behooren van voedsel en drinkwater te voor
zien. De kust blijft geblokkeerd.
Men leest in de Staats- Courant in dato 22
April
Niettegenstaande de Regeering bij herha
ling de verzekering heeft gegeven, dat zij de
berichten uit Indië omtrent al hetgeen de
expeditie tegen Atchin betreft ten spoedig
ste openbaar zal maken, schijnt door minder
juist begrepen particuliere tijdingen hier en
daar ongerustheid ontstaan te zijn, waarvoor
geen reden aanwezig is. Wil men zich niet
noodeloos ongerust maken, dan zal men wèl
doen, op de mededeelingen van Regeerings-
wege te vertrouwen en daaraan de particu
liere tijdingen te toetsen. Het Reu ter-tele
gram uit Penang, waarvan heden ochtend
vertalingen verspreid zijn, luidde als volgt:
Expedition hollandaise rappelée a Padang;
on craint nouveaux soulèvements dans autres
ports Sumatra
De Regeering heeft in de Staats-Courant
medegedeeld, dat Padang het militair station
voor de expeditie is. Reeds daarom dus zou
het zeer natuurlijk zijn, dat de troepen zich
van Atchin naar Padang begaven. Eene an
dere redenen om ze naar Padang te dirigee-
ren, kan hierin bestaan, dat het een Regee-
ringsplicht is om de noodige waakzaamheid
in acht te nemen in de nabij Atchin gelegen
gedeelten onzer bezittingen. Maar de Re
geering heeft geeneilei bericht ontvangen,
waaruit van eenige vrees voor opstanden
blijkt. Meent men te Penang dat zoodanige
vrees bestaat, dan zal het waarschijnlijk zijn,
omdat men te Penang de redenen voor het
terugtrekken der van Java gekomen troepen
naar Padang niet kent en zich in onjuiste
gissingen verdiept.
De Minister van Koloniën brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat zoodra
omtrent gesneuvelde of gewonde krijgslieden
bij de expeditie tegen Atchin, de thans van
het Indisch bestuur nog niet ontvangen op
gaven zullen zijn ingekomen, die ter kennis
van hunne familie of betrekkingen zullen
gebracht worden.
Z. M. de Koning heeft, door tusschen-
komst van den Commissaris des Kouings in
de provincie Groningen, per telegraaf aan
de familie van den gesneuvelden generaal -
majoor Kohier HL>. leedwezen doen betui
gen over het zoo smartelijk en groot verlies,
door het sneuvelen van den dapperen opper
bevelhebber in Atchin geleden.
De Nederl. zouaaf B. J. Lantenslager
uit 's Bosch, spoort zijne voormalige wapen
broeders aan om zich aan te sluiten en de
wapenen op te nemen voor Nederland tegen
Atchin.
"Wij kunnen hier laten volgen het verslag der zitting der
2e Kamer op 22 dezer. Immers zij staat met het zoo even
medegedeelde in naauwe betrekking. Nadat toch het nieu
we lid v. d. Berch van Heemstede zitting had genomen, en
de onvermijdelijke werkzaamheden waren afgeloopen, nam
de Min. van Kol. het woord eu deelde mede, dat het jong
ste cijfertelegram van den Gomerucur-Generaal, zoo even
ontvangen, de geleden verliezen mededeelde. Gesneuveld
zijn de kommaudant, 2 zeeofficieren, waaronder de adel
borst Zimmir, 4 Europeesche eu 1 iulandschc luitn. der
infanterie; gewond zijn: 23 officiereu van de landmachten
2 officieren van de marine. Aan minderen zijn bij de land
macht gesneuveld35 eu gewond 363 man. Bij de marine
gesneuveld 3 en gewond 20 man.
