Op last van Z. M. den Koning ontvangt de vorstelijke brnid eiken ochtend een bouquet van de prachtigste bloemen van het Loo. Van de komst van HH. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik te Parijs bij gelegen heid van de groote prijsuitdeeling is vol gens de Temps" reeds officieel kennis gegeven. Bij de te Rotterdam gehouden verkie zing voor' een lid der Tweede Kamer waren uitgebracht 1202 geldige stemmen Verkozen werd de heer mr. J. Van Gen nep met 719 stemmen. De heer Jansen verkreeg 280, jhr. mr. A. F. Savornin Lohman 199 stemmen. Bij de verkiezing te Dordrecht voor een lid der Tweede Kamer werden uitgebracht 1078. Cekozen werd mr, G. M. Van der Linden met 740 stemmen. Jhr. mr. A. F. De Savornin Lohman verkreeg 266 stem men. Aansluitende aanbeen verhaal, onlangs in de Arnh. Courant" opgenomen, deelt iemand, die aan boord van Zr. Ms. fregat Prins van Oranje", onder bevel van Z. K. H. Prins Hendrik, in 1846 van de aanzei ling met de »Sambre" getuige was, aan de »Vliss. Courant" mede, dat door de Prins van Oranje" op de reis naar Cadix 9 van de 14 schepelingen eener zinkende Spaansche brik gered werdenwelke schipbreukelingen bij het aan boord ko men op aandoenlijke wijze hun dankbaar heid aan den prins-commandant te ken nen gaven. >In de nabijheid van Cadix gekomen, schrijft hij verder; werden des nachts de mannen aan boord van de Prins van Oranje" uit hun slaap" opgeschrikt door het gelui van de brandklok. Haastig snelden allen, voorafgegaan door den prins, op het dek en zag men nu een groote stoomboot, die, volgens latere be richten, 219 passagiers bevatte, inbrand staan. Dadelijk liet prins Hendrik zich aan boord van het brandende schip roeien en niettegenstaande men hem het gevaar voor oogen hield van op een brandend schip te gaan, dat wellicht ki;uit bevatte, was hij de eerste die aan boord sprong en niet schroomde zich op de gevaarlijkste plaatsen te wagen om te redden, wat te redden was. Hij werd hierin trouw door de manschap van het oorlogschip bijge staan en mogt de voldoening smaken, de meeste goederen, waaronder vele van waarde, gered te zien. De goederen wer den aan boord van eene kleine stoomboot, die in de nabijheid kruiste, geborgen, ter wijl de passagiers, daar het schip digt te gen den wal op een diepte van slechts 3 vademen gestrand was, reeds gered waren. Toen men vervolgens te Cadix aan kwam en het dapper en edelmoedig ge drag van deu prins en zijn onderhoorigen bekend werd, was de geestdrift voor hen onbeschrijfelijk. »Op de openbare pleinen stond met groote letters op aanplakbiljetten de red ding door onze dapperen van het branden de schip en die van de brik te lezen. Prins Hendrik was de held van den dag, en waar hij zich vertoonde, liet de bevolking door luidruchtige toejuichin gen haar dankbaarheid hooren. Kwam een der schepelingen in een herberg, dan gaf men hem vrij gelag en weigerde alle betaling." Zondag jl. werd te Amsterdam de twee de sociaal-democratische cursus gehouden. Nadat de president de vergadering ge opend had met een kort woord, waarin hij verzekerde, dat de sociaal-democratische partij de waarheid bezit en dus eenmaal zal zegevieren, hield de heer Schroder een redevoering om het doel en de beteekenis der partij uiteen te zetten. Geen revolutie wil zij, geen vorsten moord, geen geweld; langs den weg van algemeen stemrecht en algemeen kies recht wil zij baardoel bereiken. Kiesrecht is dan het recht'om een vertegenwoordi ging te kiezen, die ongeveer als uitvoeren de macht zou fungeeren; stemrecht, het recht om de besluiten van de vertegen woordiging te controleeren en te sactio- neeren, een recht, dat aan het geheele volk toekomt. Om de zuiverheid der ver kiezingen te bewaren, zou er