BURGERLIJKE STAND.
SPAARBANK.
Mr. J. van der Leeuw, President.
J. Apeldoorn, Penningmeester.
J. C Leinweber, Secretaris.
Ned. Herv. Kerk. Drietal te 's-Gra-
venhage G. J. de Hoest, te Amersfoort;
Dr. G. J. van der Flier, te Delft, en Dr.
H. Smeding, te Haarlem.
ingericht met klassikaal en vakkenonder-
wijs; de school voor jongens en meisjes
voor lager en meer uitgebreid lager onder
wijs geeft niet genoeg onderwijs, namelijk
geen Duitsch en Engelsch, en zoo zijn er
velen die openbaar lager en meer uitge
breid lager onderwijs voor meisjes uit den
gegoeden burgerstand verlangen, terwijl
de jongens aan de Hoogere burgerschool
daarvoor terecht kunnen.
Nadat in herinnering is gebracht het
openbaar onderwijs iu deze gemeente, rijst
de vraag welke behoefte bestaat er aan
eene openbare meisjesschool voor gewoon
en meer uitgebreid lager onderwijs?
Toen Mej. Hondius nog hare school
had, waren daar ruim 40 meisjes; Mej.
Gutteling had er in dien tijd bijna 40, zoo
dat het gebeele getal van meisjes op 80
kan geschat worden. De ondergeteekende
heeft behalve die schatting by de respec
tieve rekwestranten rondgezonden met
de vraag voor hoeveel meisjes elk het ge
vraagde onderwijs verlangde en hoe hoog
het schoolgeld zou kunnen zijn zonder
bovenmatig genoemd te worden. De ruim
200 rekwestranten hadden te zamen
slechts 32 meisjes van 11 tot 17 jaar (de
leeftijd werd bij de vraag ruimer gesteld)
eu volgens hunne opgaven waren van die
32 geplaatst bij Mej. Gutteling en op de
openbare school ruim 20, zoodat slechts
ruini een tiental niet profiteerde van
de bestaande inrichtingen. Omtrent het
schoolgeld werd geantwoord vrij alge
meen dat een schoolgeld van f 30 zou
kunnen worden geheven sommige spra
ken van f 50, mits het onderwijs goed
was, anderen van f 15 a f20, zoodat
f30 als normale prijs werd opgegeven.
Ook van andere zijde werd onderzocht
naar het aantal meisjes in deze gemeente
en zoo bleek het dat op de openbare
school 50 meisjes waren, waarvan een
tiental boven 12jarigen leeftijd, terwijl
bij Mej. Gutteling waren 39 meisjes, waar
van Vj boven dien leeftijd, zoodat met in
begrip van de meisjes die gezegd worden
van geene inrichting te profiteren, in het
geheel op ruim 30 meisjes van 12 tot 16
jarigen leeftijd kan gerekend worden. In
het geheel zal Amersfoort hoogstens 100
meisjes uit den gegoeden stand tellen,
waarvan '/s hoven 12 jaar. Gesteld dat
allen van het gevraagde onderwijs zouden
profiteeren wanneer dat op f 40 werd ge
bracht, dan zouden de inkomsten van zulk
eehe school ruim f 1200 bedrageu, terwijl
de uitgaven zeker f 6000 's jaars zouden
bedragen, zoodat uit de gemeentekas voor
elk schoolgaand meisje uit den gegoeden
stand minstens f 160 zou moeten worden
bijgepast. De ondergeteekende acht het
mitsdien hoogst ongeraden aan het ver
zoek te voldoen, zooals het verzoek daar
ligt. De hoefte bestaat niet; zoowel toch
op de school van Mej. Gutteling als op de
openbare school kunnen nog meisjes wor
den geplaatst zoodat gerust gezegd kan
worden, dat iedereen onderwijs kan ont
vangen. Maar zal men bewerende
behoefte is juist daarin gelegen dat het
onderwijs niet voldoet en dus niet vol
doende, is. Dit betreft de inrichtingen
ook daarop is gelet, De ondergeteekende
geeft gaarne toe dat het beter zou kunneu
zijn. De openbare school toch ingericht
voor jongens en meisjes is op den duur niet
houdbaar. Het zamen zijn in één lokaal
tot lOjarigen leeftijd kan gaan: maar het
zamen zijn voor hoogeren leeftijd in één
gebouw met dezelfde schoolurengaathiet.
üm dus het onderwijs aan die school uit-
tebreiden met Duitsch en Engelsch zou
de kwaal vergrooten. Verschillende wegen
zouden echter kunnen worden bewandeld.
