omvang toegenomen, en nu haar top punt bereikt. Het onderscheid tusschen deze strike en die van vroeger bestaat hoofdzakelijk daarin, dat de werklieden zich op een veel kalmer standpunt plaat sen. Zij erkennen dat de toestand van de industrie ongunstig is en zijn niet onge negen, zich een loonsvermindering te ge troosten; maar zij willen dat de patroons hun het bewijs leveren, dat de katoen industrie daardoor zou gebaat worden. Afgezien van de moeilijkheid om dat be wijs te leveren, blijft er nog verschil be staan omtrent de wijze van toepassing der loonsvermindering. De werklieden willen hetzelfde loon per uur en eene vermindering van het aantal uren, en dit-, willen de patroons niet, omdat daardoor als het ware een minium loon zou wor den vastgesteld, en het middel slechts tijdelijk zou werken. Met het oog op het groote getal ledigloopende werklieden is het bericht nog al van belang, dat Nieuw Zeeland ongeveer 5000 personen kan plaatsen. Na het merkwaardig vonnis waarbij Wera Sassulitsch werd vrijgesproken, is deze jonge dame verdwenen. Het schijnt voor de Russische regeering het eenvou digste middel te zijn, om uit sommige moeilijkheden te geraken, de in het oog loopende en lastige individuen eenvoudig te laten verdwijnen. Een land, waar zoo iets mogelijk is, kan bezwaarlijk geluk kig genoemd worden. In de provincie Rumelie zijn ernstige onlusten uitgebarsten. De Bulgaarsche bevolking schijnt evenmin met de Rus sische, als vroeger met de Turksche re- geeriug op te hebben. Indien Rusland in het bezit blijft van de thans geannexeer de landen, zal dat bezit, in den eersten tijd althans, geen zeer rustig en benij denswaard bezit zijn. In Oostenrijk en Hongarije gaat men gebukt onder de moeilijkheid, om een vergelijk tusschen beide landen tot stand te brengen. Het zoogenaamd proviso- rium, waarmede men de moeilijkheid voor eenigen tijd uit den weg zette, is met 1 Mei afgeloopen en het is zeer de vraag of thans de gewenschte overeenstemming tusschen de Oostenrijksche en Hongaar- sche ministers zal kunnen verkregen wor den. Het crediet der Monarchie lijdt natuurlijk daaronder zeer en het zou eene zeer wenschelijke zaak zijn, voor Oostenrijk zoowel als voor Hongarije, indien een vorm kon worden gevonden, waarin de eischen en wenschen van beide partijen konden worden samengesmolten. Bij al de troebelen en oneenigheden in Europa is het een verblijdend feit, dat de toestand in Frankrijk een gunstige verhouding aanneemt. De Bonapartisti- sche partij verliest hoe langer hoe meer aanhangers en is daarenboven in zich zelve zóó verdeeld, dat ze als het ware uiteenspatten moet. Wanneer de repu blikeinen hunne verstandige en kalme politiek blijven handhaven, lijdt het geen twijfel, of er volgt voor dat land een tijd perk van rust en daardoor van bloei en 't was Alphonzo's geest 1 Hij voelde zich met mij verwant, want hij kwam da delijk naar me toe en zei met Alphonzo's eigen glimlach 't Is vol genoeg in de Ossekop." Ge zult hier wel bedroefd weinig plaats vin den. Ik bestelde mijn kamers al vooruit." Ik vertelde hem dat het hier zoo vol was dat ik boven den stal moest slapen en nu hier in de koffiekamer zelfs zat te werken. Wel, kom dan mee naar boven," was zijn antwoord, ik heb een ruime kamer, daar kunt ge van avond blijven." Ik was zoo verrukt over Alphonzo's geest, dat ik al spoedig met hem naar boven stapte. In zijn kamer brandde een gezellig vuur. Hij schelde dat het huis daverde. Hij commandeerde den kelneren maakte hem uit voor alles, omdat zijn eten nog niet klaar was. Hij zei dat de werkmeid boven moest komen, als ze ten minste niet bang voor hem was in 't kort, hij had al het air van een voornaam