Nationale Militie.
Op Dinsdag a.s. van 9 tot 4 uur
zal de verkiezing plaats hebben van
een lid van den gemeenteraad, ter
voorziening in de door het overlij
den van Mr. A. G. Wijers ontstane
vacature.
De beide kiesvereenigingen hier
ter stede hebben daartoe aanbevo
len Mr. S. J. T. H. NEDERMEIJER
RIDDER VAN ROSENTHAL.
Gaarne vereenigen wij ons met
deze aanbeveling. Want den Heer
van Rosenthal ontbreekt het noch
aan den t ij d om zich aan de behar
tiging onzer gemeentebelangen te
wijden, noch aan de kennis, die
hem in staat stelt, dit op zelfstandige
wijze te doen, noch aan den moed,
om zijne overtuiging tegenover
ieder staande te houden.
Voor het lidmaatschap van den
raad kunnen wij ons geen beter aan
beveling denken.
Velen zien in deze gewichtige be
trekking slechts een eervolle onder
scheiding, die hun geen ander lasten
oplegt, dan het bijwonen van enkele
vergaderingen. Wij meenen echter
dat er veel tijd en inspanning
noodig is, om door eigen onderzoek
op de hoogte te komen van zaken,
over welke men geroepen is eene
beslissende stem uit te brengen. Van
niemand mag men vergen, dat hij
ter wille van het algemeen belang,
zijn eigen zaken verwaarlooze. Ver
standig is het daarom, de beharti
ging van die algemeene belangen op
te dragen aan personen, van wie
men weet dat het hun aan tijd niet
ontbreekt.
Dat een raadslid zonder kennis
eene povere figuur maakt, weet men
hier en daar in ons gezegend vader
land helaasbij ondervinding.
Zulke personen worden of de speel
bal van den eersten den besten, die
hen door zijn hoogen toon of zijn
radde tong weet te intimideeren, of
zij sluiten zich angstvallig bij eene
groep aan, waarin zij geestverwan
ten meenen te zien, en die zij door
dik en dun heen navolgen. Den can-
didaat echter wiens kennis hem in
staat stelt, een eigen oordeel te heb
ben, kan men niet vooruit eene
plaats aanwijzen in een der groepen
of coterieën, die ook in onzen raad
niet ontbreken. Hij alleen kan eer
lijk zijn en blijven. En dat verwach
ten wij van den Heer van Rosen
thal.
Er zijn menschen, wiens streven
het is, met ieder op een goeden voet
te zijn, en wien het moeielijk valt
iets te weigeven, vooral als hunne
toestemming geen offers van tijd of
geld medebrengt. Zoo zij nl. eene
persoonlijke overtuiging hebben, de
moed dier overtuiging ontbreekt
hun ten eenenmale. Op hen is de
spreuk toepasselijk van den leeke-
dichfer„Wees uzelf! - zei ik tot
iemand. Maar hij kon niethij was
niemand!"
Wie den Heer van Rosenthal
kent, is overtuigd, dat hij „zich zelf'
zal zijn en blijven.
Wij hebben het voorrecht niet,
den Heer van Rosenthal in alle op
zichten tot onze geestverwanten te
mogen rekenen. Doch reeds meer
malen wezen wij er op, dat bij ver
kiezingen voor den gemeenteraad
de politieke quaestie veilig iets meer
naar den achtergrond mag worden
verschoven.
Met volle vrijmoedigheid noodi-
digen wij daarom onze medekiezers
uit, op Dinsdag aanstaande hunne
stemmen uit te brengen op den Heer
Mr. S. J. T. H. NEDERMEIJER
RIDDER VAN ROSENTHAL.
laat de minister zijn voorstel niet los.
