BINNENLAND.
alle goederen van Nederland naar Ned.-Indië
uitgevoerdmits voorzien van een bewijs van
uitvoer en voor zoover die goederen zijn van
vreemden oorsprongvoorzien van een bewijs
dat het bij invoer in Nederland verschuldigde
recht is voldaan. Hoe liberaal dit amend, ook
zij, het komt in de praktijk op eene wezen
lijke bescherming neder, en is niet uitvoer
baar zoolang het geheele samenstel der be
lastingen in Indiê niet in overeenstemming
is gebracht met ons belastingstelsel. Het
werd met 65 tegen 6 stemmen verworpen,
en daarna het art. 2 onveranderd goedge
keurd.
In de zitting van Maandag 14 October
kwamen de art. 3 en 4 aan de beurt, met het
daarop voorgestelde amendement van Kap-
peyne, luidende: op den uit- en doorvoer wor
den geene rechten gehevenm. a. w., om de
uitvoerrechten uit Java op te heffen. In be
ginsel was niemand tegen dit amendement,
hetwelk op welsprekende wijze door den
voorsteller werd verdedigd, maar het finan
cieel bezwaar, nu ook het invoerrecht bij
deze wet reeds was verlaagd, woog zoowel
bij den Minister als bij de andere bestrijders
zóó zwaar, dat het geheele amend, met 46
tegen 24 stemmen werd verworpen, en de
uitvoerrechten op huiden, indigo, koffie,
suiker, tabak, thee, tin en vogelnestjes blij
ven bestaan. Nog stelde Buedius als amen
dement voor, om het uitvoerrecht van suiker
van 30 op 50 ets. per 100 kilogram te brengen,
doch bijna zonder debat werd dit met 58
tegen 14 stemmen verworpen. Over een
ander amendement van de Bruyn Kops, om
het uitvoerrecht der thee adf 1 per 100 kilo
gram te doen vervallenop grond van de
ontwikkeling der cul tuur van dit artikel, dat
in Nederland een volksdrank is, zoodat be
perking van aanvoer is af'te keuren, staakten
de stemmen (36 tegen 36) zoowel in deze
zitting als in die van Dinsdag 15 October
(37 tegen 37), zoodat het volgens het nieuwe
reglement van orde wordt beschouwd als
verworpen. In die laatste zitting werd nu
art. 3 onveranderd goedgekeurd, zoomede
de artt. 48, art. 9 na weiziging der woor
den ruiterlijk een jaar na het in werking
brengen", in rtot het in werking brengen(op
voorstel van den minister), en art. 10. Bij
artikel 11 luidende: r deze wet treedt in wer
king op 1 Jan. 1874" wilde Bredius bij
amend, voegen ren blijft van kracht tot 1 Jan.
1880. De Minister had geen bezwaar dit
overtenemendoch liet amendement van
Naanen, om die bijvoeging weder uit de wet
te lichten, werd met 43 tegen 31 stemmen
aangenomen, zoodat het artikel nu onveran
derd werd goedgekeurd. Het wetsontwerp,
hierna in zijn geheel in stemming gebracht
wordt aangenomen met 38 tegen 36 stem
men. Hiermede is alzoo, zij het ook met eene
meerderheid van slechts twee stemmen, een
eerste stap nader gedaan tot vrijheid van
handel. Mocht de Eerste Kamer dit ontwerp
bekrachtigen
In de ziting van 16 October namen de
debatten over het wetsontwerp tot voorzie
ning tegen de besmettelijke ziekten een aan
vang. De bestrijders zagen daarin eene mis
kenning van het beginsel der autonomie
der gemeenten; zoo niet de voorstanders
onder deze laatsten hadden eenigen met leed
wezen gezien dat de verplichte vaccinatie
der schoolkinderen uit de wet teruggenomen
was. De Min. v. Binn. Z. reserveerde dit
punt totdat het amendement om die bepa
ling er weder in op te nemen aan de orde
was, en zeide verder dat de quarantaine in
overleg met de Min. v. Marine moest wor
den ontworpen. De algemeene discussie liep
in deze zitting af. In die van 17 October
werd art. 1 behandeld met de daarop voor
gestelde amendementen van Wintgens: om
typhus en diphteritis niet in de lijst der besmet
telijke ziekten op te nemen; dit amend, werd
verworpen met 47 tegen 18 stemmen; van
Viruly c. s.; om mazelen uit te zonderen, ver
worpen met 37 tegen 28 stemmen; nog een
van Wintgens, om bij toepassing dezer wet
op andere ziekten voor een bepaalden tijd, dat
te doen in aantewijzen gemeenten, in deelen
van t Rijk of in 't geheele Rijkdus eene
territoriale aanduiding, werd aangenomen
met 34 tegen 30 stemmen.
