U begrijpt toch, wie ik het meest naar de oogen moet zien." Hier schrikte ik wakker. Is dat niet, vroeg ik mij zeiven af, de toestand, waarheen de omverwerping der neutrale school nood wendig moet lijden? zal niet op deze wijze reeds by de jeugdige kinderen alle gevoel van verdraagzaamheid worden verslikt? Zal niet geleidelijk het kerkgenootschap, dat het grootste aantal leden heeft, den boventoon voeren, andere godsdienstige richtingen ver ketteren, eerst de school, en later den Staat aan zich onderwerpen, en alle andersden kenden buiten sluiten, en zoo oppermachtig worden? zullen wij zoo niet tot vóór het jaar 1795 teruggaan? en zal het vrije, ver draagzame Nederland langs dien weg niet de prooi worden van godsdienst en burger twist? Een ieder wake en handele voor het te laat is. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT doet te weten, dat de lijsten, aanwijzende de personen in deze ge meente bevoegd tot het kiezen van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Gcneraalde Provinciale Staten enden Gemeenteraad, op heden zijn gesloten en in afschrift aan geplakt aan de bergplaats bij het Raadhuis, welke lijsten ge durende veertien dagen, te rekenen van heden, alle werk dagen van 10 tot 1 uur op de Secretarie der gemeente voor eenieder ter inzage liggen. Amersfoort, den Ï7. Maart 1878. De Burgemeester voornoemd, A. G. W1JERS. AMERSFOORT 21 MAART 1873. Dinsdag 8 April e.k. heeft de verkiezig plaats voor een lid van den Gemeenteraad alhier, opengevallen door het overlijden van den Heer D. Scheerenberg. De vergaderingen der kiesvereenigingen tot het opmaken van een candidatengros voor dat lidmaatschap hebben plaats in een der lokalen van Amici- tia, en wel die van »de Eendracht" Dinsdag 25 Maart, en die van ^Amersfoort" Donder dag 27 Maart e.k., beiden des avond ten half acht ure. Tot deurwaarder der direete belastingen te Baarn is benoemd de Heer W. F. Wolvers, deurwaarder te Hoogeveen. Bij de op 17 Maart jl. gehouden schiet wedstrijd door het kader onderofficieren en korporaals der dd. Schutterij te Amersfoort is de door den Majoor-Kommandant uitge loofde prijs behaald door den korporaal Boode en de premie door den korporaal Micklenhof. Woensdag 19 dezer had des avonds in de croote zaal van Amicitia alhier ten aankoore van een talrijk publiek de voortzetting van het debat plaats, den 6den dezer maand ge houden in de vergadering der afdeeling Amersfoort van de vereeniging tot bevordering van het Volksonderwijs in Nederland. De voorzitter, Dr. Burger, heropende deze ver gadering en gaf haar kennis dat het Huis houdelijk Reglement door het Hoofdbestuur was goedgekeurd, met deze wijziging dat de bepaling van opzegging van het lidmaatschap vóór het einde des jaars veranderd worde in »vóór drie maanden," ten einde overeen stemming te brengen met het Hoofd-Regle- ment. Hij verzocht voorts de sprekers niet langer dan 15 minuten het woord te voeren. Daarop beklom de Heer Ds. Kalff het eerst de tribune. Hij toont het onware aan der beschuldigingen van de anti-revolutionai ren, dat de staat onrechtvaardig handelt, geen vrijheid toelaat, de school geeft in han den der moderne richting en God er buiten laat; en beweert dus dat men sectescliolen verlangt, waardoor z. i. het onderwijs zou worden slechter, duurder, minder voldoende, de onverdraagzaamheid bevorderende, en in de macht der kerk zou komen. De Heer Brum meikamp kwam hiertegen op, bewee- rende dat juist de staatsschool eene secte- school moet genoemd worden als vertegen woordigende de moderne richting; en meent dat het niet genoeg is om in een godsdien- stigen geest onderwijs te geven, maar dat het wel degelijk aankomt op den grond waarop de zedelijke waarschuwingen rusten. De emeritus opper-rabbiju van Curasao, de Heer Chumaceiro, verzet zich ten sterkste tegen de beweering dat de staatsschool de moderne richting vertegenwoordigt, want hij zegt dat de Israëliet ofschoon niet modern, toch