Amersfoort en Omstreken.
No. 58.
Zaterdag- 1 Februari.
Uitgever: A. M. SLOTHOUWER,
Uren van vertrek der algemeene Communicatie-middelen voor Amersfoort.
Handel in Titelden Ridderorden.
i87a.
WEEKBLAD
VOOR
Dit Blad verschijnt des Zaterdags namiddag.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden ƒ0,73.
Franco door het gcheelc Rijk0,85.
Afzonderlijke nummer7'/„ Cent.
Boekhandelaren en Postdirecteuren nemen bestellingen aan.
TE AMERSFOORT.
Advertentiën van 15 regelsƒ0,50
Iedere regel meern 0,10
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen door den belanghebbende in
persoon bezorgd0,25
"Winterdienst aangevangen 1 November 18-72.
Vertrek van Amersfoort naar Utrecht:
9,1 aank. Utrecht 9,40, Amsterdam 11,40, Rotterdam 12,'s Hage 12,5.
11,2 (sueltr.) 11,30, 12,55, 1,30, 1,35.
2,39 3,25, 4,50, 6,25, 6,40.
8,18 8,55, 9,50, 10,20, 10,25.
DILIGENCEDIENST J. FLOOR OP AMSTERDAM.
Vertrek van Amersfoort 1,30 uur nam., van Soestdijk 2,30 uur, van Baarn 3
uur, Ecnmes 3,30 uur, aank. Amsterdam 6 uur.
Vertrek van Amsterdam 8,30 uur voorm., aank. te Amersfoort 1 uur nam.
DILIGENCEDIENST OP BARNEVELD.
Uit Barneveld vertrek 7 uur 's morgens op de eerste treinen.
Uit Amersfoort 9 's avonds na aauk. der laatste treinen.
NEDERLANDSCHE CENTRAAL-SP00RWEG.
Vertrek van Amersfoort naar Zwolle
9,5 vertr. v. Utrecht 8,30, aank. Zwolle 10,57, Groningen 1,50, Leeuwarden 2.
1,34 n n 12,45, i, ff 4,8, 7,57, 8,10»
6,16 (sneltr.) 5,50, 7,48, 10,—, 10,—.
9,fj tt a 8,25, 10,58.
- DILIGENCEDIENST OP MAARSBERGEN.
Ui® Amersfoort 6,30 's morgens op de trein van 8,53 naar Arnhem (aank. 10 uur)
en vim 7,51 naar Utrecht (aank. 8,35) en 3 uur 's middags op de trein van 4,55
naar Arnhem (aank. 5,58.)
Uit Maarsbergen 10 uur 's morgens na aank. der trein van 9,5 uit Arnhem en
8,25 uit Utrecht en 8,15 uur 's avonds na aank. der treiu van 7,25 uit Arnhem.
«EMLARIJI.
ïBegint gij daar al weer over?" zoo
vraagt wellicht een onzer lezers. »Moet gij
op nieuw herhalen, wat gij reeds vroeger in
uw blad onder den titel van Aalmoezen hebt
medegedeeld? Is het niet genoeg ter ken-
nisse van het publiek gebracht, dat "hier in
Amersfoort gebedeld wordt, en hebt gij niet
zelf later in uwe berichten opgenomen, dat
de Rechtbank alles doet om het kwaad te be
teugelen, en dat de Officier van Justitie de
Burgemeesters van bsMrrondissement heeft
uitgenoodigd ten strengste tegen bedelarij
te waken? Wat wilt gij dan meer?" Zacht
wat, mijn vriend, gij vraagt zooveel op eens,
dat ik eerst ook wel eens aan het woord wil
de komen.
Wat ik meer wilde?" Niets meer en
niets minder dan dat de bedelarij met wor
tel en tak werd uitgeroeid, en dat er inrich
tingen vereenigingen hier ter stede be
stonden (eene of meer), die zich ten doel
stelden landloopers en bedelaars te hervor
men in werkzame menschen. Onmogelijk
Volstrekt niet.
