Nieuws uit verschillende plaatsen.
BINNENLAND.
Bij Kon. besl. zijn benoemd tot leden
van de commissie van toezicht van
's Rijks academie van beeldende kun
sten, J. A. Langerhuizen en Mr. J. A.
Sillem.
Overleden Mr. A. W. Wichers, Presi
dentder Arr.-Rechtbank te Utrecht.
De Held. en Nieuwed. Ct. verneemt,
dat de Schout-bij-nacht jhr. J. H Van
Cappellen met i Mei a.s. wordt geplaatst
als directeur en commandant der Marine
te Nieuwediep, ter vervanging van den
vice-admiraal P. A. Van Rees, die op
nonactiviteit wordt gesteld.
De St.-Cl. No. 65 bevat een Kon. be
sluit tot regeling van de inrichting der
Krijgsschool.
Op 1 October dezes jaars zullen jonge
lieden worden toegelaten om bij het gar-
nizoens-hospitaal te Amsterdam te wor
den opgeleid tot officier van gezondheid
voor den dienst hier te lande en tot mili
tair apotheker hier te lande.
De aan te nemen jongelieden moeten
op den dag der toelating den vollen leef
tijd van zeventien jaren hebben bereikt
en niet ouder zijn dan twintig jaren.
Adres, vóór 16 Juli e.k., aan den inspec
teur van den geneeskundigen dienst der
landmacht. Zie voor de vereischten de
St.-Ct. No. 65.
Ter aanvulling van art. 29 van het
reglement betreffende den vorm, de sa
menstelling en de afmetingen der maten
en gewichten, is bij Koninklijk besluit
bepaald Aan het slot van art. 29 van
het reglement, vastgesteld bij Konink
lijk besluit van 16 October 1869 (Staats
blad No. 159), wordt gelezen: Bij het
meten van kalk is het geoorloofd gebruik
te maken van houten maten met vijf
openingen, elk van ten hoogste 3 centi-
timeter middellijn, in den bodem. Op
zoodanige maten moet het woord kalk
maat," met duidelijke letters van ten
minste 3 centimeter hoogte, onder de ge
wone benaming der maat ingebrand
zijn."
Z. M. heeft, overwegende dat het noodig
is de artillerie-en genie-com mandementen
ineer in onderling verband en in overeen
stemming met het vestingstelsel te rege
len het volgende bepaald
Art. 1. Bet grondgebied van het Rijk
is verdeeld in acht verdedigings-stellingen,
omvattende elk een deel van het vesting
stelsel en waartoe verder behooren eenige
niet versterkte plaatsen, zoomede eenige
voor militaire doeleinden bestemde terrei
nen en gebouwen.
Art. 2. In elke verdedigings-stelling
bevinden zich de noodige magazijnen van
artillerie-en genie-materieel.
Het beheer over die magazijnen is op
gedragen aan magazijnmeestèrs.
Art. 3. Het gebied der verdedigings
stellingen en de daartoe behoorende ma
gazijnen zijn aangegeven in de tot dit be
sluit behoorende tabellen.
Bij den aanleg van nieuwe fortificatie-
werken wordt door den Minister van Oor
log bepaald tot welke stelling zij zullen
behooren.
Art. 4. De artillerie-magazijnen te
Doesborgh, Nijmegen, Ter Neuzen en
's Hertogenbosch zijn opgeheven.
Art. 5. In elke stelling is een afdeeling
vesting-artillerie gelegerd, van zoodanige
sterkte en samenstelling als nader door
den Koning zal worden bepaald.
De commandeerende officier dezer af
deeling is belast met het toezicht over al
het artillerie-materieel binnen de stelling.
Het zich daarin bevindende genie-mate
rieel staat onder het toezicht van den com
mandeerenden officier der genie.
Art. 6. Het personeel van de genie-offi
cieren, magazijnmeesters der artillerie en
fortificatie-opzichters wordt, voorloopigin
afwachting van nadere daaromtrent door
den Koning te maken bepalingen, over de
verschillende stellingen op zoodanige wijze
verdeeld, als de eischen van den dienst
zullen vorderen.
Art. 7. De commandeerende officieren
der artillerie en der genie in elk der ver
dedigings-stellingen hebben den titel van
Artillerie-(Genie-) Commandantinde.
stelling.
