Amersfoort en Omstreken
1878.
No. 324.
VOOR
Vrijdag- 8 Maart.
Uitgever: A. HfSlothouwer,
Uren van vertrek der algemeene Comimmieatie-middelen voor Amersfoort..
Winterdienst, geopend 15 October 1877.
Nederlandsche Centraal-Spoorweg,
Ooster-spoorweg,
Overzicht der week.
De vrede van Constantinopel is op
WEEKBLAD
Dil I lad verschijnt des Vrijdags namiddags.
Abonnementsprijs voor Amersfoort per 3 maanden 0,75.
F. anco door het gehcclc Rijk0,85.
fzouderlijke nummers10 Cent.
B 'ckhandclarcn en Postdirecteuren nemen bestellingen aan
te Amersfoort.
Avdertcntiën van 15 regelsƒ0,50.
Iedere regel meer0,07.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen door den belanghebbende in persoon
bezorgd0,25.
Zwolle
10,56
11,10
4,10
7,45
10,55
Aankomst te
Leeuwarden Groningen
Naar Utrecht: Aankomst te
Vcrtr. Amersfoort Utrecht Rottcrd. 'sHage Arnnein
7,10 (aRecn Zat.) 8,— 9,40 9,45 9,55
9,18 10,— 11,25 11,40 12,25
11,6 (le. en 2c. kl.) 11,35 12,45 1,— 2,10
2,28 3,15 4,45 5,— 5,23
5,47 6,23 7,20 7.32 9,45
8,23 9,— 10,17 10,25
Postwagendienst (Onderneming A. Schimmel) tusschen Amersfoort en Maarsbergen.
Van Amersfoort 's morgens te 7 en 's namiddags te 2,30 uur.
Van blaarshergen 's morgens tc 9,43 en 's avonds na aankomst van den laatsten trein.
Aaar Zwolle:
Vertr. Amersfoort
9,1
9,45
1,36
6,13 (lc en 2c kl.)
8,59
2,—
2,—
8,25
10,14
2,6
2,6
8,5
10,5
Naar Hilversum: Aankomst te
Vcrtr. Amersfoort Baarn Hilversum Utrecht Amsterd.
8,35
9,20
11,15
1,30
2,40
5,45
8,30
8,48
9,35
11,31
14,6
2,56
6,1
8,46
8,57
9,46
11,41
1,56
3,6
6,11
8,56
9,33
11,39
1,20
3,42
3,42
8,2
9,22
9,32
10,33
12,17
2,44
3,42
7,-
9,41
Naar ZutphcnAankomst te
(V. Baarn) V. Amersf Barneveld Apeldoorn Zutphcn
8.21
9.30
1,11
3,42
5,56
8,42
10,58
8,39
9,47
1,27
3,54
6,12
9,3
11,10
8,59
10,5
1,47
6,30
9,24
9,31
10,37
2,20
7,1
9,59
9,54
10,56
2,42
7,20
10,23
BUITENLAND.
Saterdag den tweeden Maart des avonds,
te St. Stefano, een der voorsteden van
Constantinopel, tusschen Rusland en
Turkije gesloten.
Volledige zekerheid omtrent den in
houd van het tractaat bestaat op het
oogenblik dat we dit schrijven, nog niet.
Toch schijnt Rusland het een en ander
van zijn overvraag te hebben laten val
len. Men meldt de voorwaarden als
volgt: de Russen zien af van de Turk-
sche vloot, Adrianopel, Saloniki en Erze-
rum. Kars, Ardahan, Bayazid en Batum
zouden daarentegen aan Rusland komen,
terwijl geen inkomsten van Egypte en
Bulgarije zouden worden geëischt. Ser
vië en Montenegro zouden uitgebreid
worden zonder evenwel elkander te ra
ken. De Dobrudscha zoude aan Rusland
zijn gegeven met het recht dit later tegen
een ander grondgebied te ruilen. Bericht
de Norddie dit meldt juist, dan
zijn de vier groote kwesties nl. Bessarabië,
Bulgarije, het Grieksch element en de
Dardanellen die voor den Europeeschen
vrede lastig kunnen worden, nog geheel
in suspenso. Lord Derby heeft wel is
waar gezegd'dat hij de noodzakelijkheid
van het zenden van vrijwilligers niet
waarschijnlijk achtte, daarentegen be
richt men dat een verzoek tot Canada
zou zijn gericht tot het zenden van tien
duizend vrijwilligers, welk verzoek aldaar
groot? geestdrift moet hebben te weeg
gebracht. Het Engelsche volk is nu een
maal opgewonden gemaakt en met die
stemming moet in een zoo vrij constituti
oneel land rekening worden gehouden
terwijl Derby slechts één der stroomingen
nl. de meer vredelievende, in het kabinet
vertegenwoordigt.'