Naar aanleiding van een incident tij
dens het uitbrengen van een rapport be
treffende eene verkiezing door den rap
porteur Wilson, is in hetFransch wetge
vend Lichaam een schrikkelijk rumoer
gemaakt door de Bonapartiston onder
aanvoering van Rouher. Deze verlieten de
zaal, maar gelukkig voor Rouher keerden
ze terug; want op een dergelijke demon
stratie voorafgegean door een soort van
bevel, stelt het reglement ernstige bestraf
fing. Een parlementair tweegevecht heeft
toen tusschen Rouher en Gambetta plaats
gehad, waarbij Rouher op zich genomen
heeft de verdediging der capitulaties tij
dens den oorlog van 1870. Het behoeft
niet gezegd te worden dat de Kamer -
zooals een Fransch berichtgever meldt -
trilde van verontwaardiging.
Velen zien met bezorgdheid dat de
meerderheid het budget zoo snel afhan
delt en zoodoende het krachtigst wapen
tegen de reactie loslaat; anderen evenwel
achten de stelling der republiekeinen
daarvoor reeds sterk genoeg.
De nieuwbenoemde Fransche gezant
is te Berlijn door den Keizer zeer welwil
lend ontvangen, hetgeen in Frankrijk een
goeden indruk heeft gemaakt. De woor
den van den gezant waren anderzijds zeer
minzaam voor Duitschland.
In Oostenrijk is het demissionnair Ka
binet Auersperg door den Keizer herbe
noemd; een krisis in de tegenwoordige
gespannen tijden zou dan ook een ware
ramp voor het land geweest zijn. Het
denkbeeld der conferentie is van Andras-
sy uitgegaan; op de conferentie zal Rus
land hoogstwaarschijnlijk door Gort-
schakofif worden vertegenwoordigd, het
geen door velen als een bewijs wordt be
schouwd, dat de driekeizersbond nog
even hecht is. Rusland schijnt echter
vooraf een bepaalden vrede, die alle pun
ten regelt, met Turkije te willen sluiten,
onder voorbehoud van latere bespreking
met de mogendheden. Indien dit bericht
waar is dan zoude de conferentie moge
lijk nog wel wat uitgesteld worden. Of
dit evenwel Engeland naar den zin zal
wezen is de vraag.
In Portugal is een nieuw ministerie be
noemd.
In Noord-Amerika wordt de aandacht
beziggehouden met het vraagstuk der
aanmunting van zilveren dollars en met
een nieuw toltarief voor inkomende goe
deren.
KENNISGEVINGEN.
De Burgemeester en Wethouders vau
Amersfoort
Gelet op art. 6 der wet van den 2. Juni
1875 (Staatsblad n°. 95)
Brengen ter kennis van het publiek, dat
een door ANTOON SALET, ingediend
verzoek, met bijlagen, om vergunning tot
het oprichten van eene Spekslagerij in
het perceel alhier gelegen achter de Kamp,
wijk C, n°. 223, bij het kadaster bekend
onder sectie E, n°. 1453, op de Secretarie
der gemeente ter visie ligt, en dat op
Maandag, den 18. Februari aanstaande,
des voormiddag3 te elf ure, gelegenheid
ten raadhuize wordt gegeven om, ten over
staan van het gemeentebestuur of van een
of meer zijner leden, bezwaren tegen het
oprichten van de inrichting intebrengen.
Amersfoort, den 4. Februari 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, VAN PERSIJN.
W. L. SGHELTUS.
De Burgemeester van Amersfoort
Gelet op art. 15 der wet van den 26.
Mei 1870 (Staatsblad n°. 82), betrekkelijk
de grondbelasting;
Brengt ter kennis van de belangheb
benden, dat eene opgave der uitkomsten
van de meting en schatting, bedoeld bij
de artt. 15, 23 en 43 der aangehaalde wet
gedurende dertig dagen, te rekenen van
heden, op de Secretarie der gemeente ter
inzage ligt van 's voormiddags 10 tot 1
uur des namiddags.
Amersfoort, den 4. Februari 1878.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
De Burgemeester van Amersfoort
Gelet op art. 7 der wet van den 4. Juli
1850 (Staatsblad n°. 37), regelende het
Kiesrecht
Noodigt de inwoners dezer gemeente
uit, om, zoo zij elders in de rijksdirecte
belastingen over het ioopend dienstjaar
zijn aangeslagen, daarvoor vóór den 15.
