dier zittingen aan eiken loteling zullen
worden bekend gemaakt door middel van
een aan zijne woning of aan die van zijnen
vader of voogd te bezorgen biljet, alhoe
wel het niet-outvaugen van zoodanig bil
jet niet ontheft van de verplichting tot
het verschijnen voor den Militierand of
tot het indienen van de tot staving der
redenen van vrijstelling gevorderde be
wijsstukken zullende de loteling, die
vrijstelling verlangt wegens ziekelijke ge
steldheid, gebreken, of gemis van de ge
vorderde lengte, en de plaatsvervanger of
nummerverwisselaar in persoon voor den
militieraad moeten verschijnen, ieder op
het voor hem hierboven vermeld tijdstip.
De lotelingen die verlangen bij de Zee-
Militie te dienen, worden uitgenoodigd
vóór den 1. April aaustaande ter Secre
tarie zich aantemelden.
Amersfoort, den 6. Maart 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris, V AN PEltSIJN.
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art. 6 der wet van den 2. Juni
1875 (Staatsblad u°. 95),
Brengen ter kennis van het publiek, dat
een door HENDRIK JAN VLUG, han
delende onder de firma HJ. VLUG en Co.,
ingediend verzoek, met bijlagen, om ver
gunning tot het oprichten van eene dro
gerij van Sigaren in het perceel alhier
gelegen op den Hof, wijk F, n°. 319, bij
het kadaster bekend onder sectie E, n°.
2307 (gedeelteljjk), op de Secretarie der
gemeente ter visie ligt, en dat op Maaudag,
den 18. Maart aanstaande, des voormid
dags te elf ure, gelegenheid ten raadhuize
wordt gegeven om, ten overstaan van het
gemeentebestuur of van een of meer zijner
leden, bezwaren tegen het oprichten van
de ini ichting iutebrengen.
Amersfoort, den 4. Maart 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester
De SecretarisVAN PERSIJN.
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester van Amersfoort
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat het door den provin
cialen Inspecteur van 's rijks directe
belastingen enz. in Noord-Holland en
Utrecht executoor verklaard kohier van
het patentrecht over bet derde kwar
taal van het dienstjaar 1877/78 aan den
Ontvanger van 's rijks directe belastingen
alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder
verplicht is zijnen aanslag op den bij de
wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 5.
Maart 1878.
De Burgemeester voornoemd,
VAN PERSIJN.
Amersfoort, 7 Maart 1878.
In ons nummer van heden is de Memo
rie opgenomen van den Heer Burgemees-
ster dezer Gemeente, waarin hij zijne
denkbeelden omtrent den toestand van
het lager onderwijs hier ter stede uiteen
zet. Wij onthouden ons van alle op- en
aanmerkingen omtrent dit stuk, ofschoon
het hoogst belangrijke onderwerp vele
malen in ons blad is ter sprake gebracht.
Want in de eerste plaats wenscht de Heer
Burgemeester, alvorens er in dezen door
tastende maatregelen genomen worden,
de invoering der thans voorgestelde wet
op het lager onderwijs af te wachten. En
in de tweede plaats stelt die wet voor,
Vs van de kosten van het onderwijs op
rekening van het Rijk te brengen, zoodat
een niet onaanzienlijk deel van de argu
menten van den steller der memorie, dat
nu aan het cijfer ontleend is, waarop elk
schoolgaand kind der Gemeente komt te
staan, veel van zijne beteekenis zou ver
liezen.
De Heer J. P. G. Kok heeft zijne be
noeming tot lid der plaatselijke school
commissie alhier aangenomen.
Op Donderdag 14 Maart a. s. zal -
gelijk wij reeds mededeelden, - despreek
beurt in de vergadering van »het Nut"
hier ter stede worden vervuld door Mej.
Groote uit Amsterdam. Velen onzer le
zers zullen ongetwijfeld met belangstel
ling misschien met genoegen ver
nemen, dat deze dame niet optreedt als
eene voorvechtster van geëmancipeerde
begrippen.
De bij de krijgsschool gedetacheerde
le luitenant Wupperman, van het le re
giment hussaren, wordt van Mei tot No
vember a.s. gedetacheerd bij het regi
ment rijdende artillerie alhier.
Heden Donderdagavond geeft het be
roemde Florentijner kwartet eene uitvoe
ring in de groote zaal der buiten Sociëteit.