heer, welvaart. De ultramontanen geven het natuurlijk nog niet op. Zij hebben on langs een katholieke bank opgericht, waarvan de directeurde markies de Ploeuc, wel beweert dat ze hoegenaamd niets met de politiek te maken heeft, maar die evenwel algemeen als eene staatkundige manoeuvre wordt be schouwd. Nadat in den avond vau 30 April een hevig onweder boven Parijs losbarstte, dat eenige schade aan het Park der Ten toonstelling veroorzaakte, had den 1. Mei met prachtig weder de opening in tegenwoordigheid van de vroeger ge noemde vorsten en van vele duizenden toeschouwers plaats. Men rekent dat de voorwerpen op den 1. Juni allen op hun ne plaats zullen zijn en de tentoonstelling aldus op dien datum als geheel gereed zal zijn te beschouwen. Eindelijk is, nadat er herhaaldelijk veranderingen in zijn aangebracht, de encycliek van Leo XIII verschenen. In dit stuk, dat in menig opzicht de ver wachtingen omtrent den opvolger van Pius IX teleurstelt, worden achtereenvol gens de toestand der wereld in het alge meen en die van Italië in het bijzonder behandeld en de voornaamste oorzaken van dien toestand behandeld. Na een terugblik op het geluk dat Italië en de geheele wereld genoten tijdens de almacht der pausen en eene aanwijzing van waar de echte beschaving en de ech te vrijheid moeten uitgaan, wordt aange toond, hoe het herwinnen van het wereld lijk gezag noodig is voor het Pausdom en een beroep gedaan op al de vorsten der aarde, terwijl de geloovigen aange spoord worden om hunne beurzen ge opend te houden. Dus ongeveer hetzelfde wat alle pausen voor en na verkondigd hebben: geld, eer en macht voor het hoofd der kerk, slaafsche onderwerping aan de voor schriften der alleenzaligmakende kerk, van welke alleen het ware geluk kan uit gaan. De paus zal den zomer niet in het Vaticaan doorbrengen. Pater Curci is naar Rome geroepen om advies te geven betreffende de te volgen politiek. Deze twee feiten zijn niet in overeenstem ming met de overige houding van Leo XIII en geven nog steeds eenige hoop op eene meer geruststellende gedragslijn. KENNISGEVING. SCHUTTERIJ. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort. Gezien art. 1 der wet op de Schutterijen van den 11. April 1827 (Staatsblad No. 17), bepalende dat ieder ingezeten van het Rijk, die op den 1. Januari van elk jaar zijn 25ste jaar is ingetredenen zijn 3lste niet beeft voleindigd, tot het uitoefenen van den schutterlijken dienst, ingeval hij daartoe door het lot geroepen wordt, ver plicht is. Gelet op de nadere reglementaire bepa- die nergens bang voor is, zoodat ik een diep respect gevoelde en dood gelukkig was, met Alphonzo's geest. Toen de meid boven kwam, keerde hij zich niet om, maar met een goedhartige uitdrukking, precies Alphonzo, zei hij »Wat was dat straks een drukte met die vreemde dame? Hoorde ik haar spreken van een ongeluk met haar rij tuig? Was er niemand, om voor haar te zorgen? Wat had ze noodig?" »Wat ze noodig had? Ja mijnheer, ze heeft iemand noodig om haar aan 't ver stand te brengen, dat we geen kamers met bedden, zoo maar kunnen opgraven, Ze huilde er om." Weet je wat, meisje," zei mijn Al phonzo, ze is zonder bescherming. Geef haar maar de kamer, die voor mij be stemd was. Ik kan hier wel slapen op de canapé. Ga heen en doet de deur dicht; het tocht hier." En met een hemelschen glimlach keek hij mij aan. O 1 het was bepaald Alphonzo's geest 1 (Slot volgt) lingen, zoo bij Zijner Majesteits besluit van den 21. Maart 1828 (Staatsblad No. 6), als anderszins, tot invoering van voor zegde wet gemaakt, benevens het konink lijk besluit van den 7. September 1828 (Staatsblad No. 55) Brengen ter kennis van de belangheb benden, dat ter aangifte tot