In de eerste plaats zij hulde gebracht aan
1 de rechterlijke autoriteitdie van hare zijde
met kracht de ondeugd bestrijdt, en waar ge
noegzame bewijzen te vinden zijn, de schul
digen straft. Wel is het aantal der laatsten
nog gering te noemen in vergelijking van de
zwermen havelooze bedelaars, die zich op
den (erkenden?) bedeldag op de straten ver-
toonen, maar wij zijn met genoegzame ze
kerheid ingelicht, dat de justitie niet stil
zitdat zij onderzoektopspoort en een
waakzaam oog in 't zeil houdt. Zij kan ech
ter slechts straffengenezen niet. Al ver
mocht de rechterlijke macht op één oogen-
blik al dat gespuis, hetwelk zich in lompen
gekleed, met gefingeerde of werkelijke ge
breken, op brutalen of klagelijken toon bij
u of uwe huizen indringt, voor korteren of
langeren tijd in de gevangenis te werpen,
het kwaad der bedelarij zou voor dienzelfden
tijd zijn beteugeld, doch daarna weêr met
vernieuwde woede uitbreken.
Mocht gij mij willen teger,werpen, dat dan
zulk straffen al heel weinig resultaat ople
vert, en het beter ware, indien de rechter
lijke macht zich met andere zaken bezig
hield, ik antwoord u: Niet aldus. AVan-
neer de justitie voortgaat op den ingesla
gen weg, dan zullen de oogen geopend wor
den van hen, die zich niet ontzien voortdu
rend der bedelarij nieuw voedsel te geven,
in weerwil van de daartegen bestaande of
toegepaste straffen. Zij alleen zijn het die
het kwaad kunnen tegengaan, en nochtans
zijn zij het alleen, die het het meest bevorde
ren. O, weldoen is zulk een schoon woord,
maar moeielijk in de praktijk. Het spreek
woord zegt: wie geeft van wat hij heeft,
is waard dat hij leeft," en veelbeteekenend
is de spreuk»wie den arme geeft, leent den
Heere!" Maar geen van deze woorden is
toepasselijk op hetgeen wij hier ter stede
geregeld (althans Donderdags) aanschouwen.
Eerst dan wordt er een weldaad bewezen,
wanneer men de eerlijke armoede, die niet
vraagt, niet bedelt, zich niet aan uwe deuren
vertoont, door eene milddadige gift tegemoet
komt in de dagelijksche nooddruft, waarin
zij ondanks al haar zwoegen en tobben niet
in staat is te voorzien. Doch elke gift den
als het ware gepatenteerden landlooper, die
wekelijks zijn aalmoes aan uw deur komt
afhalen, gedaan, is den arme ontstolen. Ja
het staat wel fraai, elke week op een bepaal
den dag en een bepaald uur aan uwe stadge-
nooten te kunnen toonenziet, boe mild en
liefderijk ik benUwe stoep, en somtijds de
halve straat voor uwe woning is bevolkt met
een aantal van die acbzoo armoedige men
schen, die niet bedelen, maar alleen de met
u gesloten overeenkomst gestand doen om
op dien dag en uur te komen ontvangen het
geen gij hun hebt toegezegd Toch houd ik
volgij, edelmoedigen, gij besteelt uwe ware
armen
Niet in uiterlijk vertoon is het weldoen
gelegen. Wie het aantal armen (schijnbaar
of niet) in ongeloofelijk korten tijd voor zijn
deur wil zien aangroeien, hij schuive zijn
raam open, en deele op geregelde tijden zijne
centen uit aan een ieder die zich aanmeldt.
Vraagt niet, wat er met die centen gedaan
wordt! üf kent gij, milde gever, ieder van
die landloopers, die meestal van buiten af do
stad, om zoo te spreken, overrompelen (zie
vonnissen der rechtbank van 19 December
jl., waarbij er 4 van de 7 verklaard werden
zonder vaste luoonplaats te zijn)Ja? Nu,
geluk met die kennismakingDe rechtbank
zal u wel vroeg of laat doen zien, wie zij zijn.
Neen, indien het u te doen is om de ar
moede te beteugelen, begint dan met uwe
deuren of ramen gesloten te houden voor die
FEUILLETON.
(Overgenomen uit het Duitsehe Weekblad „Gartenlaube").
Reeds van de tijden van Adam en Eva af werden met de
ijdelheid der menscben de voordeeligstc zaken gemaakt.