Een zeer talrijk publiek woonde 11.
Donderdag de uitvoering van Lodewijk
Mulder s blijspelde Kiesvereetiigin
van Stellendijk bij. 't Was in waarheid
een genotvolle avond. Het stuk heeft
eigenaardige verdiensten, 't Is niet te
ontkennen, dat de intrigue onbeduidend
is, dat de factuur hier en daar van onbe
drevenheid getuigt, en dat de ontknoo
ping zeer weinig gemotiveerd is. Maar
dat alles werd vergoed door de aaneen
schakeling van geestige gesprekken, ver
makelijke zetten en pikante, schoon on
schuldige toespelingen, die van het begin
tot het einde de aandacht boeiden en
steeds met welverdiende toejuichingen
werden begroet. Men moet een ware
Stastok zijn om niet hartelijk mede te
lachen.
De uitvoering was bijna altijd uitmun
tend, zoo zelfs, dat men onwillekeurig
vroeg: heeft de schrijver zijne typen ge
schreven met het oog op deze vertolkers?
Ook thans echter kwam het ons weder
voor, dat Mej. Beersmans in een drama
beter op hare plaats is, dan in een blijspel.
Hoe voortreffelijk haar spel moge zijn,
het losse en luchtige is haar genre niet.
Daarin staat Mevr. de Vries boven haar,
getuige onder anderen de voortreffelijk
gespeelde coquette scène met den in
vloedrijken" ingenieur-politicus Valburg.
De leden van de kiesvereeniging de po
litieke kompasnaald" waren kostelijk;
de kastelein van »de klimmende Tortel"
niet minder en de oude erfoom een type
van een even goedaardig als onredelijk
conservatief.
Een woord van bijzonderen dank moge
hier gewijd worden aan de Amersfoort-
sche Tooneelvereeniging, wier krachtige
hulp deze uitvoering mogelijk maakte.
Moge zij op den ingeslagen weg voort
gaan, en bij eene volgende uitvoering
niet weer een te kort voor hare rekening
komen, maar eene behoorlijke winst den
wakkeren ondernemer voor zijn ijver en
zijne moeite schadeloos stellen.
Door den Kantonrechter te Amersfoort
zijn op 27 Februarij jl. de volgende ver-
oordeelingeu uitgesproken, als:
1tegen N. d. G.2. B. d. K. en 3. T. v.
D.allen to Amersfoort, wegens het in
verboden tijd vervoeren van mest aldaar,
en wegens het verontreinigen der straat,
ieder tot twee boeten, elke van f 3, of ge
vangenisstraf van één dag voor elke boete;
4. tegen J. P. te Amersfoort, wegens
het ten verkoop uitstallen van koopwaar
buiten de daarvoor aangewezen markt
plaats, tot eene boete van f 1, of gevange
nisstraf van één dag
5. tegen P. v. M. te Baarn, wegens het
op twee verschillende tijden te Amersfoort
met een rijtuig anders rijden dan stapvoets
of in matigen draf, tot twee boeten, elke
van f 3, of gevangenisstraf van één dag
voor elke boete;
6. tegen W. v. R. te Amersfoort, we
gens het vervoeren van mest aldaar in
verboden tijd, tot eene boete van f 3, of
gevangenisstraf van één dag;
7. tegen A. F. te Amersfoort, wegens
het verontreinigen der straat aldaar, tot
eene boete van f 3, of gevangenisstraf van
één dag
8. tegen P. J. B. te Amersfoort, wegens
het werpen met sneeuwballen, op de open
bare straat aldaar, tot eene boete van f 1,
of gevangenisstraf van één dag;
9. tegen H. d. G. te Amersfoort, wegens
het ouder het rijden zich plaatsen op een
hondenkar en het bezigen van die kar tot
vervoer van personen, tot twee boeten elke
van f 3, of gevangenisstraf van één dag
voor elke boete;
10. tegen S. d. G. en J. v. d. G., beide te
Amersfoort, wegens diefstal van hout,
ieder tot gevangenisstraf van één dag;
11. tegen M. B. teNijkerk, wegens dief
stal van gevallen bladereu en hout, tot ge
vangenisstraf van één dag;
12. tegen J. d. B. te Eemnes, 13. tegen
J. V. te Baarn en 14 tegen T. V. te Hilver
sum, allen wegens het zich buiten hunne
woning, te Baarn vertoonen in kennelijk
beschonken toestand, tot eene boete van
f 10 of gevangenisstraf van drie dagen;
15. tegen A. v. A. te Amersfoort wegens
het in den kom der gemeente Baarn onbe
heerd laten staan van een aangespannen
hondenkar, tot eene boete van f 3 of eene
gevangenisstraf van één dag.