Verder deelde de Min. mede dat, wil men zich een goed
denkbeeld maken van onze verhouding tot Atchin, rneu be
kend moet zijn met dc gebeurtenisseu sedert 1824, die suc
cessievelijk tol de oorlogsverklariug hebben geleid. De Min.
heeft aan zijn departement daartoe een stuk laten opmaken,
dat te uitvoerig is gew orden om mondeling mede te deelen.
Deze nota zal nu volgens besluit der Kamer worden gedrukt
en ook voor 't publiek verkrijgbaar worden gesteld. Op
voorstel van den Heer Van Lijnden werd besloten in de
Vergadering met de Regeering van gedachten te wissc-
len over de aaneelegenlieden van Atchiu, nadat de leden
keunis zullen genomen hebben van de bedoelde nota. (zie
hier achter.)
In dezelfde zitting is nog besloten alvorens tot dc ver
dere behandeling van het wetsontwerp op de rechterlijke in
richting over te gaan, eenige spoed vereischende zaken af te
doen en andere in de afdecliugen te onderzoeken.
De uota van den Min van Koloniën over onze betrekkin
gen tot het rijk van Atchin sinds 1824, is Woensdag avond
laat in de Kamer rondgedeeld, en beslaat 35 pag. folio. Zij
behelst eene historische uiteenzetting tot op de laatste ver
wikkelingen, toen het Indische bestuur inzag, dat dc Sultan
en zijne afgezanten ons misleidden en verraderlijk tewerk
gingen, en zich zelfs tot de buitenlandsche gezauten hadden
gewend, om ondersteuning tcgeu ons in te roepen, terwijl zij
met ons in onderhandeling waren tot regeling van gerezen
geschillen en onze hulp inriepen tegen hunne inwendige
partijschappen. Terwijl de Atchincesche gezanten nog te
Riouw waren, vernam deludische Regeeriug, dat in het be
gin van Januari een afgevaardigde van den Sultan van At
chin naar het Fransche Gouvernement was gezonden, om
hulp en bescherming tegen ons te vragen, terwijl ook vroe
ger de hulp van.Italië w as ingeroepen en dat w ijders de At-
chineesche gezanten bij on9 met vriendschappelijke verzeke
ringen komende, tegelijkertijd gedurende hun verblijf met
dc Marniz te Singapore, bezoeken aflegden bij de agenten
van vreemde mogendheden aldaar, om hun het voorstel te
doen tot het sluiten vau tractaten met Atchin, omdat dit
door Nederland zou zijn bedreigd. "Vandaar dat de Indische
Regeering en het Opperbestuur begrepen, dat opheldering
en rekenschap moest worden gevraagd en dat inmenging
moest voorkomen worden. Dientengevolge werd een- Re-
geerings-Commissaris naar Atchin gezondeD, met last om,
wanneer de Sultan w eigerde volledige opheldering te geven
of de noodige w aarborgen voor eene goede verhouding en
voor het wegnemen der oorzaken van vroegere hotsingen,
hem de oorlog te verklaren. Totict laatste oogenblik
zoo resumeert het rapport is naar eene minnelijke schik
king met Atchin gestreefd, en het doel der expeditie is dan
ook in de instructie voor den Opperbevelhebber aldus om
schreven
Om bij onverhoopte mislukking der pogingen van vrc-
dclicvcndcn aard, desnoods door kracht van wapenen dc
bestuurders van het Rijk van Atchin te noodzaken om te
voldoen aan de hun door den Gouvernements-Commissaris
te stellen eischen, die (blijkens hetgeen in 't rapport vooraf
gaat) betrekking hadden tot naleving der verplichtingen van
vroegere en latere traktaten." Atchin heeft echter gewei
gerd ophelderingen te geven en daarop is, den 26 Maart, de
oorlogsverklaring gevolgd. Inmiddels is in et de betrokken
Mogcndhedeu in gcdachtenwisseling getreden en heeft de
Regeering bij deze dc meest gewcnschte welwillendheid en
medewerking ondervonden.
BINNENLAND.