inschrijving voor de Schutterij verplicht zijn ingezete nen, zonder onderscheid, geboren in het jaar 1853, waaronder niet alleen alle Ne derlanders, binnen dit Rijk hun gewoon verblijf houdende zijn begrepen maar ook alle vreemdelingen welke, hetzij door eene uitdrukkelijke verklaring of wel door het werkelijk overbrengen van den zetel huns vermogens en de hoofdmiddelen van hun bestaan, het voornemen om zich bin nen .deze gemeente te vestigen, aan den dag hebben gelegd Dat wijders alle vreemdelingen, alsook alle Nederlanders, mitsgaders de gepaspor- teerde militairen geboren in de jaren 1852 tot en met 1844, welke sedert de in het vorig jaar gedane inschrijving vaste woonplaats alhier hebben gevestigdof uithoofde van het door hen alhier uitge oefend beroep of bedrijf, beschouwd moe ten worden hier te wonen, tot deze aan gifte gehouden zijn, al ware het ook dat zij in hunne voormalige woonplaats zich reeds ter inschrijving aangegeven, aan de loting voldaan, of ook een nummerverwisselaar gesteld hebben Dat diegenen, welke in meer dan eene gemeente hun gewoon verblijf houden, gehouden zijn, zich ter inschrijviug aan- temeldendaar waar eene dienstdoende Schutterij bestaat, of daar waar zij voor de belasting op het personeel zijn aangesla gen, terwijl de studenten, geëmplooieer- den in huizen van negotie, klerken van notarissen, advocaten, enz.bedienden en werkboden moeten worden ingeschreven in de gemeente, alwaar zij hunne studie houdenwerkzaamheden uitoefenen of dienstbaur zijn; de ambtenaren en geëm- plooieerden aan het provinciaal Gouver nement, en alle anderen, al wonen zij ook elders, in de plaats alwaar zij hunne ambts betrekking moeten uitoefenen die buiten 's lands studeeren of werkzaam zijn, in de gemeente hunner vorige woonplaats; de buitenlands-zeevarenden in de plaats, waar zij hun wettig domicilie, en de aan boord wonende schippers, in de gem een te^l waar zij het laatst hunne vaste woonplaats ge had hebben, of wel wegens personeel, mo bilair of hun vaartuig belasting betalende, daar waar zij voor deze belasting zijn aan geslagen Dat door ieder, die zich tot die iuschrij- ving aanmeldt, eene geboorteacte, of bij ontstentenis van dien eene acte van be kendheid, of een ander wettig bewijs waar uit zijn juiste ouderdom kan blijken, be hoort te worden overgelegd, terwijl diege nen, welke van hunnen ouderdom geen voldoend bewijs kunnen overleggen, door het Gemeentebestuur naar eigen oordeel worden ingeschreven, onverminderd het recht van den ingeschrevene om van zijn juisten ouderdom nader te doen blijken; Dat de registers ter inschrijving op Woensdag, den 15. Mei aanstaande ge opend, en op Vrijdag den 31. dier maand gesloten wordenterwijl zij, die bevonden worden zich niet vóór den 1. Juni aan staande te hebben doen inschrijven, ambts halve door het Bestuur worden ingeschre ven, door den Schuttersraad tot eene geld boete verwezeij, en bijaldien blijkt dat er tijdens de verzuimde inschrijving geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling van den dienst te hunnen aanzien bestonden, zonder loting bij de schutterij worden ingelijfd. Tot deze deze inschrijving wordt zitting gehouden ten raadhuize op Woensdag, den 15. en Zaterdag, den 18. Mei 1878, telkens des morgens van 10 tot 1 uur. Burgemeester en Wethouders voor noemd vermanen alle belanghebbenden, den tot deze aangifte vastgestelden tijd zich ten nutte te maken, en daardoor te voorkomen dat op hen de straffen wegens het verzuim van inschrijving, bij art. 9 der wet op de Schutterijen vermeld, wor den toegepast. Ten slotte worden alle personen welke als gehuwd of als weduwnaar met kind of kinderen in het afgeloopen jaar uit dien