op den kies- dag geen werk verricht mogen worden, geen vergaderingen gehouden, geen kroe gen bezocht, geen samensprekingen op straat zelfs geduld. Voor dien tijd moch ten wel kiesvereenigingen vergaderen maar zij moesten voor ieder toegankelijk zyn. Het socialisme wil, werd verzekerd, de persoonlijke vrijheid niet aan banden leggen, behalve op verkiezingsdagen, had spreker er wel bij mogen voegen. Door deze middelen uu zou de tegen woordige maatschappelijke organisatie die geheel en al verkeerd is, veranderd kun oen worden. Geen verdeeling van goe deren wil men, maar eenheid van goe deren. Zulk een socialistischen staat zou den, meende spr., ook een honderdtal menschen, die door een schipbreuk op een eiland zyn geworpen en daarop leven moetengrondvesten. Zij zouden zeker alles gezamenlijk produceeren en zoo doende een socialistische maatschappij vormen. Men ziet, de spreker kreeg aan vechtingen om een utopie te schilderen, zooals de zoogenaamde staatsromans der vorige eeuw ons zoo vaak vertoonden. Dat een nieuwe maatschappij in haar historische ontwikkeling ten slotte tot een andere organisatie zou komen dan de thans bestaande, daarvoor ontbreekt na tuurlijk alle bewijs. Het geloof van den heer Schroder in dat opzicht doet weinig ter zake. Tot discussie over 't gehoorde bleek niet veel lust te bestaan, en de vergadering werd gesloten. In het Weekblad van den boekhandel komt een hoogst belangrijk stuk voor, ge schreven naar aanleiding van Brinkman's naamlijsten en Van der Meulen's weten schappelijk register van den boekhandel. Daaruit blijkt o. a. dat het getal van alle boeken en brochures gedurende 25 jaar over Godgeleerdheid, niet minder dan 3500 bedraagt, of een vierde deel van alle uitgaven gedurende die jaren. Voorts dat daarvan 3000 aan de stichtelijke litera tuur der protestanten, 500 aan die der katholieken gewijd zijn; welk getal van 3500 juist overeenkomt met dat van alle uitgaven over rechtsgeleerdheid en staatswetenschappenover geneeskun de verschenen 1400, en over alle onder- deelen van natuurlijke geschiedenis, natuur- en wiskunde, slechts 1500 boeken en vlugschriften over geschiedenis, bin nen- en buitenlandsche en onzer koloniën 1800, waarbij nog 650 brochures, liedjes, enz. bij de feestvieringen over de afschud ding van het Fransche en Spaansche juk en de 25-jarige regeering des Konings. Over, handel-scheepvaart en verkeer vin den we ruim 900, over technologie.slechts 500 titels. De nieuwere Hollandsche let terkunde, vermeldt 4000 uitgaven waar onder 800 oorspronkelijke romans en novellen en 1700 vertaalde romans. Alle werken over schoone kunsten, nl. schilder- graveer- en beeldhouwkunst tellen te zamen slechts 220 titels, muziek iets meer, nl. 250, maar beide afdeelingen zamen worden vèr overtroffen door de anekdoten- dans-, toostboeken en wat er van dat goed meer zij, die 600 titels aanwijzen1 De klassieke letterkunde moest zich in 25 jaar met 220 uitgaven vergenoegen, gelij kelijk over de Grieksche en Latijnsche letterkunde verdeeld. Over wijsbegeerte en vrijmetselarij worden bij elkanderde sobere getallen van 70 en 50 uitgaven vermeld. Geen enkel boek verscheen ter verheer lijking der sociaal-democratie; ook weinig bepaald zedelooze boeken kunnen worden aangewezen. GEMENGDE BERICHTEN. Papieren huizen. Gelijk bekend is heeft men in den jongsten tijd niet alleen vaten, maar zelfs wagenraderen van pa pier gemaakt. In Sheffield bezigt men daartoe zoogenaamd stroopapier, dat aan elkander gepapt en vijf uren lang aan een druk van 300 tonnen wordt onderworpen. Het nieuwste echter van dezen aard zyn de door middel van hydraulische persen vervaardigde metselsteenen uit papier waarvan een fabriek in Wisconsin dage lijks 16000 