De Koning en de Koningin zijn Dinsdag
namiddag te 21/2 uren te Amsterdam aan
gekomen en door een buitengewoon talrijke
menigte, die zicli op den Dam en de naburige
straten verzameld had, met veel geestdrift
ontvangen.
23 dezer heeft Prins Frederik, zwager
van den Keizer van Duitschland, gedurende
60 jaren in betrekking gestaan tot het Prui
sische leger. De Keizer heeft bepaald dat,
ter herinnering aan deze gebeurtenis, het
tweede W estfaalsche infauterie-regiment
(Prins Frederik) voortaan zal heeten«In-
fanterie-regement Prins Frederik der Neder
landen (2e Westfaalsche) No. 15."
Dr. G. J. Hofs, leeraar aan de hoogere
burgerschool te Arnhem, is benoemd tot
grootmeester van bet huis van H. K. H. prin
ses Marianne der Nederlanden. D
Bij de tentoonstelling in Arti et Ami-
citiae is reeds gebleken, dat, ook wat de
kunst aangaat, Nederland waardiglijk te
Weenen zal vertegenwoordigd zijn; bet aan
tal Nederlandsche inzenders voor industrie
en landbouw bedraagt 383.
De tentoonstelling zal volgens de Arnh.
Ct. niet gereed wezen dan tegen 1 Junij.
De officieele opening beeft den lsten Mei
plaats, maar alleen is dan liet hoofdgebouw
geheel voltooid. Het geheel zal eerst in orde
zijn tegen het laatst van die maand. De
groote warmte begint hier eerst met Juli.
Bij de samenstelling van de bureaux der
jury van beoordeeling voor de verschillende
(26) groepen of afdeelingen der tentoonstel
ling is het presidium van de 19de groep,
»stads-woningen" en het secretariaat der
23e, 22e eu liegroepen: «nuttigheid der
museums voor kunsten en handwerken",
«gewijde kunst" en «papiersoorten", aan
Nederlandsche leden der jury opgedragen.
Naar het Utr. Dgbl. verneemt, bestaat
hij de regeering het voornemen om aan de
verschillende forten en sterkten in de Ut-
rechtsche linie uitbreiding te geven door het
aanleggen o.a. van aarden batterijen, omdat,
naar het oordeel van bevoegden, de sluiting
van de linie nog niet voldoende gewaar
borgd is.
De Commissaris des Konings in Ut
recht heeft benoemd voor bet jaar 1873
a. tot lid en voorzitter der comm. belast
met het afnemen der eind-examens aan de
leerlingen der rijks hoogere burgerscholen
in de provincie Utrecht, dr. M. Salverda,
hoogleeraar-inspecteur van het midd. ond.
in de provinciën Utrecht, Gelderland,
Noordbrabant en Limburg, b. Tot leden
dier comm.: de bh. dr. C. A. Engelbregt,
hoogl.-direct, te Utrecht; mr. J. Fortuijn
Droogleever, leeraar te Gouda; dr. H. J.
Rink, leeraar te Delft; dr. 0. Bellaar Sprnijt
en VV. Kreling, leeraars te Utrecht; A. M.
Kollewijn Nz., leeraar te Amersfoort; J. A.
Leopold, leeraar te Amersfoort; D. Hoekze-
ma, leeraar te Groningen. De bedoelde exa
mens zullen worden gehouden te Utrecht.
Wij vernemen van goederhand dat
weldra alle waggons van den Holl. IJzerea
Spoorweg-maatschappij doormiddel van gas
zullen worden verlicht. De wijze waarop
dat geschieden zal, is even eenvoudig als
doeltreffend. Zoo als men weet wordt nu in
den glazen bol in iederen waggon des avonds
een petroleum-lamp aangebracht; thans zal
in dien hol een toestel worden gezet, die be
staat uit een gashouder waaraan een buis
met brander is bevestigd. De gashouder be
vat juist zooveel gas als noodig is voer een.
gaspit per dag en dagelijks zullen door een
toestel, aan het station te Amsterdam ge
plaatst, deze verschillende houders weêr met
gas worden gevuld, zoodat dit licht dan even
gemakkelijk in de behandeling is alsof men
daartoe petroleum of een andere vloeistof
bezigde. LC.)
