ONDERMEESTER.
BUITENLAND.
Frankrijk. Donderdag 15 Aug. beeft
te Trouville bet volgende plaats gebad. Een
Rus, eigenaar van een pleizier-jacbt, bad
met een Franscben vriend, zekeren De Val-
lon en twee Mexicanen, de gebroeders Erra-
zueeue familie, die te Parijs bekend staat
voor hare Bonapartistiscbe sympathieën,
een klein zeetochtje gemaakt, 's Avonds
keerde men naar Trouville terug. De gasten
van den Rus verkeerden in eenigszins opge
wonden toestand en nauwlijks zagen ze op
t strand den grooten witten hoed van Thiers
of ze begonnen te roepen: »Leve de Keizer
weg met Thiers! weg met Frontiquet
Frontiquet is een der spotnamen van den
President. De Commissaris van politie
Engeland. Te Belfast zijn den 15den 1.1.
(Maria-Hemelvaartsdag) ongeregeldheden
voorgevallen, die allengs in een oproer ont
aard zijn, dat nog steeds voortduurt. In de
welvarendste stad van Ierland hebben op dit
oogenblik tooneelen plaats, duivelsche too-
neelen, zegt een der Engelscbe bladen,
die aan de tijden van den No-Popery-op
stand berinneren, met dit onderscheid even
wel dat de Katholieken net even goed plun
deren als bet Protestantscbe gepeupel. Ver
scheidene buizen zijn reeds vernield en
plundering zegt een telegram van 21
Aug. schijnt thans bet eenige doel der
opstand te wezen. Alle bedrijven staan stil
en de stad verkeert in vollen burgeroorlog.
Volgens de laatste berichten is het nu einde
lijk wat rustiger geworden, dank zij de po
gingen der buitengewone constables en van
de in grooten getale aangerukte infanterie
en cavalerie. De aanleiding van bet oproer
is bekend. Protestanten, die eenige dagen
geleden ongestoord een optocht hadden kun
nen houden ter berinnering aan een dag
welken de Katholieken als een dag van onge
luk beschouwen, deden een aanval op eene
processie, door de Katholieken georganiseerd
ter eere van Mar ia-Hem el vaart. Maar terwijl
de Protestanten hun optocht hadden gehou
den in hunne eigene wijken, organiseerden
de Katholieken hunne processie in dat ge
deelte der stad, waar 't schuim der Protes
tantscbe bevolking zijn woning beeft. Daar
was men natuurlijk tegen deze provocatie
niet bestand. De bladen nemen nu deze
gelegenheid waar om er op te wijzen dat
Ierland nu duidelijk nog niet rijp blijkt te
zijn voor eene liberale wetgeving m. a. w.
dat de Party-Processions Act, de wet die bet
houden van openbare optaebten verbiedt,
welke verleden jaar door de Regeering werd
afgeschaft, boe eer boe beter weer moet wor
den in kracht gesteld.
Spanje. Koning Amadeus ontmoet over
al op zijne binnenlandscbe reis de hartelijk
ste blijken van verknochtheid. Slechts nu
en dan, laatstelijk in de omstreken van
Gijon, moeten voorzorgsmaatregelen worden
genomen tegen geheime aanslagen, door de
nog niet geheel tot rust gebrachte Carlisten
gesmeed. Naar alle waarschijnlijkheid zal de
Koning niet lang meer uitblijven.
Kerk en Schoolnieuws.
ADVERTENTIE N.
De tweede goedkoope uitgave
GESCHIEDENIS
In de Haarlemsche Courant is eene ad
vertentie geplaatst van P. Twisk te Alk
maar, die o. a. de bh. bloemisten en bloem
bollenkweekers aankondigt dat bij: »bij
zijne nieuwe Tulpen Conkesten een Witte
Tulp beeft, met gouden rand om bet loof,
die bij onder den naam van Minister J. R.
Tborbecke in den bandel zal presenteeren.
De Witte Tulp met gouden rand om bet loof
stelt Tborbecke voorbet wit was bet doel
waarnaar hij streefdeen de statige Pinas
tusscben goud en groen ziju persoon en
wezen. Het is bier de plaats niet om bet le
ven van Thorbecke te verdedigen, maar als
Palmerston en Tal ma, Boerbaave en van
Swinderen met hunne namen op onze regis
ters prijken, zal Thorbecke eene waardige
plaats bekleeden onder bescherming van Z.