Februari aanstaande te doen blijken, door
overlegging van de aanslagbiljetten ter
Secretarie, waartoe hun alle werkdagen
van 's voormiddags 10 tot 1 uur des na
middags de gelegenheid is opengesteld.
Amersfoort, den 4. Februari 1878.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort
Gelet op art. 264 der gemeentewet,
Doen te weten, dat het kohier der plaat
selijke directo belasting (Hoofdelijke
Omslag) over het dienstjaar 1878 voor-
loopig vastgesteld is en met de schattings-
lijsten gedurende veertien dagen, te reke
nen van heden, alle werkdagen van 10 tot
1 uur, op de Secretarie der gemeente voor
eenieder ter lezing zal liggenbinnen
welken termijn elk op het kohier aange
slagene bij den Raad bezwaren tegen zij
nen aanslag kan inbrengen.
Amersfoort, den 4. Februari 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester.
De SecretarisVAN PERSIJN.
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gelet op het koninklijk besluit van den
17. October 1820 (Staatsblad No. 22);
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat tot het uitgeven van
de PATENTBLADEN aan hen die in het
jongstverloopen kwartaal van het dienst
jaar 1877/78 (van den 1. November 1877
tot en met den 31. Jauuari 1878) aangifte
voor patentrecht hebben gedaan, ten raad-
huize zal worden zitting gehouden op
Maandag, den 11. Februari aanstaande,
van 's voormiddags 10 tot 1 uur des na
middags, en dat de n iet-afgehaalde pa
tentbladen door den deurwaarder van
's rijks belastingen zullen worden bezorgd,
tegen betaling van tien cents.
Amersfoort, den 5. Februari 1878.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort
Gezien de art. 9 en 11 van het konink
lijk besluit d d. 17 December 1861 (Staats
blad No. 127) en de artt. 11 tot en met 14
der wet van den 19. Augustus 1861
(Staatsblad No. 72)
Roepen de ingezetenen, die verlangen
als Vrijwilligers bij de militie optetreden,
bij deze op, om zich daartoe bij hen ter
Secretarie, op Maandag, den 11. Februari
aanstaande, van 's voorraiddags lOtotl
uur 's namiddags aantegeveu, onder over
legging van de navolgende bewijsstukken:
a. Het getuigschrift vermeld in art. 11
der wet, tot welks afgifte ter Secretarie
zal worden zitting gehouden op Zaterdag
den 9. dezer maand, van 's voormiddags
1.0 tot 1 uur des namiddags;
b. Het bewijs van aan de verplichtin
gen ten aanzien van de Militie, voorzoover
die te vervullen waren, te hebben voldaan.
c. Het bewijs van ontslag en het getuig
schrift, in art. 13 der wet vermeld, zoo de
persoon wien het geldt, bij de zeemacht,
bij het leger hier te lande of bij het krijgs
volk in 's rijks overzeesche bezittingen
heeft gediend
d. Wat een minderjarige aangaat, een
bewijs van toestemming van den vader,
moeder of voogd.
Om vrywilliger bij de militie te ziju,
moet men ongehuwd of kinderloos we
duwnaar en ingezeten wezen, voorts licha
melijk voor den dienst geschikt, ten min
ste 1,56 meter lang, op den 1. Januari
van het jaar der optrediug als vrijwilliger
het 208te jaar ingetreden en het 35st*jaar
niet volbracht hebben, tot op het tijdstip
der optreding aan zijne verplichtingen ten
aanzien van de militie, voor zoover die te
vervullen waren, voldaan en een goed ze
delijk gedrag geleid hebben.
Het bezit vau die vereischten, met uit
zondering van de lichamelijke geschikt
heid en van de gevorderde lengte, wordt
bewezen door een, hierboven bij letter a
bedoeldgetuigschrift van den Burge
meester der woonplaats.