kilogram zou leveren. De uit deze steenen opgetrokken huizen beschut ten tegen koude. Daar men de papieren steenen veel grooter maakt dan die uit klei, kan men er ook sneller mede bou wen. In een woord, volgens de fabrikan ten zijn de papieren huizen modellen in hun soort. Een philosoof te Sacramento onder schepte onlangs een minnebriefje aan zijn vrouw gericht, waarbij deze gesmeekt werd dien namiddag tot het houden van een rendez-vous op een bepaalde plaats tegen woordig te zyn. En wat deed nu onze phi losoof? Misschien denken onze lezers dat hij zijn revolver ging schoonmaken en het noodige kruid en lood in gereedheid bracht. Misschien vermoedt men dat hij zich in hinderlaag stelde om het paar te overvallen? Niets van dat alles. Hij ging eenvoudig naar de slaapkamer zijner vrouw, nam haar valsche gebit weg, stak het in zyn zak en ging doodbedaard wan delen in de stellige overtuiging het rendez- vous te hebben verijdeld. (R. N.) Het volgende feit, uit Schiedam aan de N. Rott. Ct. gemeld, verdient alleszins opmerking Vrijdagochtend had een 10-jarige jon gen de baldadigheid een schaap, in een stuk land aan de Warande grazende, te gooien en te plagen. Het getergde dier kwam over de sloot en viel den jongen aan; het stootte hem zoodanig, dat, zoo niet tijdige hulp was komen opdagen, zyn leven in gevaar zou geloopen hebben. Slechts met groote moeite konden een paar mannen het schaap meester worden, om het in het land terug te brengen. Toen de knaap den volgenden morgen weer langs de Warande kwam, viel het schaap, hem herkennende, onmiddellijk, zonder eenige aanleiding, weder op hem aan en drukte hem hevig tegen een der hekken aan,zoodat de jongen gehavend en bebloed naar huis kwam, nadat hij op nieuw door hulp van anderen was bevrijd. Een Engelsch blad geeft de volgende beschrijving van den Emir van Afghani stan Shir Ali is ongeveer 65 jaar oudbij heeft een sterk Joodsche type en draagt een langen, grijzenden baard. De neus is dik en gebogen, de wenkbrauwen borste lig. De Emir is niet lang, maar breed ge schouderd; gewoonlijk draagt hij een groote muts met Astrakan-bont, een groenzijden vesten daarover een met goud geborduurden bruiuen mantel, een witte pantalon en verlakte leeren laarzen; een kromme sabel vergezelt hem altijd. Weer een kruik, die te water ging. De danslust van de dienstbode eener vrome Berlynsche dame was zoo groot, dat zij eiken Zondagavond een gevaarlijken tocht volbracht om aan haar liefhebberij den teugel te vieren. MeVrouw, die de derde verdieping van een groot huis bewoonde, sloot steeds vroegtijdig de deur dicht en giDg daarna slapen ook de meid gaf voor dat zij zich dan ter ruste begaf, maar in plaats daarvan kleedde zij zich aan, stak uit het keukenraam een strijkplank, zóo dat deze met het andere einde rustte op het vensterkozijn van een op zich zelf staand en onbewoond achterhuis. Langs denzelfden weg kwam ze weer te huis; dit ging geruimen tijd goed, maa Zondag avond kantelde de strijkplank toen zy er den voet opzette, en het eenentwintigja rig meisje stortte van de derde verdieping op de plaats neder. Haar toestand is ho peloos. Hoe men in Zwitserland soldaatje speelt. Te Bazel zou onlangs een inspectie van de landweer plaats hebben. Het werd tijd, schrijft een Zwitsersch blad, want indien niet de adjudant van den Minister van Oorlog dagelijks in uniform door de stad liep, zou geen enkele Bazeler knaap zich van een levenden soldaat eenig denkbeeld kunnen maken. Het was dus wel noodig, dat er eens inspectie werd gehouden, en toen daarmede was aangevangen, kon men de goede Zwitsersche boeren, die thans heel krijgshaftig in uniform stonden ge schaard, de koddigste verklaringen hooren afleggen. »Waar is je tweede