M. Koning Willem III."
Aan het Vad. wordt uit Helmond ge
schreven: Den 14den dezer bad alhier bet
volgende geheimzinnig tragisch voorval
plaatsToen de spoortrein van Maastricht
daar arriveerde en de portieren geopend wer
den, boorde men een luid geroep Station
chef! Mijnheer de Chef! Men brengt mij
naar het krankzinnigengesticht, ik wordt
vermoord, 't is weer een geval als met Bar
bara Ubrick! Ik vervloek de geestelijkheid
ik wil geen geestelijke meer zijn
Een ongelukkige, aan banden en voeten
gebonden en vergezeld van drie capueijners,
slaakte die wanhoopskreten. Toen de chef
bun vroeg op wiens last de paters handelden,
kreeg hij ten antwoordop bevel van mons.
Steyns.
De capueijners pakten daarop den ge
boeide op en wierpen (dat is bet ware woord)
hem in een rijtuig, waarop zij in snelle vaart
wegreden in de richting van Gemert. Een
maréchaussee, die zich op bet perron be
vond, hield zich ter zijde.
De schrijver drukt den wensch uit dat de
politie zich deze zaak aantrekke.
Naar aanleiding rail een programma der lessen op het
instituut te Barncveld, bevat de Groninger Courant
twee artikelenonder het opschrift „Wetenschappelijke
broeikasteelt", waarin opgekomen wordt tegen de overdre
ven eischen thans voor het onderwijs der kinderen gesteld.
Herinnerende aan den regel, dien men oudtijds bij studie
en onderwijs volgde: „niet veel, maar het weinige goed",
wenseht de G r o n. C t. dat men zich ook thans aau het be
ginsel houde, mits men het „niet veel" niet in te beperkten
zin opvatte.
Niet „te veel" is voor den man van beschaving, behalve
de beginselen van alle wetenschap: lezen, schrijven, rekenen
de kennis van twee, drie talen buiten zijne moedertaal,
een algemeen overzigt van geschiedenis en aardrijkskunde,
eenige goede begrippen omtrent de natuurverschijnselen enz.
Men eischt echter veel meer en te veel van de kinderen
en hiertegen vooral komt de Gr on. Ct. op. Dit in bijzon
derheden aanwijzende, besluit het blad aldus
„Eu dau beklaagt men zich, dat het kind er zoo slecht
uitziet, zoo bleek en zoo tlaauw en zoo lusteloos. Kan het
wel anders De zeer sterken naar ligchaam en geest mogen
zulk een régime kunnen verdragen, de meesten kunnen dat
niet. Voor hen zijn slechts twee gevallen denkbaar: óf zij
zullen zich overspannen tot groot nadeel voor hunnen phy-
sieken en morelen toestand, óf zij geven den moed op en
laten voortdurend neervloeijende stroomen der wetenschap
over zich heengieten, zonder er ook maar enkelen droppel
van op te nemen. Wat zij, zoo men hun meer tijd had ge
gund, zeker zouden hebben geleerd, zullen zij, nu men als
met de zweep hen voortjaagt, nooit in 't hoofd krijgen.
„Zij zijn geblaseerd, zij worden ongevoelig en onverschil
lig voor het schoonste wat het menschelijk vernuft heeft
uitgevonden, het talent gewerkt, het genie geschapen. Hunne
jeugd is geen jeugd. Zij zijn oud voor hun tijd; broeikas-
planten zonder inwendige kracht.