voorstander is van de openbare gemengde school, gelijk o. a. blijkt uit het feit, dat te Amsterdam 1600 Joodsche kinderen de staatsschool bezoeken, wier ouders voor 7/8 orthodox zijn. Er is beweerd, zegt de Heer Meijer, school meester te Rotterdam, dat er op de school wel van God wordt gesproken, maar van welken God? vraagt hij. Van den God der verbeelding, van den God van het verstand, van den God der fantasie, ja, maar niet van den God der openbaring. En zou ons onder wijs zoo slecht zijn Ziet, reeds sedert 6 Mei 1844 bestaat de eerste Christelijke school te Nijmegen, en hoe velen zijn er sedert elders niet opgerichtDe staatschool zou niet duur zijn, doch stel 300 scholen, wier oprich ting ieder minstens f 4000 gekost heeft, dan hebben wij meer dan een millioen daartoe bijgedragen en is dat rechtvaardigEn zou het wel zoo kwaad zijn als de school in han den der kerk kwam? Wij wijzen slechts op den tijd der hervorming, en op Duitschland. Zeide men toch niet: de Duitsche school meesters hebben deFranschen overwonnen!? Wat wij verlangen? zeker, het onderwijs in de Bijbelsche Geschiedenis op de school. Dr. Burger geeft enkele losse opmerkingen ten beste, waarbij hij wijst op de verplichting van ieder staatsburger om bij te dragen in de lasten van den staat, ook al mocht hij zelf er niets geen voordeel of nut van trekken. Hierop geeft de Heer M. v. Schouwenburg eene schets van hetgeen het worden zou, indien de school werd overgelaten aan par ticuliere krachten. Hoe vele richtingen zijn er niet op godsdienstig gebiedDientenge volge zouden er evenzoovele scholen moeten zijn, en daardoor het onderwijs des te duur der en onvollediger, en voorzeker teu nadeele van den onderliugen vrede. Pauze. Daarna doet de Heer Brummelkamp een beroep op de onlangs uitgegeven brieven van Mr. Thorbecke, en leidt daaruit af dat ook deze vrijheid in alle godsdienstige richtingen heeft verlangd, zoodat hieruit volgt, dat de gemengde school b. v. de historie van ons vaderland in haar onderwijs opneemt, de onderwijzer het beeld van Prins Willem I niet zonder aanstoot te geven zou kunnen schetsen. Wat. hij verder omtrent het school verbond zeide, laten wij achterwege, als zijnde minder aan de orde. De Heer Kolle- wijn leidt uit het gehoorde van de tegenpartij af, dat de dubbeltjes kwestie wel degelijk de voornaamste is, en toont aan dat de staats school geen secteschool, omdat wanneer het ons om waarheid te doen is, men de geschie denis onderwijzen kan, zonder ergernis te geven. Eene andere vraag is of men niet im mer aan iets aanstoot kan nemen. De bewee ring dat het onderwijs in Pruisen zoo uit muntend zou zijn, weerlegt hij o. a. met het feit dat voor 3 jaren ruim 4000 onderwijzers plaatsen vacant waren. Ds. Bruininks zeide nu optetreden als voorzitter van het anti schoolwetverbond, en een uitvoerigen brief van Ds. Gerth van Wijk te hebben ontvan gen, welken hij wegens gebrek aan tijd niet zou voorlezen, maar publiceeren. Hij neemt deze spreekbeurt te baat om nog even te zeggen, dat het Christendom moet ophouden het modernisme recht van bestaan te geven. Ook de Heer Schouwenburg had een brief ontvangen, en wel van den Heer Huzen, die echter eene herhaling was van het reeds vroeger door hem gesprokene, en daarom ter inzage van de leden wordt gelegd. Nog steeds wachtte bij antwoord op zijne vraag aan Prof. Brummelkamphoe diens theorie in praktijk te brengen? en zonder dat durfde hij haar eene holle theorie noemen, die een goeden toren afbrak, maar niets in de plaats gaf. H ij meende dat de klaagtoon van een schamele partij te vormen wel achterwege mocht worden gelaten, omdat er waarlijk ook niet weinig aanzienlijken tot haar behoor den. Prof. Brummelkamp erkende dit eenig- zins, maar beweert dat in strijd met de Grondwet aan zijne partij geen recht weder vaart. Hij wil zich buiten de kwestie hou den van de godsdienstige opleiding door de kerk en in het huisgezin, maar houdt