Berlijn, 15 Oct. Prins Albert van Pruissen
is gisterenavond te 11 uren 10 minuten
overleden.. De prins is een broeder des ko-
nings. Hij werd in 1809 geboren en huwde
in 1830 met Prinses Marianne der Neder
landen van wie hij in 1849 gescheiden
werd.
De dotatiawet werd aangenomen met
52 stemmen tegen 4. Het Dagblad achtte
dit eerste getal zeer passend, omdat het in
het hebreeuwsch Bohema luidt, wat ook
beteekent beest, vee, redeloos.
Naar aanleiding van deze geestigheid
schrijft de Arnh. Ct.: »De heer Wintgens
zal noodzakelijk weder eens een attest aan
het Dagblad moeten gevendat het op
betamelijken toon wordt geschreven; an
ders vreezen wij wezenlijk dat sommigen
er aan zullen gaan twijfelen.
Men verneemt, dat in Nov. a.s. het
examen voor adspirant-surnumerair bij het
vak der posterijen, zal plaats hebben.
Naar het Utr. Dagbl. verneemt, zul
len met de aanstaande winterdienst door
de Maatschappij van den Ned. Rijnspoor
weg even ruim retourbiljetten worden uit
gegeven als voor de zomerdienst.
De werving van vreemdelingen voor
de koloniale militaire dienst is tot nader
order weder opengesteld en het handgeld
voor iederen vreemdelingdie zich voor
zes jaren verbindt, op f 120 vastgesteld.
Zaterdag namiddag ten 3 ure is de
zwaar geladen stoomboot ^'Telegraaf no. 4,"
nabij de Willemstad, in het Hellegat door
het stooten op eene der zandbanxen door
midden gebroken en gezonken; alleen de
equipage en de passagiers ruim veertig in
getal met de bagage zijn gered, voor het
overige is alles verloren.
De passagiers ondervonden, nadat zij met
behulp van een veerschuit van de veronge
lukte stoomboot waren gered, de grootste
hulpvaardigheid en voorkomendheid van
eenige offic. te Willemstad in garnizoen.
Men verneemt, dat er waarschijnlijk geen
kans bestaat om het gezonken vaartuig te
lichten, daar het reeds te diep in het zand is
weggezakt.
Het gerucht dat den heer P. A. Jans
sen door den minister van Oorlog eene be
trekking is aangeboden, schijnt onjuist te
zijn. Men beweert dit althans op grond van
eene advertentie in de Leeuw. Ct., waarin
genoemde heer bericht, dat hij een agent
schap in wijn, spiritualiën enz. van huizen
te Bordeaux en Mentz heeft aangenomen.
In de Lange Smeestraat te Utrecht
hebben Zondag drie gas-ontploffingen plaats
gehad, ten gevolge eener opeenhooping van
gas bij het afbreken der oude pijpen.
Tot leden van den Gemeenteraad te
Utrecht zijn gekozen de HH. S. Gille Heringa
en Dr. L. Mulder.
Maandag nacht te half drie zijn te
Amsterdam twee loodsen, welke de vuur
werkmaker van der Brugh als magazijnen
gebruikte, in de lucht gesprongen. Persoon
lijke ongelukken zijn hierbij niet voorge
vallen.
De Amst. Ct. meldt aangaande dit onge
luk nog de volgende bijzonderheden
De belendende perceelen hebben in het
algemeen zwaar geleden, en zelfs meer dan
dat, hetwelk in de onmiddellijke nabijheid
der fabriek door den heer van der Brugh be
woond wordt. Van al de huizen op het Oet-
genspad, naar gissing wel 100 meters van
de fabriek gelegen, zijn de glazen gesprongen,
in sommige zelfs de ramen vernield, en de
pannendaken zwaar beschadigd, zoo al niet
geheel vernietigd. Zelfs in den omtrek van
het Amstel-hötel, aan de nieuwe huizen
tegenover het spoorweg-station, in de Tulp
straat, achterzijde, bleef schier geen enkel
huis van schade vrij. Ook aan de overzijde
van den buiten-Amstel heeft de ontploffing
zich doen gevoelen en schade toegebracht.