Zoo zou lo. aan de tusschenschool èene
klasse kunnen worden toegevoegd waar
Fransch onderwezen werd voor jongens
tot 12jarigen leeftijd. De jongens kunnen
daarna naar de Hoogere burgerschool, dan
zou de openbare school voor meer uitge
breid lager onderwijs alleen voor meisjes
zijn en met de school van Mej. Gutteling
alleszins voldoende zijn. De joDgens uit
den gegoeden stand zouden dan geen an
der onderwijs kunnen ontvangen dan aan
de tusschenschool. Op die wijze zou men
goedmaken voor het eene en bederven
voor het andere.
2o. de jongens boven 10, 11 of ^jari
gen leeftijd zonden van de openbare
school voor lager en m. u. 1. o. kunneu ge
weerd worden, met hunne verwijzing naar
de Hoogere burgerschool. Die school zou
op die wijze gemengd blijven tot een be
paalden leeftijd en dan uitsluitend meis
jesschool worden.
3o. de meisjes boven den aangeduiden
leeftijd zouden kunnen geweerd worden
met verwijzing naar de school van Mej.
Gutteling, die dan een subsidie zou moe
ten hebben om haar te verplichten te zor
gen voor het verdere onderwijs van de
meisjes in de gemeente.
4o. Er zou nevens de school van Mej.
Gutteling nog eene bijzondere inrichting
kuuneu worden in het leven geroepen,
beide met subsidie, onder voorwaarde dat
de eene meisjes zou hebben tot een be
paalden leeftijd, de andere na een bepaal
den leeftijd. Op deze wijze zou de bestaau-
de openbare school alleen voor jongens
uit den gegoeden stand kunnen worden
ingericht. De ondergeteekende zou wel
licht nog meerdere middelen weten aan-
tegeven en zou thans reeds alle opgegeven
middelen aan een nauwkeurig onderzoek
in de gevolgen kunnen onderwerpen
maar het is van algemeene bekendheid
dat eerlang door de Regeering aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal zal
worden aangeboden een ontwerp van wet
tot wijziging der wet van 1857. Van be
trouwbare zijde vernam de ondergetee
kende dat bij dat ontwerp ook het meer
uitgebreid lager onderwijs zou geregeld
worden, terwijl zeker bij aanneming de
invoering der nieuwe wet zou plaats heb
ben in het jaar 1878. Wenschelijk is het,
alvorens doortastende maatregelen te ne
men, die wet aftewachten, want verande
ring nu en verandering spoedig daarna
kan niet anders dan ongunstig werken.
Mocht van de wet niets komen, of mocht
ten aanzien van het lager en meer uitge
breid lager onderwijs voor deze gemeente
geene wijziging plaats hebben, zoodat de
gemeente aan geene meerdere of mindere
plichten te dien opzichte gehouden is,
dan zou de opinie van den ondergeteeken
de deze zijn
lo. dat de armenscholen behouden wor
den zooals ze nu zijn
2o. dat de tusschenschool behouden
werd zooals die nu bestaat, zonder uit
breiding vau leervakken
3o. dat de openbare school voor lager
en meer uitgebreid lager onderwijs uit
sluitend werd ingericht voor jongens uit
den gegoeden stand, misschien met be
houd van meisjes uit den gegoeden stand
van jeugdigen leeftijd.
4o. dat het meer uitgebreid lager on
derwijs voor meisjes uit den gegoeden
stand van gemeentewege werd bevorderd
door subsidie aan eene of meer hoofdon
derwijzeressen, zoodat ook van gemeente
wege op de inrichting en regeling van dat
onderwijs eene behoorlijke controle zou
kunnen plaats hebben.
De redenen welke tot deze denkbeelden
voeren voor de gemeente Amersfoort zijn
deze: de armenscholen zijn goed; de ge
bouwen zijn groot genoeg om nog meer
leerlingen te kunnen opnemenze zijn
bovendien voor vergrooting vatbaarvan
geen enkele zijde zijn ook bezwaren tegen
de inrichtingen gemaakt; mocht het on
derwijs op die scholen niet goed bevonden
worden dan ligt het voorzeker niet aan de
gemeente maar aan de onderwijzers of het
onderwijzend personeel, en daarop kan het
dagelijksch bestuur der gemeente, de
schoolcommissie, de schoolopziener en de
inspecteur voor het lager onderwijs toe
zien en zoodanige maatregelen provocee-
ren als elk in zijn kring zal geraden oor-
deelen. Ook de tusschenschool is goed
ingericht en goed bezet. De lokalen zijn
nu noggeruimen tijd voldoende; er kun
nen nu vrij wat leerlingen geplaatst
worden. Worden de vakken aan die tus
schenschool uitgebreid, dan ligt het voor
de hand, door b. v. die school interichten
voor alle jongens uit Amersfoort, behalve
die der Armeklasse, met bijvoeging van
eene afdeeling voor het Fransch, dan zal
ja zeer spoedig blijken dat eene 2e school
van dien aard noodig is. Bovendien eene
gedwongen bijeenvoeging van alle standen
(uitgezonderd de armen) komt den onder
geteekende in eene gemeente van uitge
breidheid en gehalte als Amersfoort niet
doelmatig voor.