Hij die voor de militie is ingeschreven,
wordt slechts als vrijwilliger toegelaten
voor de gemeente in welke hij ingeschre
ven is, tenzij hij geene verplichtingen ten
aanzien van de militie meer te vervullen
hebbe.
Hij die bij de zeemacht, bij het leger
hier te lande, of bjj het krijgsvolk in 's rijks
overzeesche bezittingen heeft gediend,
wordt niet als vrijwilliger bij de militie toe
gelaten, tenzij hij bij het verlaten van den
dienst, behalve een bewijs van ontslag van
den bevelhebber ouder wieu hij laatstelijk
heeft gediendeen getuigschrift hebbe
ontvangen, inhoudende dat hij zich gedu
rende zijnen diensttijd goed heeft gedra
gen. Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot
dat zijn 40ste jaar volbracht is, als vrijwil
liger bij de militie worden toegelaten.
De vrijwilligers strekken in mindering
van het aandeel in de lichting te dragen
door de gemeente, voor welke zij optreden.
Amersfoortden 4. Februari 1878.
De Burgemeester.
De SecretarisVAN PERSIJN.
W. L. SCHELTUS.
Amersfoort, 7 Februari 1878.
Ons kiesdistrict is, gelijk ouzeu lezers
bekend is, verminderd met een aantal ge
meenten in het Gooi, waaruit een nieuw
district Hilversum is gevormd, en ver
meerderd door toevoeging van de gemeente
Apeldoorn en Ede.
In boeverre hierdoor hot politiek ka
rakter van ons district is gewijzigd, kan
moeielijk reeds nu met zekerheid worden
bepaald. Met ingenomenheid echter kun
nen wij wijzen op het verblijdend ver
schijnsel, dat de liberale krachten in Apel
doorn eene belangrijke aanwinst hebben
verkregen.
Dit bleek ons uit eene circulaire der
Vrijzinnige Kiesvereeniging Veluwe"
onderteekend door de Heeren 11. C. van
der Houven van Oordt, F. H. Gallé, Jhr.
Mr. J. F.' H. van der Feltz, W. P. Pook
van Baggen en J. Schafer.
In November 1877 telde deze vereeni-
ging reeds zestig leden. Hare beginselen
zal ieder vrijzinnig man in ons district
gaarne onderschrijven. Zij blijken het dui
delijkst uit de woorden van de circulaire,
die wij hier laten volgen
Een harer eerste beginselen is »Schei-
ding van Kerk en Staat" niet omdat zij de
eerste minnacht, maar omdat dit beginsel
naar hare innige overtuiging de eenige
mogelijke grondslag van gezond regerings
beleid kan zijn. Daardoor alleen toch kan
het regt voor allen in den waren zin des
woords worden gewaarborgd: daardoor
alleen kaD de vrijheid van geweten, een
der vele zegeningen, die wij met hulp van
het geliefde Oranjehuis hebbeu verkregen,
worden gehandhaafd. De wet kent geen
liberalen of orthodoxen, geen israëlieten
of catholieken, geen afgescheidenen of
remonstranten; de wet kent slechts bur
gers, eu op het standpunt onzer wetten,
moet de godsdienststrijd uit de school, uit
de raads- en regeringszaal, uit iedere pu
blieke zaak worden geweerd. De invloed
der geestelijken op het wereldlijk bestuur
heeft ten allen tijde jammer, strijd en ver
bittering gebaard; maar bovenal, niets
ontwijdt het heilig wezen der godsdienst
meer, dan haar een wereldlijk karakter te
geven, hare veelzijdige en verschillende
opvatting uit de kerk en de binnenkamer
op staatkundig terrein over te brengen;
niets zal baar verder verwijderen van haar
groote doel:de vrede des harten en on
derlinge liefde te verzekeren."
In het programma onzer Vereeniging
staat ook geschreven het op prijs stellen
van de grondwettige regten en vrijheden
des volks, allerminst omdat ze naar volks-