Zoodra de militie te land door den Ko
ning, krachtens art. 184 der Grondwet,
hetzij geheel, hetzij ten deele, buitenge
woon is bijeengeroepen, treedt van deze
beide commandeerende officieren de hoog
ste of oudste in rang a,\s algemeen comman
dant van de stelling op, tenzij door den
Koning op andere wijze in het bevel over
de stelling is voorzien.
De instructiën voor de commandanten
der artillerie en genie voornoemd, zullen
nader door den Koning worden vastgesteld.
De in bedoelde tabel aangewezen verde
digingsstellingen zijn de volgende
De Nieuwe Hollandsche Waterlinie van
af het fort aan de Klop tot aan de Lek, met
standplaats Utrecht.
De Nieuwe Hollandsche Waterlinie van
de Zuiderzee tot het fort aan de Klop,
standplaats Naardcn.
De Nieuwe Hollandsche Waterlinie van
de Lek tot de Merwede en door het land
van Altena tot de Nieuwe Merwede, stand
plaats Gorinchem.
De stelling van deGeldersche vallei met
die in de Neder-Betuwe en de werken tot
dekking van rivier-overgangen en opname
van troepen aan den IJsel, standplaats
Zwolle.
De stelling van het Hollandsch diep en
Yolkerak en destelling van de monden
van de Maas en van het Haringvliet, bene
vens de werken aan de Westerschelde,
standplaats Dordrecht.
De stelling van den Helder, standplaats
den Helder.
De stelling van Amsterdamstand
plaats Amsterdam (niet versterkte plaat
sen Amsterdam, Haarlem, Leiden, 'sGra-
venhage, Delft, Rotterdam, Schoonhoven,
Gouda).
De Zuiderzeewaterlinievan de Maas
boven St. Andries tot de Amer beneden
Geertruidenberg en de werken tot dekking
van rivierovergangen en opname van
troepen aan Waal en Maas, standplaats
's Hertogenbosch.
De opbrengst der Rijksmiddelen be
droeg in Februari jl. ƒ6,485,998.86, zijn
de 324,500.63® meer dan in Februari
1877 en ƒ1,379,741.76 minder dan l/u
der raming. Sedert 1 Jan. jl. was de
opbrengst f 12,910,943.22°zijnde
ƒ591,774.25° meer dan in de eerste twee
maanden van 1877 en ƒ2,820,528.01"
minder dan s/12 der raming voor 1878.
De Koloniale Staten van Suriname heb
ben een voorstel van den heer Barnet
Lyon aangenomen, hetwelk strekt om met
het oog op den ongunstigen en steeds meer
en meer achteruitgaanden toestand der
kolonie, tot Z. M. den Koning het verzoek
te richten uit Nederland eene commissie
naar Suriname te zenden: Deze commissie
moet op de plaats zelve een onderzoek in
stellen en daarvan rapport uitbrengen,
met opgave van de maatregelen, die haar
inziens zullen moeten génomen worden
om de kolonie uit haren staat van verval
op te heffen en tot bloei terug te voeren.
De bevolking der provincie Utrecht
bedroeg op 1 Jan. 1877: 91,308 m. en
94.856 vr., te zamen 186,164. In 1877
vermeerderde zij met 1134 m. en 1401
vr., en bedroeg dus op 1 Jan. 1878:
188,799.
Met intrekking der bestaande bepalin
gen omtrent het gebruik en de inrichting
der bestelkaarten voor boekwerken enz.,
wordt nader, met ingang van 1 April e. k.,
het volgende vastgesteld:
a. De bestelkaarten moeten vervaar
digd zijn van licht grijs gekleurd kaart-
papier, van geene mindere stevigheid dan
het papier der briefkaarten.
b. De afmetingen der kaarten moeten
zijn: niet minder dan 9 centimeter in de
breedte en 12 centimeter in de lengte; en
niet meer dan 13 centimeter in de breedte
en 18 centimeter in de lengte.
c. De kaarten zijn aan de voorzijde bo
venaan te voorzien van het volgende ge
drukte opschrift: Bestelkaart voor boek
werken enz., in duidelyke letters ter hoog
te van minstens 4 a 5 millimeters. De voor
zijde der kaart mag verder volstrekt niets
anders bevatten dan het adres van den
persoon voor wien zij is bestemd.