Het is innig te wenschen dat de vier
opgemelde vraagstukken spoedig wor
den opgelost waarschijnlijk op de
conferentie en men daarna tot ont
wapening overgaatzoolang die vraag
stukken onopgelost bestaan, blijft de toe
stand duister en kan de toekomst onhei
len zwanger zijn.
Tot aanvoerder ingeval van oor
log van het Engelsch leger is bestemd
Lord Napier van Magdala, gouverneur
van Gibraltar, terwijl als Chef van zijn
staf is aangewezen, Garnet Wellesley;
beiden waren reeds aanvoerders bij an
dere gelegenheden, de laatste tegen de
Ashantijnen, de eerste tegen koning
Theodorus van Abyssinië, die zich bij de
inname zijner hoofdstad, zooals men zich
herinneren zal, met een pistoolschot de
hersenpan verbrijzelde.
Opmerkelijk is thans de berekening
door Wellesley van het Engelsch leger:
volgens de berichten zoude hij opgege
ven hebben 100,000 man geregelde troe
pen en 400,000 hulptroepen. Die berich
ten zullen wel onjuist zijn. Volgens de
Army estimates 18761877 bevatte de
weerbaarheid van Engeland de volgende
cijfers in 1875: geregeld leger 228,624
officieren en manschappen en 31,544
paarden; hulp- of reservetroepen 320,241
manschappen en officieren en 2000 paar
den; bedragende een totaal van 548,865
officieren en manschappen met 51,544
paarden. Bovendien heeft Engeland in
Ierland een militairement ingericht po
litiecorps van 13000 manschappen en
400 paarden, eene militie op de Norman-
dische eilanden van 8000 man en 300 offi
cieren, terwijl in Indië is een leger van in
boorlingen van circa 140000 man en een
militaire politie van 190000, van welke
beide de officieren Engelschen zijn; ten
slotte militie en vrijwillige corpsen in de
overige koloniën. Voegt men (altijd in
1875) hierbij 81,447 mariniers, matrozen
enz., benevens 27 pantserschepen, 154
stoomschepen en 71 zeilschepen, dan
zal erkend moeten worden dat velen zich
een geheel verkeerd denkbeeld van de
Engelsche strijdkrachten maken en ver
geten dat na 1870 de geheelelegerinrich-
ting in Engeland is veranderd en b.v. het
koopen en verkoopen van officiersran
gen vervangen is door goede en degelijke
examens. Ook is het aanbouwen van
pantserschepen steeds voortgegaan, ter
wijl in de laatste tijden meer werk van
torpedo's is gemaakt dan men aanvanke
lijk meende. Een schok tusschen Rusland
en Engeland zoude gruwelijk zijn. Oos
tenrijk is blijkbaar niet zeker wat te doen,
en wegen de voorstanders van oorlog en
die van vrede wel tegen elkander op.
Heeft men in Spanje met de in dat
land inheemsche hooghartigheid ver
klaard (jammer dat het Castelar was) dat
Spanje Gibraltar terug moest hebben en
bij de Oostersche kwestie geen belang
had (alsof Spanje geen Middellandsche
zeestaat ware), in Italië is een belangrijke
uiting vernomen van een naar men zegt
officieus orgaan. Naar aanleiding van
eene beleefdheid door Koning Humbert
aan Mac-Mahon bewezen, merkte dat
orgaan op, dat het ook vooral in deze
tijden van Italië onwaardig en tevens
onstaatkundig was, om steeds in het
kielwater van Duitschland mêe te varen.
Neigt Italië meer naar Frankrijk en Oos
tenrijk, dan zoude misschien die ontzag
lijke combinatie tegen Rusland niet on
mogelijk zijn, waarop we onlangs wezen.
Frankrijk schijnt steeds op zeer goe
den voet met Duitschland te zijn, schoon
het gaarne ook aan Italië de hand reikt.
Op de tijding dat Rusland de Egyptische
inkomsten eischte als waarborg, was een
oogenblik veel spanning in Frankrijk
waar te nemen, nu dit onwaar blijkt te
zijn, is men weder tot de aangenomen
neutrale kalmte teruggekeerd.