Aan den Raad der gemeente Amersfoort.
De ondergeteekende hoeft de eer U
Mijne Ileereneenige beschouwingen
medetedeelen aangaande de nog hangende
vraagstukken betrekkelijk de oprichting
van eene openbare meisjesschool voor
meer uitgebreid lager onderwijs ten be
hoeve van kinderen van 12 tot löjarigen
leeftijd. Hij wenscht U die beschouwin
gen te geven, opdat daarop bij de behan-
ling en beslissing zoo noodig kunne wor
den gelet, maar hij verklaart tevens dat
hij zijne denkbeelden gaarne aan Uw meer
verlicht oordeel onderwerpt en ze gaarne
zal zien plaats maken voor betere.
Dadelijk bij ziju optreden als burge
meester dezer gemeente heeft hij dat be
langrijke punt tot zijne ernstige overwe
ging gemaakt, en hij bevond al spoedig
dat al het gevraagde, gerapporteerde, ge
sprokene en geschrevene te weinig steun
de op feiten 0111 werkelijk goed te kunnen
worden beoordeeld. Elke theorie toch,
hoe prachtig ook, moet worden toegepast
op den bestaanden toestand; en een goed
staathuishoudkundige zal vóór hij eene
theorie gaat toepassen, rekening houden
met den grondslag, waar die theorie als
gebouw zal worden opgetrokken. De Raad
nu zal moeten beoordeelen of werkelijk
aan het verzoek van ruim 200 ingezete
nen zal moeten worden voldaan, dan wel
of er eenige wijziging in de bestaande
scholen moeten worden gebracht, of wel
ke maatregelen anders moeten genomen
worden.
Op dat punt hoopt de ondergeteekende
den Raad eenigszins voortelichten en dan
herinnert hij al dadelijk aan de artikelen
16 en 17 der wet van 13 Augustus 1857
(Staatsblad no. 103), waar ook terecht tot
grondslag is genomen voor de regeling
van het getal scholen en de uitgebreidheid
van het lager onderwijs de bevolking en
de behoefte.
De rekwestranten vragen de oprichting
van eene openbare meisjesschool voor kin
deren van 12 tot löjarigen leeftijd waar
ook Fransch, Duitsch en Engelsch onder
wezen wordt, jen waarvoor een niet te
hoog schoolgeld wordt gevorderd, terwijl
zij bij vergelijking op het meerdere (het
middelbaar onderwijs) wijzende, te kennen
geven dat dat slechts f 40 per jaar en per
kind kost. Zulk eene school als gevraagd
wordt bestaat hier niet, en mocht de Raad
besluiten zoodanige school niet opterich-
ten dan kunnen Gedeputeerde Staten of
de Koning de oprichting bevelen. Zoo is
de rechtstoestand. Maar die toestand
hangt af van de bevolking en van de be
hoefte. De ondergeteekende zou kunnen
volstaan met eenvoudig te wjjzen op de
bevolking en de behoefte, voor zooverre
den gegoeden stand betreft, ware het niet
dat bij het gesprokene en het geschrevene
en het vroeger in den Raad gereleveerde,
de geheele inrichting van het lager onder
wijs te dezer plaatse was aangevallen.
Sommigen namelijk beweerden met allen
ernst dat in deze gemeente geen twee ar
menscholen noodig zijn; dat ééne armen
school voldoende is; dat op de andere ar
menschool een gering schoolgeld zou kun
nen geheven worden, Op de beide armen
scholen zijn thans ongeveer 550 kinderen.