„De menschelijke geest is nu eenmaal geen reusachtige
pakkist, waar men alles door elkander in vliegende haast
kan instoppen. Hier is overleg noodig, geduld en tijd. Gij,
die van uwe jongens en meisjes u „iets wilt maken", het
is zeer goed: maar haast u langzaam, w il niet te veel op eens,
of gij zult er geheel iets anders van maken dan gij hadt be
doeld, dan goed en nuttig is."
begaf zich onmiddelijk aan boord. Hij vroeg
de namen van de Heeren, maar toen bij zag
in welken toestand zij verkeerden, en de
Rus, de eigenaar, hem verzekerde dat het
gedrag zijner gasten hem zeer leed deed, liet
bij ze stil aan boord blijven maar gaf bun
den raad boe eerder hoe beter de Franscbe
wateren te verlaten. Thiers dacht er even
wel anders over. Hij telegrafeerde onmidde
lijk aan den Russiscben Gezant en toen de
Commissaris van boord kwam zonder gevau-
genen, riep bij luide verraad, 't Schijnt dat
Thiers zich vooral hierom de zaak zoo sterk
aantrok, omdat bet zeevolk van Trouville
in plaats van de schreeuwende jongelieden
te lijf te willen, een zekere neiging toonde
om bun voorbeeld te volgen. De Commis
saris van Politie heeft zijne achteloosheid
met bet verlies zijner betrekking moeten
boeten. De President moet zich over dit
onbeteekenende voorval op de volgende wijze
plechtig hebben uitgelaten: ^Frankrijk beeft
rust noodig en aan de rustverstoorders zal
ik niet bet geringste voorwendsel laten. De
Conservatieven hebben mij toegejuicht toen
ik den opstand der kielemannen onderdrukte,
niet zachter zal ik bandelen tegenover de
beeren in rokken en oveijassen. Laten de
vrienden der orde dit ter harte nemen
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen: te Andel S. P. Hattink, te Rhenen.
Aangenomen: naar Veeudam door II. U. Mcijboom, te
Scherpcnzeel.
Bedankt: voor Ylst (Friesland) door J. W. Felix, te
Utrecht.
Door het Prov. kerkbestuur van Utrecht zijn na afge
legd examen, tot den predikdienst toegelaten de hh. S. A.
Ten Bokkel Huinink en Barbas.
In Noord-Holland is tot de Evangelie-bediening toe
gelaten de Heer G. v. Goor, theol. doet. te Utrecht.
De Gemeenteraad van Utrecht heeft den Heer J. D.
Huibers eervol ontslag verleend als leeraar in het tcckenen
aan de burger dag- en avondschool.
Door den Gemeenteraad van Dordrecht is benoemt!;
tot leeraar in de wiskunde aau de Hoogere Burgerschool,
Dr. N. P. Kapteiü te Barnevcld.
De statuten van het Anti-Schoolwet-verbond, opge
richt te Utrecht 25 Juli 1872, luiden als volgt
Art. 1. Het doel van het Anti-Schoolwet-verbond is: het
verkrijgen van eene wijziging van Artikel 194 der Grondwet,
waardoor het vrije onderwijs regel en het Staats-onderwijs
aanvulling kan worden.
Art. 2. De leden verbinden zich t o samenwerking voor
het in Artikel 1 uitgesproken doel.
Zij ondertcckenen de volgende verklaring
De ondergeteekende
wonende teverklaart
dat, tot verkrijging van eiken afdoenden waarborg van
gewetensvrijheid in zake het onderwijs, onverwijlde wijzi
ging van Artikel 194 der Grondwet noodzakelijk is, waar
door het vrije onderwijs regel en het Staats-ondcrwijs
aanvulling kan worden
dat eene nieuwe Wet op het Lagcr-Onderwijs, op dit
beginsel gebouw d, die het goede van de thans bestaande Wet
behoudt en hare gebreken wegneemt, de Wet van 13 Augus
tus 1857, Staatsblad No. 103, zal moeten vervangen, en
dat hij met de leden van het Anti-Sehoolwct-Verbond,
opgericht 25 Juli 1872, tot bereiking van dit doel: herzie-
niug van Art. 194 der Grondwet, wenseht samen te werken.
Art. 3. De leden betalen eene jaarlijksche bijdrage van
50 cents. De eerste bijdrage wordt betaald bij de aanvaar
ding van het lidmaatschap. Bij de intrede wordt een deel
van het jaar voor het geheel gerekend.
Art. 4. Tot leden w orden ook vrouwen aangenomen.
Art. 5. De leden, die in eene zelfde burgclijke gemeente
wonen, vormen zich tot ééne Afdeeling.