In de senaat is de wet op de colporta
ge met groote meerderheid met eenige
kleine wijzigingen aangenomen, bij
welke wet de vervolgingen als die van de
mannen van den 16 Mei, onmogelijk zijn
gemaaktde Kamer heeft zich met de
wijzigingen vereenigd. Thans is de wet
op den staat van beleg aan de orde, die
ook zal doorgaan de orleanisten begin
nen als echte diplomaten thans met de
klaarblijkelijk sterke republikeinen sa
men te gaan maar men zal aldaar met
hunne nog al doorzichtige slimmigheid
later rekening weten te houden.
In de Kamer heeft bij de behandeling
van de verkiezingen te Vaucluse, Paul de
Cassagnac een zoo allerzotst figuur ge
maakt, dat vriend en vijand het nu en
dan uitproestte van 't lachen bij 't onzin
nig geschetter en armen gezwaai van de
zen bonapartistischen don Quichotte.
Een Algerijnssh jeugdig afgevaardigde
Thomson, was zoo onvoorzichtig uit te
roepen C'est grotes que," waarop de
straatrepliek volgde grotesque vous-
même."
Een duel volgde en de ongelukkige
Thomson kreeg van den Rolando furioso
een degenstoot door de keel; men hoopt
dat de wond, hoewel gevaarlijk, niet
doodelijk zal zijn. Het was voor een
Fransche Kamer overigens een harden
dobbel om gedurende drie uren letterl'jk
uitgetart te worden, en toch, zeker van
de uitkomst, de staatkundige kalmte te
bewaren.
Van de 17 verkiezingen zijn verreweg
de meeste in republikeinschen geest uit
gevallen.
In Duitschland heeft Beijeren bij
monde van zijn mandataris den minister
von Pfrettschner verklaard, dat het zich
niet tegen een verantwoordelijken vice-
kanselier verzette, maar wel tegen ver
antwoordelijke rijksministers; omdat de
autonomie der verschillende staten daar
door zoude lijden. Indien Beijeren aan
dit onvruchtbaar denkbeeld van staten
bond vasthoudt, en tot geen bondsstaat
wil medewerken, kan Duitschland nim
mer in waarheid één worden noch groot
blijven; Bismarck ziet dit beter in dan
eenig ander.
Paus Leo XIII is Zondag den derden
Maart te Rome in de Sixtijnsche kapel
gekroond. In de Pieterskerk, hetgeen
eerst het plan was ware meer openlijk ge
weest; dit is evenwel later veranderd.
De Spaansche Cortes hebben zich cn
corps tot Koning Alfonso en de koningin
begeven en H. M. gelukgewenscht met
de onderwerping van schier alle opstan
delingen op Cuba.
De opstand van de Grieksche provin
ciën tegen Turkije neemt hand over hand
toe; thans is ook in Macedonië alles in
rep en roer; dit muisje kon nog wel eens
een staartje hebben, indien ten minste
het zelfzuchtig Albion woord houdt.
KENNISGEVINGEN.
Nationale Militie.
De Burgemeester eu Wethouders vim
Amersfoort,
Gelet op de artt. 87, 88 eu 150 der wet
betrekkelijk de nationale militie van den
19. Augustus 1861 (Staatsblad N°. 72) en
de artt. 25 26 van het koninklijk be
sluit van ifen'5. Mei 1862 (Staatsblad N°.
46);
Gezien de kennisgeving van den heer
Kolonel, Militie-Commissaris in de pro
vincie Utrecht, van deu 20. Februari
1878,AMrculaire N°. 3
Doeii te weten, dat de eerste zitting van
den Militieraad voor deze gemeente op
Vrijdag, den 15 Maart aanstaande, des
voormiddags te 10 ure, in het openbaar
wordt gehouden in eene der zalen van het
Raadhuis te Utrecht, ingaande op het
Oud-Kerkhof, en bestemd is tot het doen
van uitspraakomtrent de verschenen
vrijwilligers voor de militie, de lotelingen
die redenen van vrijstelling hebben inge
diend, de lotelingen die van den dienst
uitgesloten of daarbij voorloopig niet toe
gelaten worden, en alle overige lotelingen,
behoorende tot de lichting van het jaar
1878.
Voorts dat de tweede zitting van den
Militieraad, bestemd tot het doen van
uitspraak omtrent alle in de eerste zitting
niet afgedane zaken, en ten opzichte van
hen die als plaatsvervanger of nuiumer-
verwisselaar verlangen optetreden, ter
voormelde plaatse in het openbaar ge-
honden wordt op Dinsdag, den 9. April
1878, des voorraiddags te 10 ure.
En brengen tevens ter kennis van de
belanghebbenden, dat de tijd en plaats