Geenc ijdelheid is echter zoo erg en gevaarlijk als die der
mannen. De ijdelheid van het vrouwelijke geslacht, aan
hetwelk inzonderheid het verwijt deswege wordt gemaakt.,
heeft slechts betrekking op het gebied der mode en brengt
daardoor slechts schade toe aan de huishoudelijke kas en
dikwerf ook aan den goeden smaak. De ijdelheid der vrou
wen bepaalt zich bij het uiterlijke en dringt zelden diep in
het karakter door. Ook hangt zij zoo geheel met den bloei
tijd des levens te zamen, dat zij in den regel ook met dezen
verdwijnt. De ijdelheid der mannen integendeel, blijft en
w erkt des te gevaarlijker, naar mate zij in hoogere standen
zijn geplaatst. Wij bedoelen daarmede natuurlijk niet de
zucht om door uiterlijk het andere geslacht te behagen,
want deze is ook vrouwelijke ijdelheid, die met de jaren
verdwijnt, maar wij bedoelen inzonderheid de, uit den be
dorven grond van eene misplaatste ambitie, voorkomende
zucht naar titels en ridderorden.
Wie telt de geniën die door deze even treurige als be
lachelijke ziekte zijn verloren gegaan? Wie weegt de man-
nenwaardc die door dit lijden reeds is vernietigd? Geene
hoogte van wetenschap of beschaving baat daartegen. Zelfs
de vooruitgang van den laatsten tijd heeft die ziekte niet
doen verminderen.
In Duitschland wordt, behalve de steeds begeerde titel
van hofraad, die van doctor het meest gezocht.
Ten einde de mocielijkhedcn tot het verkrijgen van dien
titel uit den weg te ruimen, biedt de Hr. Helmsen, arts en
docent in de medicijnen te Berlijn, openlijk zijne diensten
aan, en door schriftelijke mededecling van doctorandi, heb
ben w ij ook het nadere daaromtrent leereu kennen. Aan
een hunner schrijft Dr. Helmsen: „Gij kunt door mijne
bemiddeling het diploma van doctor in absentia verkrijgen,
en wel van eene universiteit van den eersteu rang. Een eerst
vereischte daartoe is de toezending van een kort levensbe
richt en 6 thaler als honorarium voor te houden consult."
Uit een brief aan een ander vernemen wij het volgende
„De promotie heeft plaats bij de universiteit te Philadel
phia, de meest beroemde van Noord Amerika. Het gezamen
lijk bedrag der honoraria is 160 thaler. Dit bedrag dient
vooraf te w orden toegezonden en ik garandeer u dat ge, zes
weken na de toezending daarvan, uw diploma zult ontvan
gen, geschreven in de latijnsehe taal en onderteekend door
den deken, den secretaris en zes leden der faculteit.
Zoo is dan voor hen, die veel geld doch weinig geleerd
hebben, de weg geopend om den langen en schoouen titel te
verkrijgen van doctor in de wijsbegeerte en meester in de
vrije kunsten.
Deze speculatie blijft echter, wat het grootsche en winst
gevende betreft, verre terug bij de handelsonderneming in
ridderorden van een man, die het niet zal euvel duiden dat
zijn adreskaart hier worde opgegeven. Deze luidt als volgt
Directeur F. G. Spangenberg.
Practisch landbouwkundige en chemist, stichter der
nationale veiceniging voor handel, nijverheid en land
huishoudkunde, bestuurder der Philadelphische maat
schappij, Directeur van het pensioenfonds voor wedu
wen en weezen van alle standen, lid der vereeniging
van industrie en der algemeene handels- en credictver-
ceniging te Dresden, gepatenteerd voor verschillende
uitvindingen in Duitschland en Oostenrijk.
Dresden, Antonstadt, Bon wstrasse no. 16.
Spreekuren: des voormiddags van 1012; des
namiddags van 47 ure.
De persoon die ons voor de w aarheid van het bericht heeft
ingestaan, een groot industrieel, had zich naar aanleiding
der annonce tot genoemden directeur gewend en verkreeg
zulke voldoende inlichtingen dat wij, ter nutte van het pu
bliek, het van onzen plicht rekenen, die in haar geheel mede
te deelen.
Het eerste antwoord op de gedane aanvrage was het
volgende
„Het spreekt van zelf dat aanvragen voor titels cn ridder
orden, alsmede voor consulaten, niet voor een ieder kunnen
gedaan worden, maar slechts voor een of meer geachte inge
zetenen op eene plaats. U dient mij derhalve op te geven,
of ge voor n zeiven of voor een ander vraagt, en w elke uwe