Een persoon werkzaam aan de spoor
wegbrug bij Weesp, is in het water gevallen
en hoewel hij spoedig er uitgehaald is en on-
middelijk geneeskundige hulp bij de band
was waren de levensgeesten niet meer op te
wekken.
De opbrengst van de Maatsch. tot
expl. van Staatsspoorwegen in de week van
9 tot 15 April: f 116,625,2673 tegen
f92,851,81 in die week van 1872. Sedert 1
Jan. jl. was de opbrengst per dagkilometer
f 14,66, tegen f 13,49 in dat tijdvak van
1872.
De zomerdienst treedt op de Rkijn-
en Staatsspoorwegen in werking 15 Mei e.k.
Zaterdag is te Winterswijk een bijeen
komst gehouden der directie van den spoor
weg die vau Rotterdam over Arnhem en
Munster naar Paderborn zal loopen. 't
Schijnt dat de middelen voor dien belang
rijke spoorweg voorbanden zijn.
Bij Min. beschikking is aan J. M. van
der Made te Amsterdam, tot wederopzegging,
vergunning verleend voor een stoomsleep-
dienst in de provinciën Gelderland, Zuid
holland, Noordbolland, Zeeland en Utrecht.
Bij den te Bareveld gehouden ver
koop zijn 30 vrachten Groninger straatvuil
nis verkocht voor f2970,75 en 5 vrachten
ieder voor f210. (Gron. Ct.)
De wevers in de fabrieken der HH.
Scholten in Twenthe hebben hunne werk
staking opgegeven, en zonder loonsverkoo-
ging of ongeregeldheden den arbeid hervat.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen
een wetsontwerp tot herziening van de be
lastbare opbrengst der gebouwde eigendom
men. Het voornaamste doel is, bet bedrag
der belasting meer gelijkmatig en in evenre
digheid van de werkelijke huurwaarde der
gebouwde eigendommen om te slaan, en
zulks over het geheele rijk met ter zijde stel
ling van het tot dusver gevolgd stelsel der
provinciale quotas.
Het gerechtelijk onderzoek in zake
den dubbelen moord is thans in zooverre ge
vorderd, dat, naar het Vad. uit goede bron
verneemt, den gedetineerden de Jong en Be
hagel weldra hun verwijzing naar den pro
cureur-generaal bij bet Prov. Geregtskof in
Zuid-Holland te wachten staat.
De collecte, Zaterdag te Leiden, ten
behoeve van een standbeeld van Pieter Adr.
v. d. Werf, beeft f 4000 opgebracht.
Als een bijzonderheid, wel der vermel
ding waardig, en tevens als bijdrage tot de
kennis van den levensduur van bureau
ambtenaren, moge dienen dat van de 41
ambtenaren die bij de Algemeene Rekenka
mer werkzaam zijn, de zeven oudsten geza-
mentlijk 482 jaren tellen, met 344 jaren
dienst bij dat College, zijnde alzoo 69 jaren
oud en 49 jaren dienst voor iedei\
In de gemeente Jaarsveld heeft zich
weder op nieuw een geval van pokziekte
voorgedaan.
Te Jutfaas heeft een hevige brand ge
woed, waarbij een woonhuis met inboedel,
benevens een koe, paard, varkeu en kippen,
een prooi der vlammen zijn geworden. Met
de meeste inspanning mocht het gelukken
den brand tot bet afgebrande perceel te be
palen. De oorzaak is tot nog toe onbekend.
{U. D.)
Een 5jarig knaapje uit Brakel beeft
eenige snoepcenten aangewend tot het koo-