hoofde in de tweede klasse van de alge- meeue rol der Schutterij zijn gebracht doch sedert dieu tijd door het overlijden van hunne vrouw of kinderen de bevoegd heid hebben verloren om in die klasse te verblijven, en alzoo in de eerste klasse der voor dit jaar optemaken algemeene rol moeten gerangschikt worden, bij deze op geroepen om van dusdanige verandering van omstandigheden kennistegeven aan het Gemeentebestuur, of wel zich daartoe ter Secretarie aantemelden vóór de aante- vangeu inschrijving, van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namiddags, en dus vóór den 15. Mei aanstaande; zullende bij ver zuim dezer aangifte de belanghebbende, ingeval hij dientengevolge niet op de bij zondere rol mocht zijn overgenomen, da delijk volgens art. 1 van het koninklijk besluit van den 7 September 1828 (Staats blad No. 55) bij de Schutterij worden in gelijfd, tegen ontslag van hem die in zijne plaats is opgeroepen; alles onverminderd de toepassing van de straf bepaling bij art. 1 der wet van 6 Maart 1818 (Staatsblad No. 12), bedreigende een geldboete van hoogstens f 50 en eene gevangenisstraf van hoogstens drie dagen, hetzij afzonderlijk of samen genomen. En opdat niemand hiervan onwetend heid voorwende, zal deze worden gedrukt en aangeplakt op de daarvoor gebruike lijke plaatsen. Amersfoort, den 1. Mei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, W. L. SCHELTUS. VAN PERSIJN. Amersfoort, 3 Mei 1878. Binnen weinige dagen zullen de kiezers voor den Gemeenteraad alhier een plaats vervanger moeten kiezen voor den Heer Mr. F. H. van Persijn, die, als burgemees ter, niet langer lid van dien Raad wenscht te blijven. Wij willen ditmaal niet anti- cipeeren op de candidaturen der Kiesver- eenigingen hier ter stede, doch achten het niet overbodig, nu reeds de aandacht te vestigen op een drietal mannen, die, onzes inziens in den Raad volkomen op hunne plaats zouden zijn. Wij bedoelen de Hee- ren Dr. A. H. C. VAN DRIEL, PAUL A. HUET en H. W. A. VAN DEN WALL BAKE. Ontegenzeggelijk is het van belang, dat ook de medische wetenschap hare verte genwoordigers in den Raad heeft, vooral in plaatsen, waar zooals hier op het gebied der gezondheidsleer nog zooveel te handelen en te verbeteren is. En een ge schikter persoon dan Dr. van Driel, die, sedert ruim twintig jaren in onze stad woonachtigaltijd den grootsten ij ver heeft betoond voor de bevordering der stedelijke belangen, zou daarvoor moeie- lijk te vinden zijn. De beide andere Heeren staan aan het hoofd van een der belangrijkste industri- eele ondernemingen in onze gemeente. Doch behalve hunne kennis op dit gebied, pleit voor hen hun helder hoofd en hun loffelijke ijver, waarvan zij door velerlei bemoeiingen, ook buiten hun eigenlijken werkkring, doorslaande blijken hebben gegeven. In ons volgend nummer hopen wij deze candidatuur nader te bespreken. Zaterdag 1.1. keerde de batterij van het reg. Rijdende Artilleriedie gedurende eenige jaren te Roermond in garnizoen had gelegen, hier weder terug. Niet slechts de militaire autoriteiten, maar ook een aantal burgers toonden hunne belangstel ling door hunne aanwezigheid bij de aan komst der terugkeerende troepen. In de 1.1. Donderdag gehouden vergade ring van de vereeniging ter bespreking van algemeene belangen is besloten adres sen te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaalwaarbij in het eerste aangedrongen wordt op den aanleg van het Kanaal door de Geldersche vallei, ter wijl in het tweede adres de aanneming van het ontwerp Kappeyne wordt verzocht met wijzigingen zooals die door de ver eeniging volksonderwijs zijn aangegeven.

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1878 | | pagina 2