Zij kiezen een bestuur, bestaande minstens uit een Voor
zitter, een Secretaris en een Penningmeester.
Art. 6. Er zal jaarlijks minstens céne Algeiuecne Verga
dering in Utrecht gehouden worden,
De Algemeene Vergaderingen zijn toegankelijk voor alle
leden.
Stembevoegd zijn alleen de Afgevaardigden van de Afdee
lingen en de leden van het Hoofdbestuur.
Art. 7. Iedere Afdeeling wordt ter Algemeene Vergade
ring vertegenwoordigd door haren Voorzitter of zijnen
Plaatsvervanger.
Afdeelingen, die meer dan 100 leden tellen, kiezen nevens
den Voorzitter een tweeden Afgevaardigde. Afdeelingen,
die meer dan 200 leden tellen, zenden drie Afgevaardigden,
en voorts voor elk volgend honderdtal leden een Afgevaar
digde meer.
Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid
van stemmen.
Art. 8. Met de leiding der zaken van het Verbond is een
Hoofdbestuur belast.
Het bestaat uit zeven leden, te verkiezen door de Alge
meene Vergadering. De zetel van het Hoofdbestuur zal zijn
te Utrecht, waar miustens drie zijner leden moeten geves
tigd ziju.
Jaarlijks treden twee leden af, die terstond herkiesbaar zijn.
Art. 9. De leden van het Hoofdbestuur kiezen onderling
een Voorzitter, een Onder-Voorzitter, een Secretaris en een
Penningmeester.
Art. 10. Het Hoofdbestuur heeft de bevoegdheid om ten
allen tijde eene Algemeene Vergadering bijeen te roepen.
Het is verplicht zulks te doen, wanneer zes of meer Afdee
lingen met een gemotiveerd voorstel daartoe aanzoek doen.
Art. 11. Zoowel afzonderlijke leden als Afdeelingen zijn
bevoegd aan het Hoofdbestuur voor de eerstvolgende Alge
meene Vergadering voorstellen ter behandeling in te zenden.
Het Hoofdbestuur brengt die voorstellen tijdig ter kennis
van Afdeelingen en leden.
Art. 12. De. Voorzitter is met de leiding der Algemeene
Vergadering belast.
De Secretaris houdt aanteekening van het verhandelde
in de Algemeene Vergaderingen, voert de correspondentie
met de Afdeelingen en leden, en doet telken jare verslag van
den toestand van het Verbond.
De Penningmeester is met het beheer der gelden belast.
Hij doet eenmaal 's jaars rekening van ontvangst en uitgaaf
aan de Algemeene Vergadering.
Art. 13. Alle coutributiën worden gestort bij den Alge-
mcenen Penningmeester. Hij vergoedt alle kosten, in overleg
met hét Hoofdbestuur gemaakt.
Art. 14. De Afgevaardigden kunnen, desverkiezende
reis- en verblijfkosten voor de bijwoning der Algemeene
Vergadering in rekening brengen.
Art. 15. Middelen door het Verbond aan te wenden zijn:
a. Het bewerken der publieke opinie
t. Het petitionnement bij de Overheid
c. Het oefenen van invloed op de verkiezingen.
Art. 16. Tot het petitionnement bij de Overheid zal niet
worden overgegaan dan bij besluit van eene Algemeene Ver
gadering, en in geen geval vóór het aantal leden van het
Verbond tienduizend zal bedragen.
Een voorstel daartoe zal niet worden behandeld, tenzij
uitgaande van of overgenomen door het Hoofdbestuur.
Art. 17. Veranderingen in deze Statuten kunnen alleen ge
maakt worden in eene Algemeene Vergadering, na vooraf
gaande Convocatie, met opgave van de voorgestelde verande
ringen en met eene meerderheid van drie vierde der tegen
woordig zijnde Stemgerechtigde leden.
Bevallen van een' ZOON
J. H. VAN ROGGEN,
Amersfoort, den Uijl.
22 Aug. 1872.
Alom en bij den Uitgever A. VAN
LOON te Tiel a 40 cent te bekomen:
van de
van een
naar het fransch van
ERCKMANN-CHA TRI AN.