wen-
schen aan zijne begrafenis een nationaal ka
rakter te verbinden. Mochten zijne duizende
vereerders uit alle oorden des lands door hunne
tegenwoordigheid op het kerkhof toonen
ingenomen te zijn met dit denkbeeld.
Sedert laatstleden Zaturdag staat'de
stoom-katoen weverij van de firma Hendrik
ran de Poll en zoon te Veenendaal,- welke eerst
iedert kort weder in werking was, stil, omdat
le tegenwoordige chef aan de wevers 7 cent
ninder loon per stuk wilde uitbetalen. Zij
lamen hiermede geen genoegen en verlieten
e fabriek.
Een der konducteurs op den Centraal-
poorweg is 3 Juni jl. op de hoogte van Nij-
erk van de trein gevallen en inwendig erg
ezeerd. Na des nachts zorgvuldig genees-
undig behandelt te zijn, is hij den volgen
en dag naar Utrecht vervoerd naar zijn gezin,
a is nog niet geheel buiten gevaar.
Voor het examen tot toelating aan de
on. Milit. Academie hebben zich 32 adspi-
nten aangemeld. Het schriftelijk-examen,
tt door allen gelijktijdig zal worden afgelegd,
ngt den 17en Juli aan en duurt vier dagen,
et mondeling-examen zal gedurende drie
htereenvolgende dagen plaats hebben
welvoor de le partij van 22 tot 24
livoor de 2e van 25 tot 27 Julivoor de
van 29 tot 31 Juli, en voor de 4e partij
a 1 tot 3 Augustus.
Naar men verneemt, zal het 3e reg.
saren, te Haarlem in garnizoen, met°l
tober naar de residentie verplaatst worden.
Bij Koninkl. Besluit van 29 Mei 11.
zijn bepalingen vastgesteld tot het houden
van practische oefeningen in de legerplaats
bij Zeist, alwaar zullen kampeeren: van 29
Juli tot 23 Augustus de 2e en 4e komp. 6e
reg. vest-art,, de 3e, 6e, 8e en 13e komp. 2e
reg. vest-art.de art. instr. komp. en de
onderoff. der art.deelnemende aan den cursus
te Delft. Van 24 Aug. tot 18 September, de
9e en 10e komp. 1 reg. vest-art. en de 3e, 5e,
6e en 13e komp. 3 reg. vest-art. En van 9
Juli tot 18 September: de 3e komp. van het
bataljon mineurs en sappeurs. Bij de kam-
peerende kompagniën der 3 regimenten vest-
art. zullen gedurende den kamptijd worden
ingedeeld al de militiens dier korpsen der
lichting van 1868, die onder de wapenen
zullen worden geroepen.
Kolonel van Èxter van het 2 reg. vest-art.
heeft het bevel over de troepen in de leger
plaats majoor Onnen van 29 Juli tot 23
Aug., en majoor Collard van 24 Aug. tot
18 Sept. het bevel over de artillerie.
De opbrengst der Maatsch. tot exploi
tatie van Staatspoorw. gedurende 21 tot 27
Mei bedroeg ƒ99,552.27, tegen ƒ88,141.885
inde week van 1871. Gemiddeld per dag
kilometer bedroeg de opbrengst sedert 1 Jan.
jl. 13.69, tegen 13.10l/s in dat tijdvak van
1871.
Volgons ontvangen telegram van Aden
is het stoomschip Prins van Oranje aldaar
den 29n Mei 's namiddags aangekomen met
O O
gebroken schroefbladen, die te Aden door
nieuwe zouden worden vervangen. Aanboord
was alles wel.
De 87e Algemeene Vergadering der
O O O
Maatschappij Tot Nut van yt Algemeen zal
dit jaar den 14 Aug. te Rotterdam gehouden
worden.
Z. M. heeft bij besluit van 29 Mei 1872
no. 19 op verzoek eervol ontslag verleend
aan E. L. Baron Rengers als betaalmeester
te Utrechtmet dankbetuiging voui de ge
durende 50 jaren door hem in verschillende
betrekkingen den lande bewezen diensten,
behoudens aanspraak op pensioen.
Tegen de Tongblaar, die zich onder
de melk- en vetweiende koeien ook in Utrecht
heeft vertoond, bestaat dit middel: vermeng
een hektogram salpeter-zuur (25 ets.) voor
zichtig met 16 hektogr: gewone bruine stroop;
besmeer hiermede eenige malen daags de
aangetaste deelen van het vee met een dun
nen stok, aan het einde omwoeld met oude
lappen, en houd dit vol totdat de kwijling
is bedaard en de verzwering aan nier of
pooten en aan den bek zelf zijn genezen.
In het jaar 1871 werden gelijk
blijkt uit het verslag over de posterijen ge
durende dat jaar 28,834,542 portbetalende
binnenlandsche brieven vervoerd, zijnde
1,980,203 meer dan in 1870. Daarvan waren
27,317,397 gefrankeerd en 1,517,145 onge-
frank. Met het buitenland werden 7,845,439
brieven gewisseld, en daarvan waren
7,314,350 gefr. en 531,089 ongefr.het
geheele aantal was 903,132 meer dan in 1870.
Aan briefkaarten werden afgeleverd
4,094,153 st., tot eenbedr. van f 102,353,82s;
naar het buitenl. werden verzonden 11,991,
uit het buitenland ontvangen 4777 stuks.
596,683 binnenl. br. werden aangeteekend
naar het buitenl. werden verzonden 106,536,
van daar ontvangen 131,214. 5140 binnenl.
aangeteekende brieven werden verzonden
met aangegeven geldswaarde, tot een bedrag
van f 3,155,877.081/2 ;de som van 4641 der
gelijke brieven in 1870 bedr. f3,209,830,78.
Er werden 7,476,266 dag- en weekbladen
van 1 ct. per exempl. verzonden, 9,892,066
van 1/2 c., en 4,698,189 stuks andere druk
werken. Naar het buitenland werden
3,117,702 dagbladen enz. verzonden en van
daar ontvangen, zijnde 103,966 meer dan
1870.
397,058 binnenlandsch verzonden post
wissels bereikten een bed. v. f 4,872,425.055,
ruim 18 ton hooger dan in 1870.
In 1871 werden 74,662 quitantiën ter in
vordering aangeboden; 65,371 werden be
taald met f255,639.491/,,, 9291 onbetaald
teruggezonden.
Vermist werden 730 onaangeteekende
brieven, (tegen 499 in 1870), waarvan te
recht kwamen 67 (tegen S5 in 1870). Aan
geteekende brieven werden vermist ten ge
tale van 53 (in 1870: 49); daarvan waren
47 reclamatiën ongegrond (in 1870: 42);
van de zes vermiste br. waren 4(inl870:7)
op Duitsch grondgebied verloren gegaan.
In 1871 werden 21,590,963 stuks post
zegels meer verkocht dan in 1870, vertegen
woordigende eene waarde van f 849,518.505.
De ontvangsten over 1871 bedroegen
f 2,402,369.31, of f 39^184.66° minder dan
in 1870. De uitgaven f 1,551,538,04, of
67,821.24 meer dan in 1870.
Het personeel is vermeerderd met 32 per
sonen; het aantal kantoren met 4 postkan
toren en 64 hulpkantoren; re zijn thans 145
kantoren, 951 hulpkantoren en 337 bestel
huizen. In 25 gemeenten is post- en tele-
graafd. vereenigd.