BURGERLIJKE STAND. 4- het verkrijgen van kennis van den toestand van het pakijs in zee, het eerst door Barends bevaren, van ijsnavigatie en van plaatselijke toestanden, voor zoo ver die op een korten zomertocht van drie of vier maanden kan worden opge daan, ook als voorbereiding van eventueel latere oprichting van wetenschappelijke stations of Siberische handelshuizen; 5. het doen voor zoover mogelijk, van meteorologische en andere natuurkundi ge waarnemingen. In het pluksel van den Ned. Spectator leest men de volgende «oplossing van gemoedsbezwaren De minderheid klaagt voortdurend dat de meerderheid de minderheid verdrukt' maar de minderheid, die geen meerder heid is, kan toch niet verlangen, dat de meerderheid als minderheid stemt. Im mers, in dat geval zou de meerderheid minderheid en de minderheid meerder heid zijn. Evenwel zijn wij overtuigd, dat in de meerderheid eeneminderheid wordt gevondendie wij ter veiduidelijking meerderminderheid willen noemen, die ook voor het goed recht der minderheid gestemd is. Evenzoo is er ongetwijfeld eene meerderheid in de minderheid die wij mindermeerderheid willen noemen, die als orgaan van de minderheid met de meerderminderheid zou willen samen werken. Aan een zoodanig centrum, dat wij gevoegelijk de meerderminderminder- meerderheid zouden kunnen noemen, zou moeten opgedragen worden, de wenschen der meerderheid met die der minderheid in overeenstemming te brengen. Dat is, dunkt ons, de eenvoudigste en ook de eenige oplossing. Prof. Dr. H. G. van de Sande Bakhuij- zen schrijft in het Leidsche Dagblad: Aan de lezers van dit blad en vooral aan hen die mij met zoo groote bereid vaardigheid hunne waarnemingen heb ben toegezonden, ben ik nog een verslag schuldig van de uitkomsten tot welke de berekeningen aangaande den vuurbol, die op 14 Juli 1.1. des avonds kort voor 9 uren in verschillende deelen van ons land en ook in België is waargenomen, mij hebben geleid. De vuurbollen zijn aanvankelijk donkere lichamen, gewoon lijk van niet zeer groote afmetingen, die met eene snelheid van vele duizenden meters per secunde in de ruimte buiten onze dampkring voortsnellen. Door hun ne eigene beweging en die van de aarde komen zij somtijds in onze atmosfeer en oefenen dan op de luchtdeelen die zich in hun baan bevinden door de kolossale snelheid die zij bezitten eene zeer groote drukking uit. De lucht wordt hierdoor zeer sterk verhit en deelt hare warmte aan den vuurbol mede, die al hooger en hooger in temperatuur stijgende eindelijk aan de oppervlakte gloeiend wordt en vaak gedeeltelijk of geheel smelt en ver brandt. Somtijds verlaat de vuurbol dan weder onze atmosfeer en zet terwijl hij afkoelt zijn vaart in de hemelruimte voort, somtijds valt hij op de aarde. De vuurbol nu die op 14 Juli gezien is, werd het eerst waargenomen toen hij zich op eene hoogte van ongeveer 100 kilometers boven een punt nabij Vlissingen bevond; hij bewoog zich toen in de richting van het Noordoosten over Middelburg, de eilanden Duiveland, Beierland en IJsel- monde, tusschen Gouda en Schoonhoven over Oudewater en Montfoort, en al meer in een gebogen lijn tot de aarde nade rende, moet hij, zoo hij niet geheel ver brand is. zijn nedergekomen in de om streken van Baarn en Eemnes. De vorm van den vuurkogel was aanvankelijk rond, doch toen het lichaam door de hooge temperatuur gedeeltelijk gesmol ten was, verkreeg het door den tegen stand der lucht een peervormige gedaan te, terwijl druppels der gesmolten massa als kleine sterretjes achterbleven en ver brandden. De afscheiding dezer druppels had plaats ongeveer boven Montfoort en was waarschijnlijk het gevolg van eene gedeeltelijke