staande dat deze niet op de school mag gemist wor den, waar het kind grootendeels gevormd wordt. De Heer Kalff doet opmerken dat hij het woord modern niet heeft gebruikt in den zin van godsdienstige richting maar van wetenschap, en zegt dat de staat zich wel bepaald het onderwijs moet aantrekken om degelijke burgers te vormen; dat het aan particuliere krachten overgelaten, op nieuw in handen der kerk zou komen, terwijl de armen voor wie thans het kosteloos ouder wijs een recht is geworden, er dan als een gunst om zouden moeten bedelen. De Heer Meyer zegt met het oog op de beweering, dat er zooveel godsdienstige richtingen zijn, dat dan het onderwijs op de staatsschool moeielijk te geven is. Want om niet te erge ren zou men dan op de hoogte van al die richtingen moeten zijn. Hij meent, dat het onderwijs in den geest van den Heidelberg- schen Catechismus waarlijk zoo kwaad niet zou zijn; dat er ook buiten de secteschool veel onverdraagzaamheid gevonden wordt; en dat het niet noodig zou zijn, dat iedere richting haar school heeft, indien slechts de hoofdrichtingen in de school vertegenwoor digd werden. De Heer Burger waarschuwt er tegen dat men toch niet aan alles ergenis neme. Keert men zich toch aan zooals hij gehoord heeft, tegen het onderwijs in de natuurkunde, zoo zou zelfs het in handen geven van iederen almanak schadelijk zijn, waarin aanstaande zons-, maansverduiste ringen eet. worden aangekondigd. Ook gelooft hij, dat men de kinderen bij het een of ander gebod niet altijd het waarom be hoeft op te geven, maar zich eenvoudig be roepen op de stem van hun geweten. Kinde ren zijn geen wijsgeeren met wie men philo- sopheert. Daartegen beweert Prof. Brum melkamp, dat kinderen wel degelijk naden ken, en naar de reden van ieder verbod vragen. Hij verlangt niet alleen verstandig, maar ook zedelijk godsdienstig onderwijs op de school. Moet men de kinderen eerst later tot godsdienstige menschen vormen, dat zo. zijn, als gaf men na het voedsel het zout, d<> in de spijs moet zijn. De heer Chumaceiro zegt zoowel te Amsterdam als te Curasao ondervonden te hebben, dat wanneer de schoolwetten in strijd kwamen met de gods dienstpligten der Israëliten aanstonds daarin te gemoet gekomen werd, zoodra men erover klaagde. De heer Bruininks spreekt nog eer kort woord, waarin hij de stelling verkondigt dat de staat lid van de kerk moet zijn, en dus zich moet onderwerpen aan de kerkelijke regelen en voorschriften. Tegen deze stel ling trekt ten slotte de Heer M. v. Schou wenburg te velde, eu toont aan hoe ju'sfc daardoor strijd tusschen de voorstanders van het anti-schoolwetverbond ontstaat, want Prof. Brummelkamp zelf had duidelijk ge zegd voorstander te zijn van scheiding van kerk en staat. Neen, de staatsschool is de eenige noodige en wcnschelijke, daar vindt men alle richtingen vereenigd, wordt ver broedering aangekweekt en verdraagzaam heid bevorderd. Hierna wordt wegens het vergevorderde uur de vergadering door den voorzitter ge sloten met dankzegging aan allen die daarin het woord hadden gevoerd en haar met hunne tegenwoordigheid hadden opgeluisterd. Heden morgen werd alhier behandeld de zaak van A. de Bruyn en zijn zoon H. G. J. de Bruyn beschuldigd van verhindering van werkzaamheden der rijkskommiesen, die een koe bij hen wilden benaderen, door het toe brengen van slagen en stooteu. De rijksadvocaat Mr. de Koning uit Am sterdam, namens den Min. van Fin. optre dende, eischte ontslag van rechtsvervolging voor den zoon, als zijnde in dienst van zijn vader, zoodat deze dus voor hem verantwoor delijk is, en de veroordeeling van den vader tot twee geldboeten van f 200,ieder, ter wijl hij tevens verzwarende omstandigheden aanwees. De verdediger van de beide beklaagden Mr. Burger, advocaat alhier, vereenigde zich met het gevraagd ontslag van rechtsvervolging wat den zoon betreft en trachtte verder aan

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1873 | | pagina 2