Zij zijn er toegelaten nadat Burgemeester
en Wethouders een onderzoek omtrent
het onvermogen tot het betalen van
schoolgeld hebben ingesteld, en dan is het
zeer ligt mogelijk dat voor enkele leerlin
gen eenig schoolgeld zou kunnen gevor
derd worden maar het vorderen van
schoolgeld zou vrij gelijk staan met we
ring van de school. De ondergeteekende
durft beweren dat bij de helft van de
ouders, wier kinderen op de armenschool
gaan, de mogelijkheid zou bestaan eenig
schoolgeld aftezonderen; de wil echter
ontbreekt; en waar die wil ontbreekt is
invordering onmogelijk en staat invorde
ring, bij vooruitbetaling, gelijk met we
ring van de school. Burgemeester en
Wethouders werken bij elke aanvrage
zooveel mogelijk op het eergevoel van de
ouders, daar waar zij overtuigd zijn dat
het schoolgeld niet anders kan betaald
worden dan met de grootste inspanning,
en geen ernstige wil om te betalen be
staat, daar laten zij de kindereu op de
armenscholen toe. De ondergeteekende
is ook deze beginselen toegedaan; hij zal
liever toelaten dan weren van de school.
I11 elk geval Burg. en Weth. moeten vol
gens de schoolreglementen beoordeelen of
de kinderen op de armenschool kunnen
worden toegelaten; zij hebben dat met
zorg gedaan; zij zullen dit met zorg blijven
doen, en dan is op het getal van 550 leer
lingen nooit zooveel intekrimpen dat eene
der armenscholen zou kunnen gemist
worden. De beide armenscholen zijn flink
ingericht en de ondergeteekende heeft de
innige overtuiging dat daaraan niets be
hoeft te worden gewijzigd. Het is waar de
armenscholen zijn duur, maar ze zijn goed.
Voor elk schoolgaand kind wordt (zelfs
als de gebouwen buiten rekening blijven)
door de gemeente 'sjaars betaald onge
veer f 20. Wat de armenscholen zijn voor
den minsten stand der bevolking in de
gemeente, is de tusschenschool voor den
burgerstand. Op die tusschenschool wordt
onderwijs gegeven in dezelfde vakkeu van
het lager onderwijs als op de armenscho
len, namelijk in de vakken ai van art.
1 der wet, terwijl op eene der armenscho
len en op de tusschenschool ook onderwijs
gegeven wordt in de vrouwelijke hand
werken en op de tusschenschool boven
dien in de gymnastiek. Op die tusschen
school zijn ongeveer 350 leerlingen. Ook
die school is zoowel wat lokalen als perso
neel betreft goed ingericht en bezet. Het
spreekt van zelf dat het schoolgeld op die
school, welke, wat stand betreft van de
leerlingen, aansluit aan de armenschool
niet te hoog mag zijn. Het schoolgeld is
bekend, en volgens de begrooting der ge
meente voor 1878 wordt voor elk school
gaand kind nog bijbetaald 'sjaars 1 14,
wanneer men de gebouwen weder buiten
rekening laat. Voorts is voor die beide
standen eene herhalingsschool opgericht,
waar onvermogenden gratis en vermogen
den tegen een klein schoolgeld onderwijs
kunnen ontvangen. Behalve die scholen
is er nog eene openbare school voor lager
en meer uitgebreid lager onderwijs, in zoo
verre dat behalve de vakken ai van art.
1 der wet ook onderwijs gegeven wordt in
de Fransche taal en voor meisjes nog in
de handwerken. Ook die schdol is voor
jongens en meisjes. Tot 9 of lOjarigen
leeftijd ongeveer zitten jongens en meisjes
in hetzelfde lokaal. Na dien leeftijd ont
vangen jongens en meisjes afzonderlijk
onderwijs. Eindelijk bestaat hier nog eene
school voor meisjes uit den gegoeden
stand, namelijk die van Mej. Gutteling,
om van de verschillende bijzondere eigen
lijk gezegde sectescholen niet te spreken.
Aan de school van Mej. Gutteling wordt
ouderwijs gegeven in alle vakken van het
lager en meer uitgebreid lager onderwijs
voor meisjes, natuurlijk tegen betaling.
Behalve deze school bestond vroeger in
deze gemeente nog eene school, namelijk
die van Mej. Hondius, welke door het
overlijden van de hoofdonderwijzeres is te
niet gegaan.
En ziet daar nu de vraag der re
kwestranten de school van Mej. Hondius
is vervallen; de school van Mej. Gutteling
is niet groot genoeg, misschien ook te
duur, niet naar de eiscben van den tijd