De bestaande school voor gewoon en
meer uitgebreid lager ouderwijsvoor
jongens en meisjes en de school van Mej.
Gutteling worden beide bezet door hoof
den wier verdiensten geroemd moet wor
den. Beide zijn zoo ijverig in hunne taak
dat de gemeente het zou moeten betreu-
reu als zij hunne betrekking moesten neer
leggen. De ondergeteekende zou in die
omstandigheden niet gaarne medewerken
om beide of een vrn beide direct of zjjde-
lings te vernietigen. De openbare school
zooals die nu is ingericht voor jongens en
meisjes is op den duur in die lokalen niet
houdbaar, dan zijn de lokalen gering in
getal en zoude zeker het hulppersoneel be
langrijk moeten worden uitgebreid. De
laagste klasse voor jongens en meisjes
hebben hoog noodig eene hulponderwij
zeres met eene kweekelinge en helpster.
Wanneer daarna de jongens en meisjes
afzonderlijk onderwijs zullen ontvangen,
dan heeft men eigenlijk twee scholen voor
alle vakken van het lager onderwijs plus
Fransch en vrouwelijke handwerken. Om
alles dan goed te laten loopen, moet de
hoofdonderwijzer slechts toezicht houden
en een dubbeltal hulppersoneel hebben.
Dat alles kan in die lokalen niet gevon
den worden. Die school moet naar de be
scheiden meening van den ondergetee
kende uitsluitend jongensschool worden
voor den gegoeden stand, met behoud
mogeljjk van meisjes van jeugdigen leef
tijd uit den gegoeden stand om daar de
eerste ontwikkeling te ontvangen. Het
onderwijs aan die school behoeft voor de
jongens niet uitgebreid te worden tot het
Duitsch en Engelsch; deze vakken toch
worden ook op de H. B. school onderwe
zen, en toehoorders zijn daar mogelijk.
Wiskunde evenwel zou voor de beginse
len doelmatig zijn. Niet alle jongens
wenschen naar de H. B. school te gaan en
niet allen zijn op een bepaalden leeftijd
daarvoor geschikt. Mitsdien moeten de
jongens tot onbepaalden leeftijd worden
toegelaten. Het is dan te voorzien dat de
lokalen nog lang voldoende zullen zijn.
Nu zullen op die school op 1 Maart 1878
zijn 66 jongens; dat getal zal met zooda
nige regeling toenemen doch niet zóó dat
de lokalen spoedig te klein zullen zijn.
Eindelijk de meisjes uit den gegoeden
stand. Wanneer de jeugdigen hare eerste
ontwikkeling op de openbare school onder
leiding eener hulponderwijzeres hebben
ontvangen, dan zullen eene of twee matig
gesubsidieerde scholen ruimschoots in de
behoefte kunnen voorzien. Het is waar
voor de meisjes moet ook gelegenheid be
staan voor Duitsch en Engelsch, evengoed
als voor het Fransch. In één woord het
onderwijs moet degelijk kunnen zijn, maar
dan is er ook volstrekt geen bezwaar bij
dat voor degelijk meer uitgebreid lager
onderwijs ook goed betaald wordt. Eene
vergelijking met het schoolgeld op de H.
B. School gaat niet op, want iedereen zatl
het toegeven dat het eigenlijk te laag is.
Dat de gemeente zich eenige opoffering
getroost is zelfs nuttig, want daardoor
wordt eene bijzondere school, eigenlijk
eene openbare, of liever zij kan dat wor
den. Men leze slechts art. 3 der wet op het
lager onderwijs, waar dat duidelijk staat.