ontploffing der massa, waardoor zich de vrij hevige knal laat verklaren, die op verscheidene plaatsen, doch vooral in de provincie Utrecht ver nomen werd. Omtrent de werkelijke af metingen van den vuurbol is weinig te zeggen, daar de grootte van het lichtende voorwerp dat men heeft waargenomen volstrekt niet overeenstemt met dat van de gloeiende gesmolten massa. Deze wordt toch omgeven door eene groote hoeveel heid gloeiende dampen, waarvan het vo lume wellicht vele duizende malen groo- ter is dan dat van den eigenlijken vuurbol. Waarschijnlijk zal het lichaam, dat op aarde is neergekomen, slechts enkele kubieke palmen groot zijn. Ik breng ten slotte mijn dank aan allen die mij door hunne opgaven in staat hebben gesteld om de baan te bepalen van een dezer altijd merkwaardige bewoners woners der hemelruimte. De bekende uitgever, de heer A. C. Kru- seraan, te Haarlem, heeft, na een 38jarige loophaan als boekhandelaar en uitgever, zich uit de firma Kruseman Tjeenk Wil link teruggetrokken. Met boe menig de gelijk, smaakvol kunst- of prachtwerk deze uitgever de vaderlandsche pers verrijkt heeft, is genoeg bekend. Het tweede lid der firma, de heer H. D. Tjeenk Willink, zet thans de zaak onder zijn eigen naam voort. Ter vervanging van professor Quack is als commissaris van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen door den raad van commissarissen voorloopig benoemd prof. Eruin te Utrecht, terwijl tot secretaris benoemd is de heer Haitink te'sHage. (Arnh. Ct.) Door den Gemeenteraad van Utrecht is benoemd tot stads-havenmeester de heer Tjebbes, scheepsgezagvoerder. In 1877 zijn 327 jongelieden bij het instructie-bataljon te Kampen in dienst getreden. In het jaar 1877 zijn aan ons land de volgende personen van naam ontvallen G. P. Wilraer, Bisschop van Haarlem. Mr. A. Brugmans, stads-advocaat te Am sterdam. Dr. M. P. Lindo, letterkundige en schoolopziener, te 'sHage. P. J. An- driessen, schrijver voor de jeugd, te Am sterdam, Dr. A. de Jager, taalgeleerde, te Rotterdam. J. M. Obreen, voorzitter der commissie tot het exaraineeren van zee officieren en adelborsten, te 's-Hage. Generaal J. A. H. de la Sarraz, Minister van Staat, buitengewoon adjudant des konings. P. van der Goot Pzu., Era. predikant der Doopegez. gem. te Amster dam. H. M. Koningin Sophia der Neder landen. Dr. W. 0. H. Staring, landbouw kundige, oud-inspecteur middelb. onder wijs, te Lochem. J. Enslie, vice-admiraal, gewezen minister van Marine. R. Brouwer, Doopsgez. predikant te Amsterdam. W. N. Rose, bouwmeester te 's Hage. Mr. F. de Greve, President van den Hoogen Raad. J. Zwijseu, Aartsbisschop, Bisschop van 's Hertogenbosch, J. W. H. Werlemann, mede-oprichter Natura artis magistra, te Amsterdam. G. E. 0. Croiset, schrijver onder den naam van Willem van Reh- burgh. J. M. van Kempen, chef der zilver- fabriek te Voorschoten. Mr. J. B. 0. J. C. G. M. baron van Hugenpoth tot den Berenclauw, Raadsheer van het Hof te 's Hertogenbosch, bekend schrijver. J. M. Rennefelt, Secretaris van Arti et Ami- citiae, directeur der tooneelschool,graveur te Amsterdam. G. H. Kuiper, Raadslid te Amsterdam. J. Schouw Santvoort, hoofd der Sumatra-expeditie. Geboren 28 Dec. Johan Henri Leen- dert, z. van Johan Jacob de Kouingh en Johanna Henrietta de Vos. Willem, z. van Johannes van Plateringen en Gijsber- tha vau Barlingen. 30. Nicolaas, z. van Johannes Willebrordus Heere en Johanna Spier. 31. Hendrik Laurens, z. van Wil lem Johannes Levering en Willemina Anna Maria Wouters. Alijda, d. van Jacoba Hopman. Joanna "Berdina, d. van Klaas Lokhorsten Hendrika Bredana van Mourik. 