d. De bestelling, welke aan de achter
zijde der kaart is te plaatsen, moet geheel
of gedeeltelijk gedrukt zijn. Voor zooveel
het gedrukte gedeelte betreft, is het for
mulier te volgen van de model-kaart,
welke op de postkantoren ter inzage voor
handen is en waarvan aan eiken binnen
den kring van het postkautoor gevestig-
den boekhandelaar op zijne aanvrage één
exemplaar kosteloos wordt uitgereikt.
e. De schriftelijke bijvoegingen, door
halingen en onderstreepingen in het sub
d bedoelde formulier der bestelling zijn
beperkt tot den titel, het getal en den prijs
van het bestelde, opgave of het werk ge
bonden, ingenaaid of los is af te levereu en
aanduiding der wijze van verzending. De
vermelding van de plaats van afzending,
de dagteekening en de naam of de firma
des afzenders is, ingevolge de bestaande
bepalingen, mede geoorloofd. Berichten
of mededeelingen van anderen aard zijn
verboden.
Bestelkaarten, welke niet aan de vo
renstaande bepalingen beantwoorden,
worden niet ter verzending toegelaten;
behoudens evenwel wat de kaarten betreft
waarvan overlegging aan en goedkeuring
door de postadministratie reeds heeft
plaats gehad. Met het gebruik der laatst
bedoelde kaarten kan tot aan het einde
van het loopende jaar worden voortge
gaan.
Het eenig art. van het ontwerp van wet
tot onteigening ten behoeve van een
spoorweg van Amersfoort naar Nijmegen
is van den volgenden inhoud
Wij verklaren, dat het algemeen nut de
onteigening vordert, ten name van den
Staat, van de eigendommen noodig voor
den aanleg van een spoorweg van Amers
foort langs Rhenen naar Nijmegen, door
de gemeenten Amersfoort, Leusden, Wou
denberg, Amerongen, Leersum, Veenen-
daal, Rhenen, Lienden, Kesteren, Dode-
waard, Hemmen, Valburg, Eist en Bern-
mei. De weg zal aanvangen in de gemeente
Amersfoort bjj den Oosterspoorweg, om
in S. vormige richting ten westen van
Amersfoortverder in nagenoeg rechte
richting door te loopen langs Leusden en
Woudenberg, over den Nederlandschen
Rijnspoorweg, tot Rij de Haar, aldaar ter
linkerzjjde ombuigende en in rechte rich
ting den Slaperdijk snijdende, naar en ten
oosten van Veenendaal; van daar ombui
gende om in zuidoostelijke richting naar
Rhenen, en verder in zuidelijke richting
over den Rijn te gaan; vervolgens ooste
lijk ombuigende naar Kesteren, en van
daar in rechte richting langs Opheusden
en Hemmen naar en ten noorden van Val
burg, en eindelijk ter rechterzijde ombui
gende, in rechte strekking den Griftdijk
bij de Reeksche Zeeg overgaande, om met
bogen, naar de zijden van Eist en Ressen,
aan te sluiten aan den Staatsspoorweg van
Arnhem naar Nijmegen.
Uit de memorie van toelichting blijkt,
dat stations of halten zullen gevestigd
worden te Amersfoort, Woudenberg, Vee
nendaal, Arnhem, Kesteren, aan den Boel
ham, Valburg en Ressen. Verder is nog
gerekend op een halte de Haar bij den
0 vei gang van den Rijnspoorweg.
Uitslag der herstemming voor de Twee
de Kamer.
Goes. Aantal kiezers 2588. Uitgebr.
1871 geld. st, (tegen 1934 op 26 Feb. jl.).
Gekozen de Heer J. P. Bredius, met 1102
st. (tegen 692 op 26 Feb.). De Heer Ver
meulen verkreeg 770 st. (tegen 622 op 26
Feb.).
STATEN-GENERAAL.
Zitting van Vrijdag, 15 Maart 1878.
Door den Min. v. Just, wordt ingetrok
ken het wetsontwerphoudende bepalingen
nopens het vervoerden verkoop, opslag enz.
van buskruit en andere licht ontvlambare
stoffen. Aangenomen voor kennisgeving.
Tot rapporteurs zijn 0. a. benoemd
over het wetsontw. tot aanvull. der Ind.
begroot de li.b. WintgeusMirandolle
(voorzitters) v. Heukelom, Lenting en
Mees en over het wetsontw. tot aanvull.
der wet op het Hooger onderw. de h.h. v.
Delden, Moens, van Houten (voorzitter)
Gratama en Rombach.