Wanneer men nu rekening houdt met
den bestaanden toestand in deze gemeente,
dan schijnt de aangegeven regeling zeer
doelmatig te zijn, vooral daar ook voor
meisjesscholen aanvragen zijn. Bovendien
zou het niet onmogelijk zijn dat kostscho
len of een kostschool alhier verrees. De
ondergeteekende wenscht thans daar
van nog geene voorstellen te maken;
hij wil liever afwachten de nieuwe wet
op het lager onderwijs. Inmiddels is
echter noodig aanvulling van het hulp
personeel aan de openbare school voor
gewoon en meer uitgebreid lager on
derwijs. Door de welwillende medewer
king der andere hoofdonderwijzers is tij
delijk een hulponderwijzer van de tus
schenschool werkzaam aan die openbare
school, waar de hoofdonderwijzer geen
voldoende hulp had. Dat tijdelijke kan
echter niet lang stand houden, is ook niet
voor langen tijd te vergen, zoodat thans
reeds in -afwachting van de nieuwe wet
op het lager onderwijs wordt in overwe
ging gegeven om aan die school nog aan-
testellen eenen hulponderwijzer op de ge
wone bezoldiging.
De ondergeteekende meent hiermede
den feitelijken toestand duidelijk te heb
ben uiteengezet en zijne denkbeelden te
hebben ontwikkeld. Hij beveelt de zaak
nader aan Uwe ernstige overwegiug aan.
De Burgemeester vau Amersfoort,
VAN PERSIJN.
Amersfoort, 20 Februari 1878.
Geboren1 Maart. Thomas Willem, z.
van Georg Philip Ittmanu en Geertruida
Anna Kleber. 3. Johanna, d. van Jan van
Barneveld en Peternella van Duist. 4.
Arend, z. van Coeuraad Gollee en Christina
van de Klashorst. 6. Franciscus, z. van
Gertit Marinus Gouw en Cornelia Buijs.
7. Wilhelmnus Adrianus, z. van Adrianus
Kamerbeek en Margaretha AntonettaHu-
bertina Laarmans.
Ondertrouwd7 Maart. Salomon de Zoete
en Elsje Klein.
Gehuwd6 Maart. Willebrordus van der
Mast en Drika Wolters. Franciscus Jo
seph van Grol en Evertje van Beek. An-
dries Korte en Margaretha Pastoor. Jaco
bus van Wijlaud en DeboraGroenewoud.
Nicolaas Wolfswinkel en Hasina de Kruijf.
Overleden: 1 Maart. MariaGerardaMas
sa, 16 m. 2. Aaltje van Drie, 14 m.
Alijda de Vries, 76 jr. wed. van Dirk Witte-
veen. Rijka Uding, 14 m. 3. Cornelis
van Asch, 8 jr. 4. Arie van Daal, 7 8 jr.
wedr. van Jaantje van Empelen. 5. Hen-
drika Mulder, 51 jr. echtg. van Louwerens
van Eijkelenburg.
Het Bestuur zal zijne eerstvolgende
zitting houden op Maandag 11 Maart
e.k. ten Raadhuize te Amersfoort, des
namiddags van 12 tot 1 ure.
A. J. BOS, Secretaris.
HULPBANK TE AMERSFOORT.
Tot het geven van gelden ter leen zal
eene Commissie uit het bestuur op
MAANDAG, den 11. MAART aanst.
's namiddags van halflwee tot half drie,
zitting houden in een der localen van het
raadhuis, alwaar de belanghebbenden
zich kunnen aanmelden. Inlichtingen zijn
te bekomen bij de ondergeteekenden, en
bij de verdere leden van het bestuur, de
heeren B. E. Herschel, W. A. Croockewit,
M. van Beek enjhr. Mr. H.J. L. van
Sasse van Ysselt.
SCHOOL- EN KERKNIEUWS.
De heer mr. M. G. L. Jorissen, leeraar
in de staathuishoudkunde, statistiek en
handelswetenschappen aan de H. B. S.
te Veendam, nu notaris te Winschoten,
heeft uit eerstgemelde betrekking eervol
ontslag gevraagd en gekregen. Behalve
mr. A. W. Huber te Leeuwarden heeft
zich voor die betrekking nog aangemeld
de heer Boekhoudt, candidaat in de rech
ten, leeraar aan de Koninkl. H. B. school
te Apeldoorn.
Aan de hoogeschool te Groningen zal
een leerstoel in de pharmacie opgericht
worden.
Volgens de JV. R. C. heeft de hooglee
raar J. Hissink Jansen te Groningen zijn
emeritaat aangevraagd, omdat zijn ge
zondheidstoestand de verdere waarne
ming van zijne betrekking niet toelaat.
Aan A. J. van Pesch, op verzoek, eer
vol ontslag verleend als hoogleeraar aan
de Polytechnische school.
Benoemd-, tot hoofdonderwijzer aan de
openbare school te Hattem H. A. Meijer,
te Vaassen.