2 Jan. Hillegonda Johan na, d. van Cornelis van Ommeren en Maria Wijnanda Cruijff. Gerarda Johanna, d. van Frederik Frederiksen Jansje van Ling. Gehuwd: 28 Dec. Johannes van Nim- wegen en Evertje van Grol. Overleden: 28 Dcc. Dirkje van Wij- land, 72 j. echtg. van Dirk van Bennekom. Hendrik Otto, 4 0 j. echtg. van Elbar- tha Frederiea Snijders. 29. Jannetje van der Meijden, 2 j. Jacob Bast, 21 m. 30. Johannes van der Linden, 74 j. wedr. van Mijntje van der Pol. Augnstinus Matheus Moussault, 67 j. GEMENGDE BERICHTEN. De Revue anecdotique deelt de vol gende ingewikkelde familierelatiën mede van een harer lezers»lk huwde eene weduwe, die een volwassen dochter uit haar eerste huwelijk had. Mijn vader trad met die dochter in den echt; hij werd dus mijn schoonzoon en mijn schoondochter werd mijn moeder. Eeni- gen tijd later werd mij een zoon geboren, die dus de zwager van mijn vader en als broeder van mijn schoonmoeder tevens mijn oom werd. Ook mijn vaders vrouw beviel van een zoon, die dus mijn broe der en tevens mijn kleinzoon werd, als zoon van m;jn dochter. Mijn vrouw was tevens mijn grootmoeder, daar zij de moeder mijner moeder was en daar de man van iemands grootmoeder zijn grootvader is, werd ik mijn eigen groot vader." In de Dortmunder Zeitung wordt meegedeeld, dat bij het uitgraven van een kelder te Lunen, in het huis vroeger bewoond door zekeren Reisken, het lijk is gevonden van een vrouw; het viel tot stof in elkaar, toen de buitenlucht kon toetreden. Men onderstelt, dat dit lijk door genoemden Reisken, die Nederland in 1831 had verlaten, om niet in het leger te worden ingelijfd, aldaar is ingemetseld; hij had namelijk een Nederlandsche vrouw met zich naar Dortmund gebracht; die eensklaps uit zijn woning verdween en volgens beweren van Reisken naar haar vaderland was terruggekeerd. Een onderzoek naar die zaak werd niet inge steld, dewijl men de zaak zeer natuurlijk achtte. Nu dit lijk in zijn voormalige woning is gevonden en Reisken reeds eenigen tijd overleden is, zal het gebeurde wel altijd met een ondoordringbaren sluier bedekt blijven. Te Dalen had voor eenige dagen een plotseling sterfgeval plaats, dat tot waar schuwing kan strekken. Een huisvader, in de volle kracht van 't leven, had de groote onvoorzichtigheid de hem door den geneesheer voorgeschreven medicijn, die bij zekere dosis gebruikt volkomen onscha delijk is, op éénmaal in te nemen, meenen- de, dat hij ook des te eerder hersteld zou zijn. 'tTegendeel was het geval; terwijl hij voor den spiegel stond om zich te sche ren, zakte hij in elkander en viel als lijk neer. Een waarschuwend vooral heeft op Kerstavond jl. te Westmaas plaats gehad, bij een herbergier. In een slaapvertrekje werden eenige kooltjes (turf) aangelegd in een pot. Terwijl de waard in de gelag kamer was, zouden de grootmoeder en de moeder met haar kroost zich ter ruste be geven. Spoedig waren allen bedwelmd, en zeker waren vijf personen het slachtofier van onvoorzigtigheid gewordenindien het onheil met toevallig ware opgemerkt. Een meisje van vier a vijfjaren was reeds gestikt. Een huisvader te Groningen, wiens dertien kinderen alle successievelijk kink hoest hebben gebad, wendde daartegen het volgende middel aantwee drachmen dui velsdrek, twee oneen slijm van arabische gom en twee oneen siroop van heéinswor- tel. De duivelsdrek moet nauwkeurig in de gomslijm en de heemswortel-siroop worden opgelost. Men geve aan kinderen van 3 a 4 jaar om de twee uur een eierle peltje vol, telkens goed omroeren, aan jon gere kinderen '/2 en aan zeer jonge 1/i eierlepeltje. Dit middel doet volstrekt geen nadeel en kan zelfs in het gevaarlijk ste tijdstip der ziekte gebruikt worden. Het gevolg van deze geneeswijze was, dat