Aan de orde is de beraadslaging over:
I. het wetsontw. tot wijziging v. d. staat, be
hoorende bij art. 2. der wet tot vastelling v. h.
rechtsgebied en de zetels der recliterl. colle-
gien binnen h. ressort v. h. gerechtshof te
Amsterdam. Zonder discussie eenparig
aangenomenII. Het wetsontwerp tot vast
stelling v. h. slot der Oost-lnd. rekening
over 1867. De heer Wintgens kan zijn
goedkeurende stem aau dit ontwerp niet
geven. De h. Verniers v. d. Loeff stelt den
min. voor, een ander concept in te dienen
als zijnde dit niet con.amore opgemaakt,
en als verdienstelijk financier een ware
rekening aan te bieden.
De Min. v. Bosse erkent dat de cijfers v.
dit ontwerp niet te verdedigen zijn, maar
het zou verkeerd zijn deze en evenzoo de
volgende rekening onafgedaan te latener
is uitzicht op beterschap, de oorzaken van
het kwaad zijn gevonden en er zal veran
dering komen; het zou verkeerd ziju de
latere rekeningen eerst vast te stellen en
de vroegere te ignoreeren. Tegen het niet
afgescheiden laten v. h. administratief ka
pitaal het bedrijfskapitaal v. d. staat
bestaat geen bezwaardit kapitaal is niet
in geld maar in producten voorhanden.
Het wetsontwerp verworpen met 37 tegen
25 st. III. Aanvulling v. h. regl. op h.
beleid der regeering in Indië; zonder dis
cussie m. a. st. aangenomen. IV. Onteige
ning voor een spoorw. v. Nijmegen n. Vcnlo
De h. v. d. Berch v. Heemstede heeft be
zwaar tegen de richting over Mook en
geeft de voorkeur aan eene over Gennep.
De h. Heydenrijck dringt op verschillen
de grouden aan op aanneming v. h. 0., de
h. v. Kerkwijk is voor Gennep; de h. v.
Nispen voor Mook, d. h. v. d. Schrieck
geeft aan Gennep de voorkeur. Na ant
woord v. d. Min. Tak v. Poortvliet en re
pliek v. d. h.h. van Kerkwijk, v. d. Berch
en v. d. Min. wordt het wetsontw. aange
nomen met 52 tegen 5 stemmen. De con
clusie v. h. verslag betreffende h. armbe
stuur over 1874 wordt zonder discussie
goedgekeurd. Ingekomeneen wetsont
werp tot verhooging v. Hoofdstuk VIII
(Dep. v. Oorlog) voor 1878; een wetsont
werp tot bekrachtiging v. eenige artt. eener
overkomst met de Holl. IJzeren Spw.-mpij;
een dito tot onteigening voor een spoorw.
van Amersfoort naar Nijmegen.
Interpellatie. De heer de Casembroot
vraagt en erlangt verlof om over het ad
ministratief en rechterlijk beheer in Suri
name en de te nemen maatregelen ten aan
zien der negerbevolking aldaar den min.
v. Kol. op een nader te bepalen dag te
mogen interpelleeren. De vergadering
is hierop gesloten.
Zitting van Maandag18 Maart 1878.
Ingekomen geloofsbrieven van de h.h.
de Vos van Steenwijk (Winschoten), van
Tienhoven (Amsterdam), van Stolk (Rot
terdam), Bredius (Goes) en Schimmelpen-
ninck van der Oye (Hilversum). Eedsaf
legging en toelating behalve de heer S. v.
d. Oye die door ongesteldheid verhinderd
was. Sluiting der vergadering.
Bij de op 16 dezer te Hilversum plaats
gehad hebbende aanbesteding van een
Kerkgebouw voor de Doopsgezinde ge
meente aldaar, was de minste inschrijver
de heer A. Keers met f12560; voor de
banken in die Kerk dezelfde met f886.
Eenige biljetten, die na den in het bestek
bepaalden tijd ingeleverd waren, moesten
als van onwaarde ter zijde gelegd worden.
De bloemist E. J. Voute, te Zeist, brengt
dit jaar een paar nieuwe Pelargonia in den
handelden Pelargonium zonale conpac-
turn Koningin Sophia en den Pelargonium
zonale Westermanni. Om ze reeds vooraf
bekend te maken, heeft de heer Voüte
fraai uitgevoerde af beeldingen dezer soor
ten het licht doen zien het is een middel
dat zeker tot een ruime verspreiding kan
bijdragen.