paar sok ken?" werd er een gevraagd. Daar beeft mijn vrouw een paar uit gemaakt voorden kleinen jongen." Een ander: Je knap zak is geheel en al stuks Ja, sergeant, ik kan het niet helpen, de schapen hebben er aan gevreten." Aan een derde werd ge vraagd, waar zyn tweede paar schoenen was. »By den schoenmaker," antwoordde hij lakomiek. Beter had zich een vierde gered, bij wien ook het tweede paar schoe nen absent was; hij had n. 1. by zijn eene paar 'n paar stoffen laarsjes van zijn vrouw ingepakt 1" Te Algiers wordt ter post gebracht een brief, geen ander adres bevattende dan deze drie woorden a mon père. Deze brief wordt, zonder dat dit gemerkt wordt, ge stempeld met al de andere naar Frankrijk gezonden, en blijft eindelijk aan het post kantoor te Parijs. De onbekende adressen, door een hoofdbesteller aan de andere be stellers voorgelezen wordende, zegt een der laatstgenoemden: »Geef mij dien brief mede; op Montmartre woont een oud man, die mij al sedert verscheidene maan den vraagt of ik niet een brief van zijn zoon te Algiers heb, misschien is de brief wel voor dien ouden man." En zoo was het. De melkinrichting te Amsterdam heeft voor de ingezetenen reeds het nut opgele verd, dat ook andere melkverkoopers al daar hunne emmers vau dèksels hebben voorzien. Tot nu toe was daartoe bijna geen enkele te bewegen. Ook verneemt men, dat over het algemeen betere melk dan vroeger geleverd wordt, 't Is dus hoogst weuschelijk, in het algemeen be lang, dat de melkinrichting zich flink moge staande houden. Een werkman te Meridan (Connecticut, Noord-Amerika) heefteen stoommachine vervaardigd, die ongeveer negen gram (wichtje) weegt. Dit werktuig is gemaakt van zilver en goud, en wordt door den uit drie droppels water verkregen stoom twintig minuten in beweging gehouden. Hoe dikwijls daartegen ook is en nog dagelijks wordt gewaarschuwd, de jam merlijke gewoonte om petroleum in 't vuur te werpen schijnen vele vrouwen maar niet te kunnen laten varen. Thans meldt men, dat te Amsterdam weder een meisje, dat bij 't bakken van visch het vuur door toevoeging van petroleum wil de doen ontvlammen zoodanig door brandwonden is overdekt, dat zij in 't gasthuis aan de gevolgen is overleden. De Veendammer tjalk »Feika", kapt. H. G. Koops, is op Norderney gestrand; de vrouw en drie kinderen van den kapi tein, 4, 8 en 11 jaar oud, zyn daarbij om gekomen. De stuurman heeft met de vrouw en kinderen van den kapitein Koops met een boot het schip verlaten. Aan de boot was echter een touw bevestigd, opdat de kapi tein haar desnoods naar boord kon terug halen. De boot was nog vau het eigenlijke strand gescheiden door een plek waarover de zee ruischte, toen het water plotseling dieper werd, terwijl de stuurman met het jongste kind op den arm uitstapte. Het water reikte hem tot aan de armen en hij keerde liever terug en bracht het kind weder in de boot. De kapitein, die dit zag en vreesde, dat de boot zou omslaan, trok haar weer naar zich toe, doch dicht bij het schip slaat de boot om en vrouwen kinde ren drijven voor de oogen van echtgenoot en vader in het water en jammeren om hulp. De man werpt zich half ontkleed in zee, doch wordt, zonder iets tot redding van zijn dierbaren te kunnen doen, naar het strand gespoeld, en ook hij werd slechts door de hulp van eenige jongelie den en in halflevenloozen toestand op het strand gebracht. De stuurman redde zich zelf. De man (die van de jacht komt met een haas in de hand tegen zijae vrouw): Dat dacht je niet, hé? Je had zeker weerver- wacht dat ik zonder iets zou thuis ko men?" De vrouw: »Neen. De meid had je bij den poelier zien ingaan."

Historische kranten - Archief Eemland

Weekblad voor Amersfoort en Omstreken | 1878 | | pagina 3