de kinderen niet meer hoestten dan bij eene gewone verkoudheid en in twee a, drie weken hersteld waren. Een en ander wordt door hem in 'talg meen belang in de «Prov. Gron. Court.' medegedeeld. d Het Journal des Débats deel een brielp mede van Thiers aan Bersot. Thiers had Bersot de werken van Aeschylus te leen gevraagd en Bersot had hem die daarop aangeboden als een prijs voor Fransche welsprekendheid, naar aanleiding van Thiers rede te Saint-Germain. Thiers antwoordde daarop, dat hij den Aeschy lus een plaats zou geven niet in zijn bi bliotheek, maar in de kleine verzameling in zijn slaapkamer. «Daar zijn een hon derdtal kleine deeltjes, licht om aan te vatten, met groote letters gedruktt, en in een frisch morgengewaad, kortom om gelezen te worden. Wanneer ik wat moe de ben of een beetje ziek, dan wend ik mij tot de groote geesten en ik wil alleen met hen leven. Daar zult ge afscheid van mij komen nemen, wanneer ik deze we reld voor een andere zal verlaten. Kom mij intusschen eens opzoeken en wacht niet te lang, want veel tijd zal mij wel niet overblijven. Ik bewonder eiken dag meer dit fraaie oord (Saint-Germain), veel fraaier dan Versailles. Ik zeg dit zonder een toespeling te willen maken op het Versailles van thans, want wanneer ik spreek van een deeltje van Aeschylus kan ik moeilijk aan het heden denken." Deze brief was gedateerd van den 27n Aug. De Daily Afoor-correspondent schrijft uit Bucharest van den 27n: 3600 Turk- sche gevangenen kwamen heden in den namiddag hier aan. »Ik heb zooeven 1500 der gevangenen zeer comfortable aangetroffen in een van de grootste ba rakken bij Bucharest en ik kan in persoon getuigen, dat de Rumeenen alle mogelij ke zorg voor hen dragen. Zij hebben tabak en andere versnaperingen en ter wijl de Rumeensche escorte niet onder dak is, zijn de Turksche gevangenen in de warme vertrekken der barakken geïn stalleerd. Het is waar, zij leden veel van de koude op hun marsch hierheen, want zij hadden gebrek aan kleeren. Dit was geen verzuim van de Rumeensche autori teiten, die waarlijk alles hebben gedaan om het lot der gevangenen te verzachten: maar de moeilijkheden die verbonden zijn aan het transport van verscheidene dui zenden met wien men niet eens spreken kan, zoo verschillend zijn de talen waar van zij zich bedienen, kunnen alleen be grepen worden door hen die daarmede zijn belast." Een bij het Departement van Koloniën ontvangen telegram van den Gouverneur- Generaal van Nederlaudsch-Iudie bevat het berigt, dat de Imam van Tjadeh te Kotta-Radja beëedigd is en zich met de bevolking weder te Tjadeh (in het door onze troepen bezette kustgebied der XXVI Moekim) gevestigd heeft; voorts dat Toeankoe Hoesin te Kotta-Radja aangeko men is en dat aldaar ook deradja van Merdoe een bezoek bad gebragt. De gezondheids toestand in Groot-Atchin was gunstig. Te Southampton vierde een predikant ziju lOOn geboortedag; zijn recept om oud te worden isnooit opblijven na 10 uur 's avonds, nooit in bed blijven na 7 uur s' morgens, nooit studeeren na het eten en geen jas dragen. Er zijn weinig ziekten welke de daa/ stelling van zoovele geneesmiddelen he/ft bevorderd als de Asthma. De mefste dezer middelen min of meer onvoldoende zijn in een welverdiende vergetdheid geraakt. De bewonderenswaardig* wer king derteer op de longen, en de slijm deelen in het algemeen, heeft talrijke proefnemingen uitgelokt waaruit thans blijkt dat een der beste behandelingen tegen Asthma bestaat in de aanwendinh der Teer capsules van Guyot. In de mees te gevallen geven twee of drie capsules, bij eiken maaltij'"eene snelle

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1878 | | pagina 3