De naaste perceelen zijn bijna ruïnen ge
worden. Gespleten muren, ingestortte daken,
verpletterde of geheel van hun plaats gestoo-
ten meubelen, in één woord, onbeschrijfelijk
en soms grillig is het tooneel van verwoes
ting dat tl.e plaats oplevert. Een ooggetuige
verzekert ons, dat hij stukken muur, naar
gissing wel 100 kilo zwaar, op een afstand
van ongeveer 70 voeten in het weiland ge
vonden heeft; ijzeren staven, uit het fabriek-
gebouw afkomstig en vier a vijf meterslang,
zijn mede op verre afstand in den grond ge
boord.
Deskundigen vermelden, dat de oorzaak
van den brand noch aan onvoorzigtigheid,
noch aan achteloosheid zal zijn toe te schrij
ven, maar dat men hier te denken heeft aan
de volgende oorzaak. Zooals men weet, heeft
het ongunstige weder onlangs belet het
groote vuurwerk, bestemd tot opluistering
van de landbouwfeesten te 'sHage, op den
bepaalden tijd af te steksn. Dit nu is tot
nader order in de fabriek geborgen. Daarbij
zijn stukken, rijk met kleurstoffen voorzien
wier chemische zamenstellin g,vooral navan
water doortrokken te zijn geweest, van dien
aard kan zijn, dat broeijing en zelfontbran
ding denkbaar is.
Wij vernemen dat de heer van de Brugh
niets tegen brandschade verzekerd had.
In de jongste zitting van den Gemeen
teraad te Maastricht is de benoeming van
den Heer Kapteijn, tot leeraar aan de Hoo-
gere Burgerschool aldaar ter sprake geko
men. De vraag werd geopperd, of deze be
noeming met voorbijgang der 3 door het
dagelijksch bestuur voorgestelde candidaten,
niet was in strijd met de overeenkomst, vroe
ger met de Regeering gesloten. De zaak is
gesteld in handen eener speciale commissie,
ter fine van onderzoek. Inmiddels zal aan
den titulares geen tractement worden uit
gekeerd.
Men schrijft uit Brielle aan het Vad.:
Verleden Woensdag zijn de heeren van
Tuijll, Merkus en Kol van de Utrechtsche
Asylcommissie hier geweestom met de
gedelegeerden van de hoofdcommissie en
kele punten betreffende den bouw van het
asyl te bespreken. Ook de heer Koelman was
tegenwoordig met den heer Vogel, archi
tect. Een plan voor het Asyl, door den heer
Oudshoorn ontworpen, kwam ter tafel en
lokte de eenparige bewondering uit. Een
flink hoofdgebouw, met hef front naar de
Voorstraat gericht, zou de achterzijde van
het Asylplein beslaan, terwijl hieraan twee
groote zijvleugels zouden worden gebouwd,
ieder ingericht voor 8 woningen, zoodat in
het geheel ruimte zou zijn voor 20 gezinnen.
Het door deze gebouwen hoefijzersgewijze-
ingesloten terrein zou met plantsoen worden
aangelegd, terwijl vóór aan den ingang van
den tuin de nimf zou worden opgerigt. De
bouwtrant is die van de 16de eeuw.
Maar de kosten. Ik geef u toe, dat die
voor het oogenblik voor dat reusachtig plan
nog niet disponibel zijn, maar het is vatbaar
voor inkrimping. De bestaande middelen
werden van dien aard geoordeeld, dat men
althans beginnen kon met iets daarvan to
stichten. Er moet nu nog met den heer-
Oudshoorn worden geraadpleegd, in hoever,,
mutatis mutandis, met het hoofdgebouw een
aanvang zou kunnen gemaakt worden, om,
als er later meer geld 'comt, tot de geheele
afwerking van het ontworpen plan te komen.
En op middelen om aan meer geld te komen
wordt niet alleen gepeinsd, maar er zijn er
enkele, en mijns inziens zeer goede, in over
weging die echter thans nog voor geen publi
catie bestemd zijn.
In ieder geval is in overleg met de heeren
Koelman en Vogel besloten, de nimf te zet
ten op dé door den heer Oudshoorn aange
wezen plaats. Zij zal dan staan juist op liet
snijpunt van de Kerkstraat en de Asylstraat,.
die respectivelijk van het Maarland en van
de Voorstraat toegang verschaffen naar het
Asylplein, zoodat het beeld zoowel op het
Maarland als in de Voorstraat zal kunnen
gezien worden.
De heer Koelman heeft voorts alle schik
kingen met de ambachtslieden beraamd, die
noodig zijn; een opzigter is benoemd, zoodat
de volgende week vermoedelijk de eerste
werkzaamheden voor de fundering van de
nimf een aanvang zullen nemen. Is de win
ter dan niet al te streng, dan zal het plan om
op 1 April te onthullen kunnen doorgaan.